vrijdag, juli 30, 2004

Het is bijna niet te geloven, maar de kamer die te huur stond is toch nog verhuurd geraakt voor het begin van augustus. Aan wel nog aan een sympathiek, vriendelijk iemand. Allrighty.

Er waren zelfs twee kandidaten, bijna was het een Duitse rechtenstudente geworden, maar dit keer een West-Duitse (alles uit het oostblok is voor mij nu taboe). En supersympathiek. Maar Duits...

Omdat het toch al een tijdje geleden is dat ik de loftrompet over Yves "Respect" Leterme bovengehaald heb, Yves , Ieper en zijn inwoners rule. En nog geen klein beetje!

dinsdag, juli 27, 2004

Man, man, man, 't is afzien. Een kamer op overschot verhuurd krijgen, 't is allemaal geen haar snijden.

Dit jaar was de kamer verhuurd aan een ex-DDR'er (jep, een oost duitser, niks ben je met die mannen, profiteurs van de eerste tot de laatste), en die gaat gelukkig weg. Die ging dat eens regelen, een nieuwe huurder.

Na een maand tijd was er welgeteld 1 iemand die eens een kijkje wou komen nemen (niks ben je met die oost duitsers, ik weet dat ik in herhaling val, maar je bent er echt niks mee, niks!), en dat was dan een nogal fundamentalisch christen Hollander ook. Wat we wel al een verbetering vonden ten opzichte van de Duitser die we nu hadden (dat kon ook echt niet anders), maar het is niet echt een substantiële verbetering te noemen. Niet dat ik iets tegen Hollanders heb (sommige van mijn beste vrienden zijn Hollanders, maar ik zal hier maar stoppen, vooraleer het helemaal uit de hand loopt).

Een kamer willen verhuren, dat trekt trouwens religieuzen aan als een pot confituur een zebra (je zou het niet denken, maar voor een zebra is een pot confituur van dezelfde orde als een lichtbak voor een konijn, een mens steekt wat op van op safari te gaan in den afriek). Dat was vorig jaar ook al het geval, en dat is dit jaar nu opnieuw zo. Van de drie bezoekers tot nu toe waren er twee theologie studenten bij.

Maar morgen komt er nog een meisje langs, met een poesje.

zondag, juli 25, 2004

En jawel hoor.

Ik heb nog maar eens een nieuwe mail account. Ditmaal een waar voor 1000 megabyte berichten in kunnen (aan het tempo dat ik mail schrijf, zal dit genoeg zijn voor de rest van mijn leven), en fantastisch snel zoekbaar. Jep, je had het waarschijnlijk al geraden. ik heb een gmail account.

En je mag driemaal raden wat er voor de @gmail.com moet staan om bij mij te geraken...
Het stof is zich opnieuw aan het zetten, het avontuur is gedaan, de normaalheid van de gewoonte neemt het opnieuw over.

In plaats van aan exotische plaatsen zoals Mombasa of Aarhus te denken, blijk je opeens in Merelbeke te zijn. Ok, als ik eerlijk moet zijn, de temperatuur in het Merelbeekse was te kwalificeren als tropisch, de pinten waren er exotisch (met lipstick!), en het volk even gemoedelijk als pakweg in Zanzibar stad. Plus je kon er toten met de café bazin, op uitnodiging van de cafébaas zelve, die me trouwens wegens één of andere reden aan Robin deed denken. Was het de zattigheid van die mens, of gewoon die idiote blik in zijn ogen, wie zal het zeggen...

Bij deze roep ik Merelbeke uit tot hipste stad van West-Europa en omstreken. De inboorlingen zijn er volop bezig met een eighties hard rock revival, maar ze zijn ruimdenkend, want ook in Chipie kleren mag je de Pallieter binnen. En je krijgt er naar hartelust pistoleetjes met tonijnsla, en veel saus op je frieten! Twee ingrediënten die het verschil kunnen maken tussen een dood gehucht, of een bruisende wereldstad.

Ze kijken er niet naar schoonheid, lelijkheid of zattigheid. Iedereen is er gelijk, of wordt er toch gelijk behandeld, en dat lijkt me een mooie gedachte om mee af te sluiten.

woensdag, juli 21, 2004

Mijn vorige post bevatte al weinig goed nieuws, deze post bevat enkel slecht nieuws. De reis is namelijk afgelopen, en ik ben terug in het land. Dat is voor mij slecht nieuws, en ook voor de mensen die me kennen.

Ik heb hoogtes gekend op reis (5895 m om precies te zijn), ik heb laagtes gekend (30 meter onder de zeespiegel gezeten). Ik heb zalen doen leeglopen, en ik heb zalen doen leeglopen (jaja, je leest goed). Maar bovenal, wil ik maar één ding.

Je veux de l'amour! Je veux de l'amour! Pour toujours!

De reis was echt compleet af. Begonnen met het stof in de serengeti op safari, dan de ontberingen van de Kilimanjaro, de top gehaald, en vervolgens het harde, harde leven op zanzibar. Waar we in de zee gedobberd hebben, in het water gezeten, op het strand en lekker gegeten. Om te eindigen in de meest criminele stad ter wereld, Nairobbery. Maar wat eigenlijk een op en top westerse stadskern heeft, waar je langzaam maar zeker opnieuw kan wennen aan comfort.

Voor de mensen die niet veel om handen hebben, de komende dagen zal ik het echte verslag van de reis op mijn blog posten, als ik zelf eens pakken tijd te veel heb. Er komt hier een minutieus, compleet waarheidsgetrouwe weergave, tot op de minuut correct, voor het nageslacht en slackers...

donderdag, juli 15, 2004

Minder goed nieuws.

De reis nadert zijn einde, er schieten nog amper twee dagen over in Zanzibar, en het duiken zit er helemaal op. De adrenaline van de advanced titel die ik nu tijdens iedere duik draag, is weggeebd, het afzien op de Kili is al ruimschoots verteerd met lekker eten en lekkere drank in het zanzibarese nachtleven (wat voor mij wel telkens maximum om 10u00 stopt, wegens te moe van het duiken, en wat me het uitzicht heeft gegeven van een dikke duitser, bah, ik wil mijn pezig lichaam van op de Kili terug), kortom, eigenlijk wordt het tijd om Zanzibar en zijn stranden te verlaten. Vooraleer het een sleur wordt. Zei hij zonder blikken of blozen. Vooraleer ik Duits begin te spreken.

Ondertussen heb ik ook Steven en Wouter teruggevonden. Het bleek dan toch niet Stevens gebeente te zijn dat ze op de kili gevonden hadden. Bij nader onderzoek bleek het te gaan om een mensachtig skelet van ruwweg geschat 1458 miljoen jaar oud, de missing link tussen de mens en het pantoffeldiertje. Uit dankbaarheid voor Steven hebben ze het homo pantoffolus rombautus maximus genoemd.

Blijkt dat hij zich in een ravijn op de Kilimanjaro 10 dagen in leven heeft weten te houden, enkel levend van wat de berg en de liefde hem schonken. Na tien dagen is hij per ongeluk op een groep klimmers gestoten, die eerst wegens zijn haveloos uitzicht op de vlucht sloegen, maar toen toch terugkwamen, vastbesloten om foto's van de verschrikkelijke yeti te trekken. Want dat dachten ze dat hij was. En nu zit hij dus ook op Zanzibar.

Ok, van hier gaat het nu verder naar Kenia, Mombasa, alwaar we misschien nog wat gaan duiken, en dan gaat het in neo-koloniale stijl treinsgewijs terug naar Nairobi, alwaar de vlieger ons terug thuis zal brengen. Jammer genoeg niet met KLM, maar met British Airways. Vanaf nu vlieg ik trouwens altijd KLM, suske en wiske doen dat toch ook.

Maar dat duurt nog wel een tijdje, je kan nog een paar dagen op beide oren slapen.

dinsdag, juli 13, 2004

Nog beter nieuws dan in de laatste post! Zanzibar is echt wel te doen, en wat meer is, ik ben sinds vandaag een advanced diver (dat is toch het woord op mijn spiksplinternieuw duikbrevet dat ik onthou). Vandaag gehaald, dus het zal feesten zijn vanavond. Het jammere is dat ik me zelf nog niet advanced durf te noemen, met amper 12 duiken onder mijn gordel. Maar als de professionals het zeggen, wie ben ik dan om hun tegen te spreken?

Toch?

Het enige nadeel van de tropische hitte en zon van Zanzibar is dat ik er langzaam maar zeker als een kreeft begin uit te zien, en dat ik dus dubbel op mijn tellen moet passen om niet in een lokale kookpot te belanden. Mijn zonnecreme factor 30 wordt nochtans royaal op mijn vel uitgesprenkeld, maar niks kan precies baten. Misschien heeft het er ook iets mee te maken dat ik me pas insmeer op het einde van de dag, maar dat zal wel niet.

De papasi (lokale versie van proppers, en zo mogelijk nog hardnekkiger dat een bloedzuiger die zich na maanden van niksdoen eindelijk in een yak heeft vastgebeten) kan ik nu ook al van mijn lijf houden, en nog wel met jedi truken. Wanneer ze me lastig willen vallen, om me een prachige spice tour, boottocht onder begeleiding van ex-circus dolfijnen, of om me een sweet african mama aan te smeren, wuif ik met mijn handen, en zeg ik tegen hen dat ik er niet ben. En dan stoppen ze met me lastig te vallen. Handig.

Kortom, ik word afrikaan onder de afrikanen, en het zou me niks verbazen mocht ik hier binnenkort politiek asiel aanvragen.

Afrika voor de Afrkanen!

zondag, juli 11, 2004

Goed nieuws!

In mijn vorige post had ik al gemeld dat Steven spoorloos was verdwenen op dag 2 van de Kilimanjaro beklimming. En wel, zijn ouders kunnen opgelucht ademhalen.

Ze hebben namelijk na een niets ontziende zoekactie, waarvan ze me verzekerd hebben dat die tot op het bot ging (pun jammergenoeg intended), een compleet afgekloven geraamte teruggevonden, op de plaats waar hij ongeveer naar beneden is gedonderd. En in de buurt een rugzak met wat Belgische euro's gevonden. Dat moet hem wel zijn, zijn ouders zullen blij zijn dat de knagende onzekerheid (pun jammergenoeg weerom intended) over wat er nu al dan niet gebeurd is, weg is.

De service die ze hier leveren is ook om duimen en vingers bij af te likken, want de tanzanianen hebben moeite nog kosten gespaard om zijn botten bij mij te kriigen. Ondertussen zit ik al te genieten van het luilekkerleven in Zanzibar, en ze hebben zijn stoffelijk overschot met prior mail, en in een fleurige kado verpakking, naar hier doorgestuurd, zodat hem in Belgie de laatste eer kan bewewen worden.

Van Wouter heb ik in Zanzibar ook niets meer gezien, sinds die gaan zwemmen is in white shark bay. Dat is nu al 2 dagen geleden, en ik vind dat hij nog toch wat lang wegblijft.

Maar goed, ik laat het allemaal niet aan mijn hart komen, en Zanzibar is nu eenmaal de perfecte plek om niks aan je hart te laten komen. Ik heb hier al wat de toerist met de pet uitgehangen (een kruidentour over het eiland gedaan, samen met vier knappe Deense frigo's), en vanaf morgen begint het duiken (ik ben binnenkort een advanced diver, dat zal niet bevorderlijk zijn voor mijn nu al niet geringe nek). Wiiiiiieeeeeee!!!!!!!

Wouter zit nu in een donker lokaaltje een video over duiken te bekijken (hihi), want dat is nog een absolute beginner aangaande nautiek en al haar facetten, en Steven is net als ik simpel aan het lanterfanten.

Het fret is hier heerlijk (het eiland staat vol met allerhande kruiden, en de locals kunnen er mee overweg), het weer valt best mee voor de tijd van het jaar (het is hier winter, ik schat dat het een hoge 20 graden is of anders een kleine 30, een valling zal je hier niet zo vlug oplopen), en we moeten niet dringend ergens naartoe. We konden het minder getroffen hebben...

Ondertussen heb ik ook al wat research en development gedaan naar welke route we nu eigenlijk op de kili gedaan hebben, en wat blijkt achteraf? We hebben helemaal niet de machame route gedaan, maar de Western Breach, waarvan het laatste stuk extreem steil is, en wat tot voor enkele jaren een technische klimmers route was (je weet wel, met van die touwen, zekeringen, piketten en andere rommel). En daar zijn wij naar boven gegaan. Ik heb er zowaar wat respect voor mezelf voor gekregen.

Dit was het dan alweer vanuit het verre Zanzibar, ik doe mijn snaveltje opnieuw voor een tijdje dicht, en mijn oogjes toe. Hakuna matata!

donderdag, juli 08, 2004

In het busje op weg naar de Kilimanjaro, die bad motherfucker moest nodig door mij beklommen worden, had ik toch wat kriebels in de buik. Die kunnen natuurlijk altijd van de zenuwachtigheid zijn, maar wat al waarschijnlijker is, is dat het nog wat vlinders waren, overgebleven van de safari met Tresna en Piet. Tresna is een mooie, wat zeg ik, wondermooie Nederlandse KLM stewardess die de kers op de taart van de safari was. Naast de pal boven het hoofd staande Afrikaanse zon, hadden wij nog een persoonlijk zonnetje in de 4WD. Maar genoeg over de safari, ik zou het hebben over hoe ik de Kilimanjaro overwonnen heb...

Aangekomen aan de voet van de kili (na een panne met het busje halfweg, het is en blijft Afrika) bleek de Kili toch zo geen bad motherfucker te zijn, maar eerder een wussie eerste klasse. Wat een geluk was voor Wouter en Steven, want ik zie hen geen 5895 meter klimmen op een motherfucker. Ik dus mijn bergschoenen uit, mijn sloefen aan, mijn vingers in mijn neusgaten gestopt, en al fluitend vertrokken. Dag 1 was voor niemand een probleem, maar wat dag 1 niet aan rampen in petto had, had dag 2 des te meer.

Halverwege dag twee zijn we Steven kwijtgeraakt, die had eventjes niet opgelet, en is het ravijn in gedonderd. Omdat we afgesproken hadden dat we doorgingen als een van ons drieen het niet haalde, zijn Wouter en ik verder getrokken. Tot nu toe is er nog niks van Steven vernomen, als ik iets hoor, ik laat het weten. Maar het ziet er niet te best uit, want de nachten op kili zijn koud, de beesten ongetemd, en de bodems van de ravijnen keihard.

Dag drie is zonder noemenswaardige problemen verlopen, behalve dan dat ik toch even heb moeten doorbijten, door die malaria aanval, en dat ik Wouter ben kwijtgeraakt, die door uitputting en onderkoeling door een sea king op zijn windkracht tiens is moeten opgepikt worden. Maar gezien de afspraak die we vooraf gemaakt hadden, moest ik wel doorgaan. Het gewicht, het gezicht en de hoop van drie man rustte nu op mijn schouders...

Dag vier begon niet al te goed, want s morgens bleek dat de gids en behalve de ene kreupele drager, iedereen van mijn expeditie het hazepad had gekozen. Met inbegrip van de gehele inboedel, van tent tot kleren tot slaapzak. Ik dus in mijn t-shirt en pijama broek blootsvoets verder. De Kili kon mij immers niet klein krijgen. De malaria was ik ondertussen gewoon geworden, meer nog, het was in die korte tijd een van de weinig overgebleven vrienden geworden. Op het einde van dag vier me op de rotsen te slapen gelegd, en om 12 uur in de nacht van dag 4 op dag 5 opgestaan, om op tijd voor de zonsopgang op Uhuru peak, de top, te zijn. Door de bittere kou bleek ik vastgevroren aan de berg te zijn, en laat het duidelijk zijn dat het opstaan bijgevolg niet van een leien dakje liep.

Alles ging goed, tot op 200 meter van de top, toen ik op een stukje beijzelde rots uitgleed, en zo"n 150 meter naar beneden ben gedonderd. En toen ik bij bewustzijn kwam, merkte dat ik een open (een klein beetje man heeft een open breuk) dubbele beenbreuk had. Om toch verder te kunnen heb ik mijn been net onder de knie geamputeerd door het af te bijten (gelukkig werd het bloeden alras door de koude gestelpt), en ben ik de laatste 350 meter op 1 been naar de top gehuppeld.

Alwaar ik even mijn zachte bolster getoond heb, door de tranen vrij de loop te laten. Het was immers geen makkie geweest, en ik heb onderweg toch een aantal dierbare vrienden verloren.

Of hoe het kon gegaan zijn...

Een iets andere versie is dat Steven, Wouter en ik de top gehaald hebben, het zij na veel afzien en gesakker. En dat we alledrie trots als een pauw ons officiele gouden diploma bij onze thuiskomst zullen laten zien. Nu zijn we nog een nachtje in Arusha, maar vanaf hier gaat het via Tanzanian Airways (en jammer genoeg niet KLM) naar Zanzibar, om te luieren, te niksen en misschien een beetje te duiken.

Hakuna matata, en voor de mensen die aan het werk zijn, pole pole!

vrijdag, juli 02, 2004

Ik heb hier in het internetcafe, wat trouwens in het Arushiaans gerechtsgebouw gelegen is, nog wat tijd bijgevraagd, en op mijn wenken bediend geweest. En zo hoort het ook!

In Afrika is alles multifunctioneel. Zo is er in Arusha bijvoorbeeld het VN gerechtshof, dat zich uitspreekt over de volkerenmoord in rwanda, en in datzelfde gebouw werd ons een safari aangeboden. En zo kun je bijvoorbeeld iedere maaltijd zien als een manier om je voeden, maar ook als een manier om een complete darmspoeling te krijgen. In belgie moet je daarvoor naar een of ander gezondheidscentrum, hier kan het op idere straathoek. Fijn!

Mijn swahili (is hier naast het engels zowat de officiele taal) heeft ook serieus deugd van mijn verblijf in Tanzania. Naast Panga Uhuru Moran kan ik nu ook al welkom, dank u, en kijk daar, een bange blanke man zeggen. In Arusha is er, in case ik wat heimwee krijg, een Belgisch cafe (de via via), waar je een beetje het belgisch gevoel met afrikaanse inslag kan opsnuiven. En stella is druk bezig met zijn opmars om de wereld te veroveren, want dat is hier tegen een uiterst schappelijke prijs te krijgen.

Zelf drink ik enkel Kilimanjaro bier, als voorbereiding van de klim op de kilimanjaro. Wanneer ikzelf voor 20% uit kilimanjaro besta, is de redenering dat het niet kan mislopen, en zal de berg me gunstig gezind zijn...
Om vanaf vandaag een internationaler publiek aan te spreken, update ik vanaf vandaag mijn blog ook vanop verplaatsing. Vandaag heb ik daarvoor Arusha in Tanzania uitgekozen, omdat Afrika me nu eenmaal nauw aan het hart ligt. Benieuwd van waaruit ik de voglende keer iets zal schrijven...

Het zonnetje schijnt hier, de diarree heeft nog niet toegeslagen (al lijkt het vervaarlijk te rommelen in mijn buik), de safari is achter de rug, en de kilimanjaro ligt daar nu als een mean bastard te wachten om door mij beklommen en overwonnen te worden. Het leven kan simpel en schoon zijn.

Zondag in Nairobi geland, van waaruit we naar Tanzania doorgereisd zijn. In Arusha een safari geboekt, en dan door de Serengeti gesjeesd, om beesten te schieten, en met de blote handen te vechten met een roedel leeuwen. Die het, laat mij daar duidelijk over zijn, niet meer kunnen navertellen.

Na mijn terugkeer zal ik een iets uitgebreider (laat ons zeggen een knoert van een 1000 tal bladzijden) en misschien ook iets waarheidsgetrouwer schrijven over mijn wedervaren alhier, maar voorlopig moet je het hier mee doen...

Hakuna mutata (wat de australiers als "no worries, mate" zouden omschrijven)!