dinsdag, november 15, 2011

Iedereen, en de Chemical Brothers in het bijzonder, weten dat het vandaag internationale push a button day is.

Met mijn contrarie karakter doe ik mee, maar ook weer niet helemaal. Ik ben vandaag al twee knopen van kledingsstukken kwijtgespeeld. Zakt je broek daar nu niet van af?

De mijne alvast wel.

zondag, oktober 30, 2011

Het valt amper te geloven, maar ondanks de oorverdovende stilte die hier recentelijk niet te horen was, zijn er nog altijd mensen die hier geregeld langskomen. En dat moet beloond worden.

Door nog wat oorverdovende stilte.

donderdag, oktober 06, 2011

Het voelt vreemd om na lange tijd meer dan 1 zin te typen, dus hou ik het hier maar bij.

zaterdag, september 17, 2011

zaterdag, juni 25, 2011

Ja, ik had me beter mogen informeren vooraleer ik een jaar lanterfantend door de wijde wereld trok, want in tegenstelling tot dat lanterfanten, is wat er na het thuiskomen gebeurt geen pretje.

Er tuimelen allemaal rare gedachten in mijn hoofd, van de stress en vermoeidheid zit ik met een rare zenuwtik aan mijn ogen, en ik ben afelopen maandag of dinsdag verloren in mijn herinneringen. Weg is die dag. Omwille van de decompressie en de daaropvolgende depressie doe ik niks meer, en als ik dan toch iets doe, is het zomaar, voor de lol, ik moest daar helemaal niet zijn, in de spits over het viaduct van Vilvoorde gaan rijden.

Maar het komt allemaal wel goed, ik heb majorettes gezien.


Ik wist niet dat dat nog bestond...

maandag, juni 06, 2011

Het plan was om het voorbije weekend 3 dagen te mountainbiken in de streek rond Gap. Dat is nog niet echt de Hautes Alpes, maar het scheelt niet veel. Ik had wel gehoord dat dat een marathon mountain bike tocht was, maar ik heb een maand of twee geleden toch door Nieuw Zeeland gefietst, over berg en door dal, dus dat mocht geen probleem zijn.

De naam van de tocht was Chemins Du Soleil, en in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, was er geen slecht-weer-geld-terug-garantie bij de chemins. Laat het het voorbije weekend overal in Frankrijk warm en zonnig geweest zijn, daar was in de streek rond Villard de Lans en Gap weinig van te merken. Het was er koud, guur en nat.

Daarbovenop komt dat ik geen mountainbiker ben. Ik rij wel eens op de koersfiets, maar op een mountain bike word ik liever niet gezien. Maar voor een weekend wou ik ik dat mountainbiken het voordeel van de twijfel geven.

Ik was dus in de veronderstelling dat ik een weekend ging mountainbiken. Wat bij mijn weten nog altijd een soort van fietsen was. De eerste dag stond er een tocht van 100km op het programma, met een 3000 hoogtemeters, en ik was met de instelling vertrokken dat dat geen wandeling in het park zou zijn. Groot was mijn verbazing dat het eigenlijk wel een wandeling in het park bleek te zijn. Zij het in een groot park, de Alpen en het stuk er voor zijn niet te vergelijken met ons Zonienwoud, en zij het een extreem lastige wandeling. Wanneer het bergop begon te gaan, stapte iedereen fluks van zijn fiets, en klauterde naast zijn fiets omhoog. Ik geef toe, mijn conditie was niet al te denderend na twee maand in de Aziatische zon, en als ik heel eerlijk ben, ik kan eigenlijk niet zo goed sturen, zeker niet als er glibberige, natte rotsen op het parcours liggen. Ik zat bijgevolg ergens achteraan het deelnemersveld. Maar als niet mountainbiker reed ik vaker op mijn fiets dan mijn lotgenoten in het achterste van de tocht. Het was een voor mij goed bewaard geheim dat mountainbiken in de bergen voor de helft uit wandelen bestond. En laat ik nu net niet graag wandelen.

Dan waren er nog stroken waar de modder zich vastzoog in je wielen, derailleur en remmen. Waar je opnieuw mocht afstappen. Mijn remmen waren geen schijfremmen, maar van die Magura oliedruk remmen, en ik heb van 't weekend geleerd dat je absoluut schijfremmen nodig hebt in de Alpen als het wat nat is. Want normaal rij ik graag naar beneden, maar dat werd nu door de gladheid en mijn remmen een ware calvarie tocht. In de modder verzamelden mijn remmen die modder, alsof het een mooi souvenir was om mee naar huis te nemen. Dat fietsen er door onmogelijk werd, daar hielden ze geen rekening mee. Op het einde van de dag stonden mijn kuiten vol schrammen van mijn pedalen en andere uitsteeksels, en ik ben drie keer gevallen. Huilen heb ik nog net niet gedaan, maar het scheelde niet veel.

Kort samengevat, het weer was niet goed, ik mocht wandelen als het omhoog ging, wandelen als het modder was, en tot kramp in mijn handen toe remmen als het naar beneden ging. Het was eigenlijk nooit plezant. Op het einde van de dag was ik dan ook nog eens zo vermoeid dat ik moest opletten om niet in het ravijn te belanden. Waarbij de mogelijkheid duidelijk werd gemaakt door 2 van mijn collega's in het ravijn te zien liggen. Gelukkig hadden die niks, eentje heb ik er nog mee helpen uithalen, maar mooi om te zien was het niet.

Ik lieg eigenlijk een beetje als ik zeg dat er voor mij niks plezant was. De laatste 18 km waren hoofdzakelijk over de weg en wat karresporen, en gingen lichtjes naar beneden, en dat vond ik dan wel weer fijn. Het zal wel mijn koersfietsbloed zijn. Als ik ga fietsen fiets ik graag, wandelen komt daarbij vaak op het tweede plan.

Met dat het niet aangenaam voor me was, en het gevaarlijk was op de afdalingen, heb ik beslist om dag 2 en 3 aan me voorbij te laten gaan. Ik ben gewoonweg niet goed genoeg als mountainbiker, en het zou in een lelijk accident kunnen eindigen als ik verder had gefietst. Het zou waarschijnlijk wel anders geweest zijn als het mooi weer was geweest en het parcours droog.

Om op een positieve noot te eindigen, je hebt fantastische uitzichten tijdens de tocht, en de organisatie van de chemins is dik in orde. Alles is goed bewegwijzerd, bij gevaarlijke punten staan er mensen om je te waarschuwen, de bevoorradingen zijn super, en de sfeer onder de fietsers is fantastisch. Mountainbikers blijken vriendelijke mensen te zijn. Wie had dat gedacht?

Ik heb alvast geleerd dat je in de Alpen absoluut een mountainbike met schijfremmen nodig hebt, en dat je best wat berg ervaring hebt voor je aan zo'n driedaagse tocht als de chemins du soleil begint. Nooit ben je te oud...

vrijdag, mei 27, 2011

Ik ben ondertussen een weekje terug in Belgie, en het minste wat ik er van kan zeggen, is dat het koud en mottig is vandaag. Ik ben nog altijd niet helemaal genezen van mijn ziekte die ik opgelopen heb in Vietnam, maar het gaat al beter, en volgens mijn bloedonderzoek heb ik geen vieze tropische ziekte opgelopen, en is er ook geen parasiet die me van binnenuit spier per spier, ingewand per ingewand, aan het opeten is. Ondanks het feit dat de locale insectenpopulatie in Azie, en al zeker de muggen, me sympathiek vond. Ik was al blij dat iemand me sympathiek vond.

Gisteren ben ik op werkbezoek gegaan, en ik ga zelfs vroeger dan gepland terug beginnen werken. Normaal was dat gepland voor 1 juni, maar nu is het 30 mei geworden. Sommigen vroegen zich af wie ik was, en of ik hersenschade had opgelopen. Vooral wanneer ik hen zei dat ik er naar uitkeek om terug te beginnen werken. En nu begin ik zelfs 2 dagen vroeger dan gepland.

Maar dat is vooral om vanaf de 2de juni 3 dagen in het zuiden van Frankrijk te kunnen gaan mountainbiken. Om serieus af te zien, door van Villard de Lans naar Gap te fietsen, op wegen van zonneschijn.

Dus geen paniek, alles komt goed.

woensdag, mei 18, 2011

Ik heb met haaien gezwommen, ik heb op olifanten gereden. Ik heb krokodillen in de ogen gekeken, ik ben gebeten door zandvliegen. Het kon omgekeerd geweest zijn, maar gelukkig was het dat niet. Ik heb kriskras door Europa gefietst, ik heb Nieuw Zeeland van noord naar zuid doorfietst. Ik ben op het dak van de wereld geweest, ik heb Uluru gezien. Ik heb wonderen van de natuur gezien, bergen, dalen, watervallen, kliffen, tot vervelens toe. Ik heb tempels gezien, ik heb paleizen gezien. Ik heb karstpieken beklommen, ik heb op scooters rondgecrossed. Ik heb prachtige live optredens gezien, ik heb cultureel verantwoorde dansen gezien. Ik heb zeeen overgestoken op schepen, ik heb op een bamboe vlot gedobberd. Ik heb in warmwaterbronnen gesudderd, ik heb in de koude zee gezwommen. Ik heb gelachen tot het pijn deed, ik ben triest geweest, Ik ben wit geweest, ik ben bruin geweest, maar ik ben vooral verbrand geweest. Ik heb teveel voor zaken betaald, ik heb belachelijk weinig voor dingen betaald. Ik ben miljonair geweest, ik ben straatarm geweest. Ik ben op bedevaart geweest, ik ben op het nippertje aan natuurrampen ontsnapt. Ik ben uitgerust geweest, ik ben vooral moe geweest. Ik heb de zon zien zakken in de zee, ik heb de zon zien opkomen uit de zee. Ik ben interessante mensen tegengekomen, ik ben mooie mensen tegengekomen, ik ben zonderlinge mensen tegengekomen. Ik heb lekkere dingen gegeten, ik heb rare dingen gegeten. Rare dingen hebben geprobeerd mij te eten. Ik heb met mes en vork gegeten, ik heb met eigengemaakte chopsticks gegeten. Ik heb in de jungle geslapen, ik heb in royale hotels geslapen. Ik heb kokosmelk vers van de boom gedronken, ik heb illegaal gestookte rijstwijn gedronken. Ik ben actief geweest, ik ben passief geweest. Ik heb overal pijn gehad, ik ben totaal relaxed geweest.

Het is mooi geweest, maar nu is het tijd om terug naar huis te gaan.

Tot binnenkort.

maandag, mei 16, 2011

Die klojo's van jetstar hebben het weer voor elkaar gekregen.

De laatste keer dat ik met hen vloog, was de piloot vermist, had mijn vlucht daardoor uren vertraging, en heb ik mijn connectie in Singapore gemist. Ik heb ook nog altijd geld van hen tegoed van een refundable ticket dat ik 4 maanden geleden geannuleerd heb. Ze hebben me voor de zoveelste keer beloofd dat ze het me gaan terugstorten, maar tot nu toe noppes. Maar ze hadden me een voucher gegeven voor alle problemen van de laatste keer, dus heb ik nog maar eens een vlucht bij hen geboekt.

In plaats van in mijn vliegtuig op weg naar Hong Kong zeg ik in een hotel in Ho Chi Minh. Het vliegtuig wou niet meer remmen. Nu is dat niet zo essentieel als niet meer willen vliegen, maar het is toch reden genoeg om op een ander vliegtuig te wachten.

Het ziet er nu naar uit dat ik om 1 uur 's nachts vertrek. Zucht. Klojo's.

maandag, mei 09, 2011

Lap. Het moest er eens van komen. Je kan niet in tropische landen rondhuppelen zonder de vlooien te krijgen, en de laatste 2 dagen ben ik in plaats van op het strand te liggen bedlegerig geweest. Alles doet pijn, ik hoest als een oude mijnwerker, mijn keel voelt als een rasp, en ik weet hoe een kokende patat zich moet voelen.

Het gaat al wat beter, en ik hoop dat ik voor de laatste dagen terug beter ben, en nog iets kan doen.

Groetjes uit Nha Trang, Vietnam!

vrijdag, mei 06, 2011

Uiteindelijk ben ik na lang wachten toch in Vietnam, Nam voor de vrienden en de acteurs in Tour of Duty, geraakt. Ver was dat niet, Vinh is de eerste plaats waar ik gestopt ben, en het is hier een beetje surrealistisch. Er is niks. Een winkel waar je eten kan kopen of een restaurant hebben ze hier niet echt. En iedere winkel is een gsm winkel. En er zijn er veel, heel veel. Iedere tweede huis herbergt een gsm winkel. Er zijn honderden gsm winkels, ik vermoed dat het een witwas operatie is van de Vietnamese mafia. Niemand heeft zoveel gsm's nodig. Er is ook een reisagentschap, en bij hen heb ik me laten gelden door hun glazen toonbank te breken. Door er met mijn lomp, kapitalistisch lichaam in dit socialistisch werkersparadijs over te hangen.

Dat er geen restaurants zijn, dat is eigenlijk feitelijk gelogen, je hebt een aantal plaatsen waar je noedels kan eten, en er is 1 restaurant waar ze iets anders dan noedels hebben. De mensen zijn hier supervriendelijk, en dat is wat anders dan wat de meeste mensen me vertelden over Vietnam. Als je hier over straat loopt, zegt de helft van de lokale bevolking hello tegen je, zonder dat ze je iets willen verkopen, aansmeren of verpatsen. Er zijn hier amper toeristen, behalve mij niemand, misschien heeft dat er iets mee te maken.

In Nam binnengeraken was niet simpel, ik moest in Laos 5 dagen wachten op mijn visa, en aan de grens bleek je nog eens 1 dollar te moeten betalen om een stempel in je paspoort te krijgen. Ik had echter geen dollars, geen Laotiaanse kips, geen Vietnamese Dongs, en ik was niet van plan om te betalen. Er waren ook een paar andere toeristen, en die wilden ook niet betalen voor een stempel. Totdat er een toch betaalde, en de rest zijn dollars bovenhaalde. Daar stond ik als laatste van de overgebleven toeristen. Gelukkig had ik nog een paar waardeloze vervallen oude Maleisische Ringits, en daarmee kon ik de stempel betalen. Bleek dat je veel kreeg voor je dollar, 3 nieuwe stempels in mijn paspoort. Woehoe.

Mijn reis loopt op zijn laatste loodjes, en veel van Vietnam zal ik niet meer zien. Straks gaat het naar Da Nang, of misschien Hoi An, dan volgt nog Nha Trang om te duiken, en via Ho Chi Minh, Saigon in een vorig leven, zal het naar Hong Kong en vervolgens naar huis gaan. Als er iemand nog wat elektronische gadgets nodig heeft, laat het me weten, en ik breng het mee uit Hong Kong. Voor een vriendenprijsje...

maandag, mei 02, 2011

De officiele naam van Laos is Laos People Democratic Republic ofte afgekort ook LPDR. Kwatongen beweren dat LPDR staat voor Lao Please Don't Rush. Je spreekt Laos uit als Lao, en men is hier communistisch. De rode vaan met hamer en sikkel wappert hier broederlijk naast de Laotiaanse vlag, ook al heeft Laos sinds 2010 een stock market. Waar gaat dat heen met communistische republieken van het volk, als ze een beurs hebben vraag je je af, en wel, ik kan je zeggen waar het heen gaat. Het worden kapitalistische, reactionaire zwijnen, vijanden van het volk.

Ook al worden ze hier vijanden van het volk, toch zijn Laotianen nog altijd gemoedelijke mensen, die met niks vooruit te branden zijn. Wat goed is als je op vakantie bent, wat minder is als je het land wil verlaten. Sinds een paar dagen wil ik doorreizen naar Vietnam. Ik heb extra betaald om een visa voor Nam in 1 dag te krijgen, wat betekent dat ik er 6 dagen op moet wachten. Weekend en zo, en 1 mei, dag van de arbeid, wat hier niet in 1 dag maar in een paar dagen wordt gevierd. Zo gaat dat in communistische landen, ook al hebben ze zich op een glibberig kapitalistisch pad begeven.

Zo komt het dat ik al een paar dagen in Vientiane, de hoofdstad ben, en hier nog een paar dagen moet blijven om mijn paspoort terug te krijgen. Er is hier weinig te beleven, al is er een Viavia cafe, en een Belgisch cafe met een kuifje voor de deur. Gisteren een lokale disco ontdekt, vanavond wordt het feest!

donderdag, april 28, 2011

In tegenstelling tot wat me aangeraden was, ben ik in Vang Vieng in Laos beland. Voor zij die nog nooit van Vang Vieng gehoord hebben, het is tubing land. Het zal wel wat met mijn educationele achtergrond te maken hebben, maar ook tubing wordt in het vervolg van deze post uitgelegd.

Tubing is op een binnenband van een tractor, of iets met grote wielen, dobberen op een rivier. Die rivier is langs links en rechts afgezoomd met bars, waar een mens al eens iets drinkt. En waar een toerist op het einde van de vaart typisch ladderzat is. En dan spreek ik niet over zo'n klein laddertje waarmee je een raam kan wassen, maar over een ladder die gebruikt wordt door brandweermannen in een stad met hoogbouw.

Nu, onthecht aan wereldlijke zaken na bijna een jaar door de wereld te reizen als ik ben, ik heb hier nog niet getubed. Maar wie weet, dat komt er misschien nog eens van.

Laos is los van het constante timmeren en zagen en bouwen een super relaxed land, en in tegenstelling tot Thaise massages, wiens principes losjesweg gebaseerd zijn op de slagen en schoppen van een thai boxer op een tegenstander die geveld op de grond ligt, zijn Laos massages iets vriendelijker. En beer lao is gezond, lekker en goedkoop. Wat wenst een mens nog meer?

vrijdag, april 22, 2011

Druk, druk, druk, te druk om te bloggen.

Na Prachuat ben ik naar Bangkok getrokken, en daar was het nieuwjaar. Ze noemen dat daar Songkran, en dat wordt gevierd door gedurende 4 dagen water over mensen te gieten en schieten. Iedereen loopt er rond met een emmertje of een waterpistool, en het brengt geluk door je nat te laten maken. 2011 moet een goed jaar worden, ik was een paar keer kleddernat.

Nu ben ik in Changmai, waar ik net een 3daagse in de jungle achter de rug heb met mister Jungle himself. Je kon er naast de rat, slakken, palingen die verdacht veel op wormen geleken gelukkig ook heel lekker thai eten. Allerlei beestjes probeerden je te bijten, en dat is hen ook een paar keer serieus goed gelukt. Jeuk, jeuk, jeuk is mijn deel.

Ik blijf nog een dagje in Changmai, om morgen Laos binnen te duikelen. Op naar de tubing in Vang Vieng!

zaterdag, april 09, 2011

Prachuat Khiri Kan heet het plaatsje waar ik nu ben, en na hier een paar dagen te zijn, kan ik melden dat er twee keer niks te beleven valt. Maar dat was het plan, en wie heeft er avontuur en adrenaline nodig als je zon hebt. En strand. En zee. En geweldig lekker eten. En thai massages, die hardvochtig kunnen zijn, maar je o zo wankel en loom op je benen doen staan achteraf.

Thailand slingert je voor je het weet terug de jaren tachtig in. Een thaise baht is ongeveer 1 oude Belgische frank, en het is fijn om weer eens in franken te rekenen. Al die euro's, met getallen na de komma, geef toe, een verbetering op de frank is het niet. Mijn hotel kost 160 frank, eeuh baht, per nacht. Een coca op restaurant kost 10 frank. Een postkaartje met postzegel 20 frank. Een grote pint 50 frank. Een uur massage 150 frank, maar dan krijg je daar wel thee en garnaalballetjes bij. En mijn diarree, die is onbetaalbaar.

Foto's die trek ik niet meer, dat is allemaal te veel moeite geworden. Het is hier veel te warm om ook maar iets te doen. En je kan toch alles op dat internet bekijken.

Maar voor de visueel ingestelden kan ik wel nog een paar foto's uit Nieuw Zeeland tonen.



Al die zwarte stipjes op mijn tent zijn zandvliegen, de gesel van Nieuw Zeeland. Als je langs de westkust van het zuid eiland ergens voor 5 minuten stopt, heb je een meute van die zandvliegen rond je, alsof je de langverwachte zandvlieg heiland bent. Maori zeggen veel, en zeggen onder andere dat de mooiste plekken de meeste zandvliegjes hebben, zodat je er maar kort kunt blijven, en je de schoonheid meer apprecieert.



En ik heb mezelf op een beautiful stranger gestrapt, en hem mijn leven toevertrouwd. Dat was in Wanaka, wat een prachtige plaats is om een skydive te doen. Het is onnatuurlijk om uit een perfect vliegend vliegtuig te springen, maar ik heb het toch gedaan. Dat was wiiiiiiiiieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!

zondag, april 03, 2011

Ook al ben ik vandaag gaan duiken rond de eilandjes voor de kust van Phuket, was dat onder een stralende zon, toch wou ik dat ik vandaag in Belgie was. Want het is de ronde van Vlaanderen.

Als niet zo talentvolle amateur wielrenner rij ik die zelf wel eens. Het is altijd vloeken dat die zo vroeg op het jaar valt, en dat ik zo weinig gefietst heb als ik er aan begin. Dit jaar zou dat anders geweest zijn, ik heb een fietsstage in Nieuw Zeeland van 2 maanden achter de rug, en de bicepsen, tricepsen of quadricepsen, hoe die spieren op je dijbeen mogen heten, die liggen centimers dikker dan normaal op mijn dijbenen. Het zou plezant geweest zijn, zonder gevloek, maar des te meer al fluitend.

Ach ja, duiken is ook zo slecht nog niet.

Mijn nachtrust was veel te kort, ik moest vroeg opstaan voor het duiken, en ik had een groot deel van de nacht in het lokale politiestation doorgebracht. Nee, niet omwille van onverkwikkelijke bezigheden, maar om Matse, een Duitser, op te halen. Hij had dronken op een scooter gereden, had een klein accident gehad, en hij werd in een Thaise cel gestopt. Die cel bleek bij aankomst in het politiekantoor leren zetels te hebben, die horror verhalen van met 20 man in een kleine cel in Thailand behoren blijkbaar tot het verleden.

donderdag, maart 31, 2011

Overal waar ik kom wordt de wereld geteisterd door rampen.

Ik ben vertrokken in Belgie, toen we nog geen regering hadden, en we hebben er nu nog altijd geen. Ik was in Australie, daar hadden ze dan weer de grootste overstromingen sinds de eerste aboriginal het een goed idee vond om een regendans te doen. Ik was in Nieuw Zeeland, en hopla, de aarde beefde, alsof Bart De Wever jumpen had ontdekt. Nu ben ik in Thailand, en in het noorden hebben ze een aardbeving, groter dan die in Nieuw Zeeland, en ter plaatse zijn er overstromingen.

Ik ben op het eiland Phuket, en het regende hier de voorbije dagen constant. Op het strand bakken was geen goed idee. Duiken was ook al niet bijster snugger, met golven tot 7 meter. En wat kan een mens dan doen, als hij nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt om een Thaise op te scharen?

Hij gaat van zijn klein dorpje eens een kijkje nemen in Patong. Wat een joekel van een toeristenplaats is. Waar je om de oren wordt geslagen met pingpongshows. Als je dan zoals ik in je jeugd een talentvolle en enthousiaste pingponger was, kun je daar moeilijk nee tegen zeggen.

Zo komt het dat ik samen met de Duitsers waar ik hier mee rondhang naar een show ben geweest. Matthias, Matse voor de Duitsers, was een fan en natuurtalent. Driemaal op het podium klauteren om je ding te doen, het is aan weinigen gegeven in een pingpongshow als je er niet voor betaald wordt. Matse deed het vol overgave.

Zo'n show is trouwens zoveel meer dan pingpongen (ik heb er tot mijn verbazing geen pingpong tafel gezien). Je ziet er ook een vogelpik show, je hoort er Finse muziek, er worden vreemde dingen met scheermesjes en lintjes gedaan.

't Is jammergenoeg een post zonder foto's, die mochten daar niet getrokken worden. Je zal het zelf moeten gaan bekijken...

maandag, maart 28, 2011

Met tranen in de ogen omdat ik Nieuw Zeeland, land van schapen en zandvliegen, moest verlaten (een lang verhalen met schapen, botten en dierenrechten) en na een onverwachte tussenstop in Singapore (aansluiting gemist, verplicht naar een poepsjiek hotel gebracht op kosten van de luchtvaartmaatschappij, het leven kan hard zijn) ben ik terug Azie binnengeduikeld.

De laatste dagen in Auckland kwam ik naast mij volslagen onbekenden weer allerlei mensen tegen die ik al tegengekomen was. Je gaat op reis om nieuwe mensen te ontmoeten, en de helft van de tijd kom je bekenden tegen. De wereld is klein, en lijkt er alleen maar kleiner op te worden.

De kleurrijkste van de tot dan toe voor mij onbekenden was een Kiwi van een jaar of 55, die zichzelf en vooral zijn hersenen compleet te pletter had gezopen. Zijn voorhoofd parelde van het zweet tot hij voldoende gedronken had, zijn verhalen waren losse associaties, en deden denken aan die oude man in de fast show, die in zijn zetel gezeten al mompelend vertelt over zijn leven, om op het einde te zeggen dat hij very, very drunk was.

Zo weet ik nu dat hij in '64 naar de olympische spelen in Tokio is geweest, met de boot, hij zelf een veelbelovende 400 en 800 meter loper was (zo ken ik ook nog iemand), weet ik het een en ander over plexiglas en alternatieven, over hoe je een US resident kan worden, waar je in detox kunt gaan, waar er ter wereld allemaal oktober festen zijn, hij 2 maal getrouwd was, dat het niet verstandig is om de pincode van je bankkaart aan iemand te vertellen, en al zeker niet aan iemand willekeurig in de straat (don't tell people here your pincode, never, ever do it). Shit man, als je dat hoort, terwijl je je al 10 maanden aan iedereen die je tegenkomt voorstelt als: "Hallo, ik ben Wouter, en mijn pincode is 4045, het was 1418, maar dat heb ik op 11 november veranderd", dat is ontnuchterend. En dat Auckland een levensgevaarlijke stad is om in rond te lopen. Had ik dat geweten, ik was er waarschijnlijk overvallen. En dat ben ik allemaal te weten gekomen in een tijdspanne van 20 minuten. Mooi.

Het plan was om naar Kuala Lumpur in Maleisie te gaan, en het is Phuket in Thailand geworden. Ik had al een ticket voor KL (zo wordt Kuala Lumpur onder reizigers genoemd), maar dat kon ik annuleren, en in de plaats kwam een goedkoper ticket naar Phuket. Phuket moet je ondanks de h na de p niet uitspreken als fuck it, maar als Poek zoals in koek zoals in koekoek en et zoals in tet zoals in tetten. Hopla, weer iets opgestoken.

Wanneer ik de luchthaven buitenstapte, merkte ik direct dat ik terug in Azie was. Opeens blijk je de interessantste persoon ooit te zijn, zoveel aandacht krijg je, toch voor zolang het niet duidelijk is dat neen, je hebt geen taxi, massage of pingpong show nodig. Je ziet ook heel veel opa's, die samen met hun kleindochter op stap zijn. Het vreemde is dat die opa's blank zijn, en hun kleindochters er voor 100% Thai uitzien. Terwijl ze toch 25% dezelfde genen moeten hebben. Maar als je de affectie tussen opa en kleindochter ziet, zie je ook meteen dat het wel familie moet zijn.

Als het hier even stopt met regenen, is het plan wat op een strand te liggen, misschien eens een cocktail drinken, en eens in de zee te duiken. Als je nog een fris idee hebt wat ik hier kan doen, laat het me gerust weten!

woensdag, maart 23, 2011

Een verschrikkelijke vermoeidheid heeft zich van mij meester gemaakt. Het fietsen zit er sinds een paar dagen op, en het is fantastisch geweest om door Nieuw Zeeland te pedalleren. Als je dan opeens stopt met dagelijks onmenselijke prestaties te leveren, dan reageert je lichaam daar blijkbaar op door je constant te doen slapen.

De laatste 48 uur heb ik er denk ik 40 geslapen. Gaap. 'k Ga binnenkort eens checken of ik daardoor niet in aanmerking kom voor een vermelding in het Guinness book of world records. Wie weet, misschien ben ik wel een wereldkampioen!

Voor zij die nu nog altijd niet geloven dat ik door Nieuw Zeeland ben gefietst, hier zijn nog een paar harde, onomstotelijke bewijzen.


Zo'n zongebruinde handen, op de onderste vingerkootjes na, 't is moeilijk om bescheiden te blijven en om dat zo te krijgen. Tenzij je hele dagen fietst, en je vingers om een stuur zitten. Neen, ik ben niet met afgetapete vingers naar een zonnebank centrum geweest.

En op het zuid eiland ben ik vanaf Balclutha tot Fox Glacier constant 2 jolige fietsende Nederlanders tegengekomen. Die af en toe op hun blog naar mij refereren. Als je al dacht, maar wat is die daar allemaal aan het doen, behalve naar Kaka Point gaan en in towns of opportunies te zijn, ook een goede blog om te kijken waar ik geweest ben en wat ik de laatste maand zoal gedaan heb. Je vindt er veel foto's terug van de dingen die ik gezien heb, en beschrijvingen en profielen van mijn route op het zuid eiland. Moest ik niet zo moe zijn, ik postte zelf nog wat foto's.

Snurk.

zaterdag, maart 19, 2011

Je gaat nooit raden door welk plaatsje ik vandaag gefietst ben.

Als je Canvastown, Nieuw Zeeland, zei, dan is het voor mij weer maar eens een les om nooit nooit te zeggen.

Canvastown is nog maar eens het bewijs dat de VRT veel te veel geld heeft. Als ze zoveel geld hebben dat ze zelfs een obscuur dorp in Nieuw Zeeland naar een van hun TV netten kunnen laten noemen, dan is het voor iedereen overduidelijk dat er van jouw en mijn belastingsgeld best wel wat minder naar de VRT kan gaan.

Ik ben er het gemeentehuis binnengestapt, en daar zag ik naast overal het ons overbekende logo van een wit vierkant foto's met maar al te bekende ex CEO's en strategisch adviseurs van de VRT, die de sleutel van het dorp kregen aangereikt. Canvastown blijkt ook 2 ere burgemeesters voor het leven te hebben, een Maria Tony, en ene Loved Fromfence. Er zijn ook zeer veel Sam's en Bettina's geboren tussen 2003 en 2007, want daar kreeg je in die periode als inwoner subsidies voor. Het geld is in die periode blijkbaar niet allemaal naar excluviteitscontracten gegaan...

dinsdag, maart 15, 2011

Ik geef het ruiterlijk toe, ik ben naar Kaka point geweest. En ja, absoluut waarvoor je denkt dat ik er op bezoek ben gegaan. Ik wou er de geeloog pinguins en de zeehonden, robben en/of zeeleeuwen zien.



Kaka point is genoemd naar de grootste coproliet die ooit gevonden is, een 1700 kg zwaar exemplaar van een diplodocus. Waarvan ze vermoeden dat hij al een paar weken geconstipeerd was. De coproliet is niet meer te bezichtigen in Kaka point zelf, wegens slechte klimatologische omstandigheden is er enkel een gipsen afgietsel te zien. Om de real thing te zien moet je vandaag de dag in het Natuurhistorisch Museum in Wellington zijn.

Net zoals ik nog altijd geen kiwi's (vogels, zucht) gezien heb, heb ik er de zeer zeldzame geeloog pinguins niet gezien. Maar er was wel van alles anders te zien en te doen in Kaka point, dat maakte het al wat goed.




zaterdag, maart 12, 2011

Iedereen weet dat Zweedse kinderen vaak een kleine ijsbeer of een pinguin als huisdier hebben, en dat hele kleine kinderen zelfs samen met die pinguin slapen gaan. Niks dat zo goed helpt tegen nachtmerries als een guitige pinguin in je bed. Maar wat weten jullie, jullie beotiers, jullie coelecanthen eigenlijk over Nieuw Zeeland, en haar fauna en flora?

Die vraag stellen is ze eigenlijk al beantwoorden.

Gelukkig ben ik met een studiereis bezig, en kan ik na van noord naar zuid gereisd te hebben het een en ander over de Nieuw Zeelandse fauna en flora vertellen.

Eerst en vooral de fauna.

Mag ik je voorstellen, de toitoi.


Overal zie je de toitoi langs de wegen wuivend en wapperend in de wind. Taalkundigen en etymologen, 2 soorten die anders nooit overeenkomen, zijn het er roerend over eens dat de eerste 2 toi's van het Nederlandse toi toi toi gebaseerd zijn op hierboven getoonde plant. Waar de derde toi vandaan komt bij de Nederlanders, daar zijn al vele symposia en academische discussies over geweest, maar er is tot op heden nog geen consensus. Een van de belangrijkste scholen zegt van het Franse toi, en andere zegt dat Nederlanders amper het verschil kennen tussen 2 en 3. Als ze er ooit uitkomen, ik laat iets weten.

Verder wordt Nieuw Zeeland gekenmerkt door groene, rollende heuvels met witte stippen op. Dat groen, dat is overwegend gras, en de witte stippen, dat zijn beestjes die ze hier sheep noemen. In 't Nederlands worden dat algauw schapen. Naast vlees leveren die wol, en er is een grote kans dat de wollen trui die je de volgende winter koopt voor een stukje op een van onderstaande foto's rondloopt.



Als je niet kan slapen, qua tellen zouden deze foto's je wel even bezig moeten houden.

Wat dit is, fauna of flora, dat heb ik nog niet gevonden, maar je ziet deze ook overal.


En tot slot en mijn grote verbazing zijn de zwanen hier niet wit, maar zwart. Op de volgende foto ziet het ... eeeeuuhh ... zwart van de zwanen.

donderdag, maart 10, 2011

De burgemeester in dit dorpje in Nieuw Zeeland moet een manager zijn, anders verzin je zo geen slogan voor je dorp.


Ik zweer het je, het enige wat er daar te doen was, was dat je er stront, meer bepaald paardenstront, kon kopen.

Dit moest er op het bord gestaan hebben:

Milton, Town full of opportunities*.

*: if your interests are shit, in particular horse shit

maandag, maart 07, 2011

Even een dringend berichtje aan de collega's. Stop asjeblieft alle aankopen van 2D en zelfs 3D camera's en aanverwant materiaal. Wegens achterhaald, onmodieus, niet meer mee met de tijd, iets waar we nu meewarig naar terugkijken, al zij het met een melancholisch gevoel dat vroeger alles beter was.



De kiwi's hebben een godverdomse (een ander woord is er niet) 4D camera gemaakt. Te vinden in het antartic center, met pinguins en alles er op en er aan.

Ik zoek het uit, en probeer zo'n 4D camera mee te brengen. 't Zal wel niet goedkoop zijn, dat kan ik nu al zeggen.

donderdag, maart 03, 2011

Uit beschaamdheid durf ik het bijna niet zeggen, maar gisteren had ik meer dan 6 uur nodig om 90 km te fietsen. En het was nog overwegend vlak ook. Of wat voor vlak kan doorgaan in Nieuw Zeeland.

Er stond wel een wind op kop om u tegen te zeggen, de gevreesde north westerlies, en tjonge, tjonge, tjonge, wat heb ik daarop gevloekt. Ik was zelfs blij als het even goed omhoog ging, dat was er minder wind, en dan ging het wat sneller.

Ik heb het zuidelijk puntje van Nieuw Zeeland bereikt, en ben nu in Tuatapere op weg naar Fjordland. Terug naar het noorden, waar het warmer is...

dinsdag, februari 22, 2011

Vers van de pers nieuws is dat ik in het zuid eiland van Nieuw Zeeland ben. Zonet heb ik met een boot de oversteek van Wellington naar Picton gewaagd, en die boot zag er verdacht veel uit als een Noorweegs schip.



De natuur zag er verdacht veel uit als Noorweegse natuur, en het voelde als Noorwegen in de zomer. Voor zij die nog niet de stommiteit begaan hebben om in de zomer naar Noorwegen te gaan, dat is koud, mistig en nat.




Het plan was om van Picton met de bus naar Dunedin te gaan, en dat zou dan over Christchurch gegaan zijn. Nieuw Zeeland is niet direct onder te brengen in de categorie van overbevolkte landen, 't is 20 keer zo groot als Belgie, en er zijn amper 4 miljoen Kiwi's. Mensen, niet het fruit, daar zijn er een heleboel meer van, of vogels, daarvan denk ik dat er geen zijn. Soit. 75% woont op het Noord Eiland. Daarvan woont zowat de helft in Auckland. Van die 25% die op het zuid eiland woont woont zowat de helft in Christchurch, en het is dan verwonderlijk dat het meeste transport over Christchurch gaat.

Christchurch is echter getroffen door een aardbeving, en de eerste berichten zijn dat er een heleboel slachtoffers zijn, en dat er heel veel in puin ligt. Niet direct het moment om daar naartoe te trekken, als het al mogelijk zou zijn. Dus gaat het nu naar de westkust (die net zoals in Belgie trouwens het mooiste stuk van de kust is), en ik zie wel waar ik uitkom.

zaterdag, februari 19, 2011

Toch even bewijzen dat er wel degelijk gefietst wordt in Nieuw Zeeland.



De S op mijn truitje staat voor staalkabels. Dat slaat dan weer op de staalkabels van mijn beenspieren. Of voor steenpuisten. Die dan weer op een ongelukkige plaats staan. Of voor spruitjes, stielo, streekgerechten, spuitwater, eigenlijk zowat alles wat met een s begint.

woensdag, februari 16, 2011

Dat een kiwi een kiwi is en geen wiki of iwik, dat kan ik nog onthouden. Auckland, Wellington, Chrurchchist and Queenstown lukken ook nog wonderwel, maar voor de rest kan ik geen enkele Maori naam onthouden. De klanken zitten goed, de volgorde is minder. En dat is lastig in een land met veel Maori namen, als je bijvoorbeeld wil zeggen waar je was of waar je naartoe wil.

Gisteren was ik welgekomen bij een Kiwi gezin. Dat was in Hatepe, of Patehe, of Hetape, ik wil er vanaf zijn, 't was iets in die orde. 't Waren vrolijke Kiwi's, daar bedoel ik hier niet het fruit noch de vogels, maar de mensen mee. Kiwi's daarentegen, en hier bedoel ik niet de mensen of het fruit maar de vogels, zijn zeldzame beestjes. Die rond gepluimde vliegonkundige vogels met lange bekken zien er allersympathiekst uit. Dat is te zeggen op foto of video, want in de vrije blije natuur vertonen die rotzakjes zich niet. Ze zijn nogal schuw, beweren de Kiwi's, en hier bedoel ik dan weer de mensen en niet het fruit of de vogels. Ik begin langzamerhand te geloven dat die kiwi's (vogels, niet mensen of fruit, zucht) een marketingstunt slash hersenspinsel is van het Nieuw Zeelandse ministerie van toerisme, om hun land wat sympathieker te maken. Kiwi's, het fruit, niet de vogels of mensen, zucht andermaal zucht, zie je dan wel weer overvloedig. En ik kan je hier geruststellen, en proefondervindelijk zeggen dat kiwi's, het fruit, niet de mensen of vogels, miljaarde, net hetzelfde smaken als bij ons thuis. Het moet een hele geruststelling voor je zijn, wij eten het echte spul in Belgie.


Maar goed, ik was gisteren bij Kiwi's (mensen) thuis, en ik was er welgekomen. 't Was niet ver van waar Xena, de warrior princess, een buitenverblijf had. Net zoals kiwi's (vogels) er vriendelijk uitzien, wel, Kiwi's (mensen) zijn zo vriendelijk. Ik kreeg er uitleg, drank en eten a volonte (een curry, papa Kiwi was opgegroeid in India). Na een tijdje kwam een dochter des huizes, Tracey, met twee vrienden langs, en dan werd het pas helemaal plezant. Tracey zag er een beetje als Fiona uit Shrek uit, en de vriendin, met Maori bloed, had een naam die de president van Europa wel zou weten te apprecieren. Haikoe. Of Hoekee, of Kaihoe, lap, 'k heb weer last van Maori dyslexie.

Haikoe liet ieder kwartier een lange, luide puf (boer voor de niet West Vlamingen) waar een bierdrinkende voetbalfan nog wat van kon leren. Ze vroeg ook om een lade van een kast niet te gebruiken, want daar had ze een amulet in gestopt, en de energie zou verstoord worden door andere dingen in de lade. Ik probeer zelfs niet de naam van die amulet te zeggen, dat is onbegonnen werk. Er zaten een paar a's in, een oe, en een u. Vijf minuten later stond Haikoe in de handjes klappend te bidden voor de lade, en ik liet ter goedkeuring een luide puf. Dat zou ze wel weten te apprecieren, onze Haikoe.

Later op de avond riep een op bezoek zijnde tante na een reuzeglas whisky naar Tracey dat het een fucking bitch was. Maar met een goedhartigheid en vriendelijkheid die ik van de Kiwi's (mensen) heb leren kennen. Een paar dagen geleden hadden ze nog een liftende Duitser van 19 jaar op bezoek meegenomen, en die had na luttele momenten vriendelijk verzocht of hij daar wegkon, en of hij asjeblieft naar Taupo kon gaan.

Het cliche van een ruwe bolster en een blanke pit kun je met gerust gemoed toepassen op Kiwi's (mensen). Ze vloeken dat het geen naam heeft, ze zeggen wat er in hun opkomt, maar ze zijn als de producten van ijsboerke. Creme.

Ik wou er wel langer blijven, maar de drang om trekvogelgewijs zuidwaarts te trekken, naar het zuid eiland, deed me weer eens verder gaan. Sneller, verder, zuidelijker! Op naar Taranaki! Of Takarina! Of Katarani!

zondag, februari 13, 2011

Vandaag ben ik in Taupo beland, en dat is onder een stralend gesternte gebeurd.

Drie dagen geleden ben ik van Waihi Beach naar Taurunga gefietst. De weersvoorspelling was zonnig weder, de dag zelf plensde het dat het goot, met mijn brilletje viel er niet te zien, de regen striemde mijn open vleeswonden. Twee dagen geleden ben ik van Tauranga naar Roturoa gefietst. De weersvoorspelling was regen, regen, regen, het mag geen verbazing wekken dat ik op het einde van de dag voor de zoveelste keer bordeauxrood verbrand was. Vandaag ben ik dan van Roturoa naar Taupo gefietst. gesteund door een weersvoorspelling van wolken in de voormiddag, ietwat regen tijdens de middag, en wat wolken in de avond. Wat resulteerde in wolken 's morgens, blauwe hemel 's middags en wat wolken 's avonds.

Ik denk dat ik de code van het kiwi weerbericht gekraakt heb.

Toen ik in Roturoa moe maar wat blij van mijn fiets stapte, bleek daar Anna op me te staan wachten. Anna is naast een van mijn favoriete namen een Oostenrijkse die al eens per fiets rondreist, en die ik was tegengekomen in Auckland. We kwamen daar op hetzelfde moment in de living, en haalden allebei de lonely planet van fietsen door Nieuw Zeeland boven.

De wereld, beste jongelui, groot is die niet. Zij was twee weken op Barrier eiland geweest, waar ze onder andere een local geholpen had zijn weedplantjes te verbergen voor de spottervliegtuigen die hier tegen weedplantages ingezet worden. En nu stond ze me op te wachten in Roturoa.

Daarnaast ben ik een tijdje met Timmy, een alcoholische fietser, op schok geweest. Nu ben ik dit aan het typen, op tv is er een tv evangalist bezig. No matter what happens, we believe that Jesus is the son of god, and because we trust him, we believe his promise. Een ouder koppel herhaalt af en toe wat hij zegt. Tot nu toe was dat Morris dance, we will rejoice, en allelujah.

En ik heb eindelijk wat foto's getrokken in Nieuw Zeeland.

De weg op het Coromandel peninsula was vaak versperd, en dan moest je het strand op. Die versperringen waren fijn, want als fietser heb je de weg voor jezelf.


Hot water beach. Recept:
1. Wacht op laag tij.
2. Graaf een putje.
3. Laat het warme water omhoog borrelen.
4. Check met een teen naar keuze of het water niet te warm is.
5. Indien de temperatuur ok is, ga er inzitten en geniet.


De filmcrew in een poel in Hot Water Beach. Jep, ik heb een film gemaakt.

maandag, februari 07, 2011

Je mag jezelf gelukkig prijzen in Belgie, of zoals mijn moeder het zegt, je handjes tegare plooien. Want het is hier niet om te lachen, in Nieuw Zeeland. Ik verbrand hier als een kotelet die ik probeer te bakken. Zelfs op een bewolkte dag ben ik op het einde van de dag donkerrood verbrand, laat staan wat het is op een zomerse dag met een blauwe, hemelsblauwe hemel. Ik ben nooit iemand geweest met een donker huidtype, en door het gat in de ozon laag alhier, is dat allerminst een voordeel te noemen.

Ik dacht dat mijn zonnecreme factor dertig afdoende bescherming zou bieden, maar mijn vel verschoepert daar nog mee. Mijn neus vervelt hier iedre (het mag al eens poetisch verwoord worden) dag. En dat kan niet gezond zijn. Een kiwi heeft me verteld dat je je met factor dertig zonnecreme al sportend ieder uur moet insmeren. En dat je hier ook factor vijftig en honderd hebt. Ik heb dringend factor honderd nodig.

Wat was ik graag in Belgie geweest, met zijn donkere, natte winters. Ironie, wat is het een mooi iets...

woensdag, februari 02, 2011

Coromandel. Door de wind. door de regen, dwars door alles heen. Uitgeput. Zonverbrand. Een gat dat pijn doet alsof het de laatste 2 dagen op een belachelijk klein zadel heeft gezeten. Omringd door Duitsers.

Zo kun je mijn toestand het best samenvatten, na amper 2 dagen fietsen. Ik had vooraf niet gedacht dat een fietstocht in Nieuw Zeeland een wandeling in het park zou worden . Dan kon ik beter een wandeling in een park gemaakt hebben. Maar dat het zo lastig, zo vermoeiend zou zijn, nee, mevrouw, nee, mijnheer, dat had ik niet gedacht.

Deels komt het door mijn voorbereiding. Of correcter, door mijn niet voorbereiding. Vertrekken op een op en top bepakte mountainbike met het zadel hinkie pinkie gewijs centi centimeters te laag en de banden amper opgepompt, door een landschap dat helemaal niet doet denken aan polders, zonder de laatste maanden deftig gefietst te hebben, ideaal is het allerminst.

Na dag 1 over heuvel en dal kwam ik moe en mottig aan in de buurt van Miranda, waar ik mijn tentje op een camping geplaceerd heb. Ze hadden daar hot springs, en dat is iets wat ik weet te apprecieren, zelfs na een dag fietsen. Ik kwam er ook een Kiwi tegen, die me koud bier gaf, en die me 's morgens verwelkomde met eieren en herteworstjes (worstjes gemaakt door een door hem eigenhandig geschoten hert). Ik mocht al meteen bij zijn familie op bezoek komen als ik de buurt was, maar zoals het er nu voorstaat, zal dat er wel niet van komen. Ik ga amper in totaal 100 km ver geraken, met deze wegen en wind.

En dan word ik omringd door Duitsers, Duitsers, Duitsers, en nog eens Duitsers. En een Tjech en een Amerikaanse van upstate New York, maar die zijn amper een tegengewicht voor al die Duitsers. Eentje er van heb ik al sinds dag 1 's avonds aan mijn been, en die wil de hele tijd met me meefietsen. Andre. Niet alle Andre's zijn plezante peren, en deze al zeker niet. Hij mag dan wel een gediplomeerd dokter zijn, en zo iemand in je buurt kan handig zijn bij ziekte of persoonlijke ongemakken. Maar nog een dag of 2 en ik prefereer een onbehandelde, open, geinfecteerde vleeswonde boven zijn gezelfschap. Vandaag doe ik niks, ik had gehoopt dat hij ging verder fietsen, maar neen, hij houdt ook een rustdag.

Morgen gaat het verder, hoger, sneller, op naar hot water beach. Waar je een putje in het zand graaft, daar komt dan warm water naar boven, en je hebt je eigen, natuurlijke jacuzi.

Adios, amigos!

vrijdag, januari 28, 2011

Kia ora!

Niet dat het er veel zullen zijn, maar voor de bezorgden onder jullie, kort even melden dat al mijn financiele problemen verdwenen zijn als een dief in de nacht. Met mijn laatste 3 dollar heb ik hier een lotje voor de locale win for life gekocht, en dat was weggesmeten geld. De bankcontacten alhier zijn daarentegen zo vriendelijk om mij terug geld te geven als ik daar met mijn bankkaart met maestro om verzoek.

'k Heb direct al een parel van een fiets gekocht, en morgen hit ik de road. Tenminste als de ex orkaan die hier passeert het rustig aandoet.

Ka kite ano!

woensdag, januari 26, 2011

't Is bijna niet te geloven. Mijn bank- en kredietkaart werken net zoals ikzelf nog altijd niet, niettegenstaande de beloftes van de bank en mijn goede voornemems voor 2011. Maar al mijn problemen zijn opgelost.

In een vorige post had ik al gezegd dat de wereld klein is, en nu ben ik in mijn hostel in Auckland Neil tegengekomen, het seksuele roofdier uit Engeland van in Alice Springs.

Samen hebben we meegedaan aan de quiz, als hij tenminste niet bezig was met telkens hetzelfde verhaal te vertellen aan een ander meisje, of ik op zoek was naar geld. Wonder boven wonder, we hebben die gewonnen. Naast een jug of beer (zeg hier niet pitcher, dat is amerikanski) bracht dat een busticket voor het noord eiland op. Nu kan ik, ook al heb ik nog maar 8 dollar 30 cent, het hele noord eiland afreizen. En in Wellington, in het zuiden van het noord eiland, ken ik mensen die mij een fiets willen lenen, en een tent, en alles wat het hart belieft van een reizende fietser.

De quiz ging over Australie, en noch Neil noch ik wisten daar veel van. Het meisje achter de bar stak een helpend handje toe. Af en toe ging ik naar het internet gedeelte van de hostel om nonchalant wat vragen te stellen over het cricket team van Australie, of over wie nu ook weer de vrouwelijke hoofdrol in King Kong speelde. De tegenkandidaten waren verwoed aan het sms'en naar allerlei hulplijnen, maar wie heeft dat nodig als je het internet en een vriendelijk barmeisje ter beschikking hebt?

Dus ik kan beginnen reizen, en als de bank nog eens mijn bankkaarten in orde brengt, kan ik dat in stijl doen. Ik heb hier ook al een pracht van een fiets op het oog, een fietskundig pareltje, maar als ik die niet kan betalen, is het met de magic bus naar Wellington.

Woehoe.

maandag, januari 24, 2011

Ik wou dat ik je kon vertellen dat Nieuw Zeeland prachtig is. Echt, ik wenste dat ik het kon. Dat ik het met mijn eigen ogen had gezien, en olalala, wat een mooi land het niet is. Maar het gaat niet. Ik ben bijna blut, 'heb nog 34,10 Nieuw Zeeland dollar voor 4 dagen (een kleine 20 euro) en zonder geld en met een allesverterende honger is het moeilijk om de schoonheid van een land te apprecieren. Plus ik ben in Auckland, zowat de enige stad die Nieuw Zeeland rijk is. Zie het als het Antwerpen van Nieuw Zeeland, je moet er ook geen schoonheid zoeken, want die is er niet te vinden. Daarbovenop is het hier niet warm, het zou hier zomer moeten zijn, maar het is zoals een zomer thuis. Winderig, nat, heel nat, en niet erg warm. Het moet geen 40 graden zijn zoals in Alice Springs. of 35 zoals in Perth, of 30 zoals in Sydney, maar het zou putje zomer toch warmer dan 15 graden mogen zijn.

Ik kan pas de 25ste of 26ste terug aan mijn geld. Dan werkt mijn kredietkaart weer, en dan zal hopelijk de maestro functie op mijn bankkaart het opnieuw doen. Man o man, wat zal ik dan een lekkere dingen eten, en wat zal ik dan sloten bier drinken.

Tot dan moet ik overleven op de spreekwoordelijke 7 broden en 5 vissen, alleen is het in mijn geval 1 brood, 1 pot choco, 2 liter melk, cornflakes, pindanootjes (allemaal van het topmerk Homebrand, de rolls royce onder de merken alhier) en 15 eieren. Je wil me misschien al niet kennen in Belgie, hier wil je me helemaal niet kennen. Ik laat om de vijf minuten een stinkende eierpuf (voor de niet West Vlamingen onder jullie, een eier boer), en dat ruikt niet lentefris. Ik zou eigenlijk ook mijn kleren moeten wassen. alleen kost dat geld, geld dat ik niet heb.

Om dit gepost te krijgen, doe ik een hit en run op een McDonalds, want de 3 dollar om te internetten, die kan er niet van af.

Milde giften mogen altijd cash naar mij in Auckland gestuurd worden. Giften op mijn bankrekening hoeven niet (al mag het wel), want daar kan ik niet aan.

Groetjes uit een nat Nieuw Zeeland!

zaterdag, januari 22, 2011

Juicht en jubelt, lieve kinderen, eindelijk ben ik waar ik wil zijn, ik ben in Nieuw Zeeland!

Een van de 3 doelen van mijn reis (Finland bezoeken, gefaald, fietsen van Lhasa naar Kathmandu, gefaald, fietsen in Nieuw Zeeland van noord naar zuid, onbeslist) is binnen handbereik. Je zou verwachten dat het gemakkelijk is om in Nieuw Zeeland te geraken, ik ben tenslotte toch al in landen zoals China, Cambodja en Luxemburg geweest, maar niks is minder waar. Laat me je de historie van mijn calamiteiten vertellen...

Goed geluimd ging ik op een mooie namiddag naar de luchthaven in Sydney. Mijn e-ticket was geprint, mijn paspoort was nog meer dan 6 maanden geldig, en je hebt geen visa nodig voor Nieuw Zeeland. Ik wou inchecken bij Jetstar voor mijn vlucht naar Auckland. En toen vroeg de juffrouw aan de balie wanneer ik Nieuw Zeeland ging verlaten.
Eeeuh, dat weet ik nog niet, mevrouw. Ik ga er een maand of twee blijven, en dan ga ik terug naar Australie of ga ik naar Maleisie, zei ik.
Je hebt een return ticket nodig om naar Nieuw Zeeland te gaan, anders kunnen we je niet laten vertrekken, zei Luna. Ze zijn daar heel strict in, in Nieuw Zeeland.
Mijn luim werd al wat minder, en opeens voelde ik een heleboel tanden in mijn mond terwijl ik daar stond.
Wat is je Australisch visa nummer, vroeg ze.
Eeeuh, dat weet ik niet. Dat heb ik ergens wel op mijn computer, denk ik, en ik heb zeker het in mijn mailbox.
Ik zal het even opzoeken voor jou, zei ze. Ze tokkelde wat op het toetsenbord van haar computer. Hmmm. dat is vreemd, ik kan je visa nummer niet vinden.
Eeeuh, Ik heb er eentje, en anders zouden ze me niet binnengelaten hebben in Australie.
Het was al duidelijk dat ik niet "Zeg eens eeeuh", dat heerlijk stukje televisiegeschiedenis, zou winnen in mijn gesprek met Luna. Voor de mensen die het niet kennen, dat was met Gert Verhulst als presentator. Koen Crucke, Jaak Pijpen en Gertie Christoffels waren vaak panelleden. Jaja, er werd wat afgelachen in de jaren negentig op tv.
Eeeuh, als ik een terugvlucht uit Nieuw Zeeland nodig heb, dan ga ik maar een ticket boeken, zei ik bedremmeld.

Ik vond een internet kiosk, en ging op zoek naar vluchten weg uit Nieuw Zeeland. Na een tijdje zoeken vond ik er een vlucht van Nieuw Zeeland naar Kuala Lumpur, voor een grote 300 Ozzie dollars. Wanneer ik op de site van de luchtvaartmaatschappij kwam, was dat opeens bijna 500 dollar, maar ik moest en zou een ticket hebben, en ging verder. Bij het betalen werd het me duidelijk dat die 500 dollar in Nieuw Zeeland dollar was, en dat het dus iets van een 300 Ozzie dollar was. Hopsa, ik had mijn ticket geboekt.

Ik schreef het boekingsnummer op, en ik had ondertussen ook mijn Australisch visa nummer. Nu kon het niet meer mislopen, en ik ging terug naar de incheck balie.

Hallo, hier ben ik terug. Ik heb een ticket uit Nieuw Zeeland, en ik heb mijn visa nummer, riep ik bijna triomfantelijk.
Waar ga je precies naartoe, en wanneer ga je daar naartoe, vroeg ze.
Ik ga op 23 maart van Nieuw Zeeland naar Kuala Lumpur.
En waar ga je daarna naartoe?
Eeeuh, Thailand, Myanmar, Laos, Vietnam. Dan China, en dan ga ik terug naar Belgie. Vandaar ben ik. Daar ben ik geboren. Daar voel ik me thuis.
En je hebt tickets voor al die landen?
Eeeuh, neen. Ik heb een ticket naar Kuala Lumpur, en dan ook nog een ticket van Beijing naar Belgie. De rest reis ik overland, denk ik.
Dat is niet voldoende, je hebt een ticket nodig naar een land waar je binnenmag, met een geldig visa, of waar je mag blijven.
Eeeuh, maar ik mag binnen in Maleisie, ik heb daar geen visa voor nodig. Belgie en Maleisie zijn als 2 handen op een buik, als een pot en een ketel.
Het moet naar een land zijn waar je een visa voor hebt, of waar je mag blijven, was haar koele antwoord.
Eeuh, dan moet ik een ticket hebben naar Belgie. Want ergens anders willen ze me niet, toch niet permanent.
Of Australie, hielp ze, je hebt toch een visa voor Australie. Je kan aan de infobalie vragen wat er mogelijk is.

Op naar de balie.
Hallo, ik heb een ticket nodig, zo goedkoop mogelijk, van Nieuw Zeeland naar Australie. Het doet er niet toe wanneer, maar het moet voor 24 maart zijn. Dan loopt mijn Australisch visa af. Ik heb al een ticket van Nieuw Zeeland naar Maleisie, maar ik heb gehoord dat ik niet kan vertrekken naar Nieuw Zeeland als ik geen retour ticket heb naar een land waar ik een visa voor heb.
Dan zal het goedkoopste een refundable ticket zijn. Ik zal er eentje zoeken.
Weer werd er getokkeld op een toetsenbord.
Ik heb een vlucht van Auckland naar Sydney gevonden voor 464 dollar. Het is een refundable ticket. Dat betekent dat je het kunt cancellen. Je krijgt die som terug, min 50 dollar voor de boekingskosten.
Hmmm, zei ik. Dan zal ik dat maar boeken. Hier is mijn kredietkaart.
Ze tokkelde opnieuw.
Je kredietkaart is 2 maal geweigerd. Ben je zeker dat je nog voldoende krediet hebt?
Eeeuh, ik dacht van wel, stamelde ik.
In mijn hoofd maakte ik een rekensommetje van wat ik allemaal met mijn kredietkaart betaald had. Dat was veel minder dan de limiet. Maar dan dacht ik er opeens aan dat Jessica mijn huurauto geramd had. Ze gingen de schade aan mijn kredietkaart aanrekenen, en dat ik ging ik pas terugkrijgen nadat Jessica het de verhuurmaatschappij had terugbetaald.
Hmmm, ik heb ook nog een bankkaart, daarmee kan ik geld afhalen. Even geduld, ik ben zo terug.

Het werd dringend tijd dat ik een retourticket had, het vertrekuur van mijn vlucht naar Nieuw Zeeland kwam dichterbij. Met mijn bankkaart probeerde ik 400 dollar af te halen, maar ook dat werd geweigerd. Shit, dat is waar ook, vanaf ergens midden januari zou maestro niet meer werken buiten Europa. Paniek sloeg toe. Gelukkig ben ik een echte man, ik kijk onverschrokken in de ogen van paniek, haal mijn schouders even op, en glimlach.

Hou dit stil, maar zowat overal in mijn rugzak heb ik geld zitten. voor het geval ik mijn portefeuille zou verliezen. Ik begon alles bij elkaar te zoeken, en kwam op 275 euro en 180 US dollar uit. Samen met de 70 AUD in mijn portefeuille zou dat genoeg moeten zijn voor mijn ticket. Op naar de wisselagent. Die behandelde de persoon voor mij tergend traag, de klok tikte genadeloos verder. Uiteindelijk was ik aan de beurt. Ik had mijn 464 AUD bij elkaar.

Blij als een kiwi met een kiwi liep ik naar de balie, en ik wapperde er met mijn 470 AUD. Ik had zelfs nog 6 dollar overschot.
Hallo, ik zou graag dat refundable ticket kopen, en ik overhandigde het geld. Ik kreeg in ruil een printout van mijn return ticket.

Voor de derde keer ging ik naar de incheck balie. En wonder boven wonder, ze gaf me ditmaal mijn ticket, en ik mocht vertrekken.

Om een lang verhaal lang te maken. zo komt het dat ik dit kan typen in Auckland, en dat 1 van mijn 3 doelen van de reis nog op schema zit. Al heb ik amper geld om eten te kopen. Het kan goed zijn dat ik over een paar dagen uitgehongerd gerepatrieerd wordt naar Belgie. Reizen is lastig...

donderdag, januari 20, 2011

Geschiedenis, de beroemde historicus d'Opwijk d'Aelbrecht zei het al, is een vloeistof in constante beweging. Jammergenoeg gebeurt er nooit iets in mijn leven, en al helemaal niet op reis. Nooit is er een nieuwe piste, nooit is er een nieuw idee, nooit is het de moeite om er iets over te schrijven. Gelukkig kom ik in Australie af en toe eens iemand tegen, en kan ik daar wat over vertellen.

Op dit eigenste moment heb ik in mijn hostel naast Guillaume en Guillaume, twee fijne Fransen, een Australisch kamergenootje. Al zal ik niet lang van zijn aanwezigheid kunnen genieten. Hij is 23 jaar, en moet vanaf vrijdag voor 23 jaar de bak in. Mooie symmetrie, dat wel.

Hij heeft op zijn eentje met een baseballbat 6 mensen in het ziekenhuis geslagen. Al deed hij het volgens eigen zeggen uit wettige zelfverdediging, de rechter dacht er anders over. Hij is naast handig met de baseballbat fan van auto's, houdt van driften met die auto's, en heeft de tweede keer dat hij met zijn opgefokte auto reed die auto in de prak gereden. Tof! En dat kom je allemaal te weten de eerste 5 minuten dat je met hem praat! Allrighty!

Verder, al reizend langs Australische autostrades krijg je handige tips van de locals.

In het noordwesten van Australie zijn er veel geiten in het wild, te veel geiten. Het is als vermijn naar het schijnt. Ze eten alle lekkere planten op, en er blijft niks meer over de schapen, die nuttige wollebollen die naast vlees verbazend genoeg ook wol leveren. Op bepaalde plaatsen krijg je 5 dollar per paar geitenoren die je de locale sheriff aanbiedt. Een goedkope manier om er te reizen is onderweg geiten af te schieten, de oren af te snijden, en zo je benzine te betalen. Je kan zelfs een geitje of 2 in je koffer meenemen. zo heb je van de eerste keer ook eten voor je hond. Kijk, dat zijn nu dingen die ze je niet leren in Boeketje Vlaanderen, of voor de iets modernere mensen, Vlaanderen Vakantieland.

Voor de mensen die graag iets groter afschieten, in de Northern Territories kun je in het seizoen dan weer op kamelenjacht gaan. Die zijn daar als de geiten in het noordwesten van Australie. Of je vijf dollar per bult krijgt, of tien voor een dromedaris bult, dat moet ik nog zien te achterhalen.

Voor de rest, in het verre westen moet je opletten voor Jessica. Jessica rijdt met een witte Holden (de Ozzie Opel) Commodore, doet dat nog niet zo lang, en om een kangoeroe een kangoeroe te noemen, niet zo goed. Om maar te zeggen dat ze iets te enthousiast parkeert, en daarbij wel eens tegen iets durft te rijden wat niet de bedoeling was. Zoals tegen mijn auto...

zondag, januari 16, 2011

In King's Canyon, ergens tussen Alice Springs en Ayers Rock, hebben creationisten of intelligent designers zich in stilte bezig gehouden. Wie van de twee soorten pipo's weet ik niet, maar het was een van de twee.


Wanneer je daar een wandelingetje maakt, kom je bordjes tegen, en die geven uitleg over de betekenis voor de aboriginals ('t is iets met dromen en grote beesten) en over de geologische ontstaansgeschiedenis. Dan staat er bijvoorbeeld op dat bordje "x jaar geleden was hier een zee". Waar die x zou moeten aangeven hoeveel jaar geleden dat was, is dat overal weggekrabd. Want er stond bv 150 miljoen jaar geleden. En creationisten of intelligent designers weten dat de aarde maar maximaal 10000 jaar oud is, en dat die 150 miljoen jaar per definitie fout moet zijn. Dus net zoals bij een win for life (TM), muggebeten of schaamluizen, krab, krab, krab, zegt de creationist of intelligent designer.

Ik schud meewarig mijn hoofd bij zoveel geconcentreerde domheid, en doe wat de wet van actie en reactie me aanraadt. Als reactie op dat gekrab ben ik op bedevaart gegaan. Nu is er in Australie geen Lourdes of Mekka te vinden, het is Shark Bay geworden.

Niet om daar de Grote Haai te aanbidden, en mijn hoofd in zijn muil te steken, maar om dankjewel te zeggen tegen stromatolieten. Ik heb de neiging om stromalotieten te zeggen, maar neen, het is wel degelijk stromalotieten. Een van de redenen dat ik dit hier kan typen en jij dit quasi ogenblikkelijk na mijn getokkel kan lezen is de vooruitgang, een andere is stromatolieten.

Stromatolieten zijn bacterieen die in zout water leven, en dat al 3,5 miljard jaar doen. Het zijn sociale beestjes, en door te leven bouwen ze dingen die er uitzien als een kruising tussen een rots en een koeiestront. Wat belangrijker is, het zijn zij die CO2 uit de atmosfeer gefilterd en zuurstof in de atmosfeer gebracht hebben. Zij hebben gedurende miljoenen jaren meer en meer zuurstof in de atmosfeer gebracht, en het leven (dieren, mensen. planten) zoals we het nu kennen mogelijk gemaakt. Waardoor ik dit hier kan typen, en jij lezen. Reden genoeg om dankjewel te gaan zeggen, toch?






Nu zijn ze bijna nergens meer te vinden, door het zoute water in Shark Bay (ander leven dat hen opeet is er niet mogelijk) is het een van de weinige plaatsen waar ze nog vrolijk bubbelen. Die belletjes op het water, dat is levende verse zuurstof, net uitgeademd door stromatolieten. Al 3,5 miljard jaar, elke dag opnieuw. Dat moet je verdienen!

donderdag, januari 13, 2011

De wereld, beste lezer, die is niet groot.

Je kan dan wel beweren dat een bal met ruwweg een omtrek van 40000km een grote bal is, en dat het al moet treffen dat je uberhaupt ooit iemand tegenkomt die je kent op die bal, maar proefondervindelijk heb ik ondervonden dat een bal van 40000km niet groot is. Uberhaupt, want ik was recentelijk omsingeld door Duitsers, onbewust ga je toch wat in dat Duits denken. Omsingeld is eingekesselt in hun taal, waar oorlogsdocumentaires dan weer allemaal niet goed voor zijn. Maar soit, ik dwaal af.

Ik was in Perth. Ik geef toe, ik had na Alice Springs het telefoonnummer van Aline, een Nieuwpoortiaans meisje, en dat hielp met het elkaar terugvinden in Perth. Maar dat nummer was helemaal niet nodig geweest, midden in Perth kwam ik haar toevallig tegen. De bal werd al wat kleiner dan ik dacht.

Op een mooie zomeravond, zo eentje waar we er in Belgie 3 op een jaar van hebben, was ik op weg naar een picnic met Aline in King's Park in Perth. Kwam ik midden in de stad Alfredo tegen, een Italiaanse ingenieur van 33 die er 43 uitzag. Perth was duizenden kilometers verwijderd van waar ik hem eerst was tegengekomen, en het is een stad van anderhalf miljoen mensen. Volgens de theorie van de grote bal zou het al moeten treffen dat ik hem ooit nog eens tegenkwam. Het trof die avond.

King's Park is een groot park. Het grootste park ter wereld in een stad, heb ik me laten vertellen door ingewijden. Volgens de overlevering was er in dat park ooit een kat met jongen, en die vond ze daar niet meer terug. Via de telefoon wist ik waar Aline in het park was, en ik kon haar van ver zien wuiven. Door een boom, die kom je ook al eens tegen in een park, was ik haar even uit het oog verloren, en was ik haar kwijt. Er wuifde (woof?) een ander meisje naar me, en ze kwam naar me toe gelopen. Eerst herkende ik haar niet (wat wuift die onbekende naar mij?), van dichterbij bleek het Lise te zijn, een sympathieke Francaise die ik samen met haar vriend Soufian ook al in Alice Springs was tegengekomen. De theorie dat de wereld een grote bal is, begint te wankelen.

Na de pic nic gingen we naar het Belgisch biercafe in Perth, de Westende. Aline had een grootvader uit Langemark, en ze belde die avond met haar ouders. Haar vader vroeg me of ik een Valerie kende, dat was familie van hen. Valerie is ook familie van mij, ik zat potverpillepap een veel te dure Chimay te drinken in een uithoek van Australie met verre familie van mij.

Je moet me niet geloven, maar de wereld is klein.

zaterdag, januari 08, 2011

Mocht het je interesseren, vandaag is de achterkant van de bovenkant van mijn benen verbrand. Enkel dat. Vreemd. Zitten doet pijn.

Voor de rest: alles tip top.

woensdag, januari 05, 2011

Deze blog is gemakkelijk voor jullie, het is altijd ik die het opzoek- en denkwerk doe voor een post, en naar gelang jullie luim van de dag kunnen jullie een geestigheid posten, of zelfs helemaal niks. 't Was gemakkelijk, maar dat is nu gedaan. Trop is te veel, het dient hier wat interactiever te worden.

Vandaar, rarara, waar ben ik nu?



En kun je me vinden op de volgende foto, slim vermomd, en bijna geheel opgaand in de achtergrondkleuren?


In Alice Springs had ik de keuze tussen een tour van 3 dagen naar Uluru of Ayers Rock, Kata Tutja of de Olga's en Kings Canyon, of een zelf georganiseerde rondrit met toeristen die ik hier tegengekomen was. Met dat ik graag mijn eigenste goesting doe, heb ik gekozen voor een rondrit met mensen die ik hier tegengekomen ben. Achteraf bekeken, had ik maar een tour gedaan.

Ik had 3 compagnons.

De eerste was Jeremie, een Canadese jongeling, en dat was eigenlijk wel een vriendelijke jongen. Het enige rare er aan was dat hij het hoofdpersonage van "Into the wild" achterna wou, en in de wildernis, alhier de bush genoemd, wou leven. Voor mensen die "Into the wild" gelezen of gezien hebben, het overleven in de wildernis in Amerika in dat verhaal loopt niet zo goed af. Ik ben benieuwd of het overleven hier gemakkelijker zal zijn, het is hier selchts 40 graden, ieder beestje, hoe miniscuul ook, heeft genoeg gif in zich om een dorp uit te roeien, en Australiers mogen het dan vaak over bush tucker hebben, een tuin van Eden waar het eten en drinken in je mond wandelt is het hier allerminst. We hebben Jeremie bij Uluru achtergelaten, en van daaruit zou hij een paar dagen zonder eten in de bush trekken. Ik ben benieuwd of ik nog ooit iets van hem zal horen (en of dat dan in de krant zal zijn, genre "Onherkenbaar lijk gevonden in de bush!").

De tweede was Alan, een gepensioneerde Britse militair, die ook al bij al meeviel. Al had die het boek "The game" gelezen, en was hij er vol van. Ik kende het niet, maar het is een boek over hoe je vrouwen kunt verleiden. Gedurende 3 dagen ben ik ingeleid in hoe dat allemaal in zijn werk gaat, en kunnen mijn verleidingstruken met Duitses eindelijk verder gaan dan over de oorlog en bloemen en mesthopen vertellen. Alan had ook een mankini bij, wat in de film Borat door Borat gebruikt wordt om te zonnen. En hij wou overal een foto van in zijn mankini (dat heeft trouwens een paar, zij het niet zo smaakvolle, doch grappige foto's opgeleverd). Sexy time!

En de derde was een Francaise, en oulala, wat een kreng was me dat. Kort samengevat is die te omschrijven als een egoistische, egocentrische, liegende, stelende francaise, die nog nooit van het begrip persoonlijke hygiene heeft gehoord. Een walmende zich nooit wassende francaise is niet wat je nodig hebt in een klimaat van 40 graden, dat kan ik je nu wel met enige zekerheid vertellen.

Tijdens dag 1 was het al ruzie tussen de Engelsman en de Francaise, en spraken die niet meer met elkaar. En ik, die volgens de traditie van mijn familie babbel met een hond met een hoedje, sprak niet meer met haar na dag 2. Het was er totaal over. Ze gaf de indruk dat ze Engels verstond, en af en toe sprak ze ook een paar woorden, maar dan bleek later iedere keer opnieuw dat ze het niet begrepen had. Op dag 3 heb ik haar in het Frans gevraagd of ze begreep wat we in het Engels zeiden, en zij zei van ja, maar daar heb ik toch zo mijn twijfels over. Het is of niet verstaan, of ze heeft een rot karakter, waar Sardonis of de slechteriken van "Thuis" nog iets van kunnen leren. Maar ik denk dat ze gewoon geen Engels verstaat, en terwijl we toch over het verstaan van talen bezig zijn, geen honds ook.

De laatse avond waren we in Jim's place, een bar/tankstation in de bush in de buurt van Alice Springs. Wat speciaal is aan Jim's place (voor de mensen die de streek kennen, bij Stuart's Well), is dat Dinky, de zingende dingo er rondloopt. Dinky is een dingo die al graag eens op de piano springt en wandelt, en dat getokkel begeleidt met een huilend zingen. Hij is een beetje beroemd in Australie (hij heeft zijn eigen trivial pursuit vraag) en in de wereld (het hangt er vol met krantenartikelen). Jim had al meerdere keren gezegd "Don't touch Dinky. Het is en blijft een wilde hond, en hij wordt niet graag aangeraakt." De naar eigen zeggen engelsprekende francaise ging Dinky toch strelen, en net voor ze het deed riep een local nog "Don't touch Dinky", maar ze deed het toch. Dinky zei grom in het dingolees, waarop Jim naar haar riep "Don't touch", en ze Dinky nog eens begon te aaien. Waarbij het gegrom van Dinky naar een snauwen overging, en hij haar bijna beet. Toen had ze het begrepen. Maar voor de rest begreep ze niks, nooit deed ze wat afgesproken was. Gelukkig stonk ze uren in de wind, zo konden we haar altijd netjes terugvinden, en onze reis verderzetten. Je wil toch niemand in de outback per ongeluk achterlaten, daar is het een beetje te warm voor.

Jaja, je maakt wat mee, in de outback...