dinsdag, november 30, 2010

Cambodjanen zijn het ergste zooitje vranke vriendelijke vrolijke mensen die je je kan inbeelden, het is haast niet te bevatten hoe vrolijk vriendelijk ze zijn. En er mag al eens gelachen worden, alhier. Hier, dat is Siem Reap, waar je waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebt, maar geen nood. Het is een stadje niet ver van de Thaise grens, en de naam betekent glorieuze overwinning op de Thai. Siam is dan weer de oude naam van Thailand. Hopsa, weer wetenswaardigheidjes die je op een receptie of babyborrel nonchalant kan laten vallen, waarop de mensen je bewonderend zullen aanstaren, en denken, wat is dat toch iemand van de wereld, wat is die toch overal op de hoogte van.

Maar je kent Siem Reap wel, of toch zeker de tempels die er in de buurt van te vinden zijn. Het is de stad in de buurt van Angkor Wat en aanpalende tempels. En als je dat niks zegt, het is waar ze stukken van Indiana Jones films en Tomb Raider films hebben opgenomen. Wat, wat naast het verkleinwoord van het woord is wat ik ben, betekent tempel in Khmer, wat dan weer in de taal van de Cambodjanen Cambodjaans betekent. Je hoofd begint langzaamaan te tollen van alle kennis die je hier opsteekt, ik weet het. En het is nog niet gedaan. Khmer is dan weer hoe de Cambodjanen zichzelf noemen, en als er een kleur aan wordt toegevoegd, is dat rood, en niet zo positief.

Met die Angkor Wat, daar zijn de bars creatief mee. Er is een Angkort What? bar, er is een Wat's up bar, je kan het zo gek niet bedenken, of ze hebben er in het nachtleven wel aan gedacht. Jaja, je lacht hier wat af.

Niks is perfect, en dat is in Siem Reap niet anders.

Het enige probleem is dat je 's avonds als man alleen niet veilig door de straten kan lopen. Voor vrouwen is er geen probleem, voor Westerse mannen kan het serieus lastig worden om ergens te geraken. Twee dagen geleden was ik alleen in het donker naar mijn guesthouse aan het wandelen, toen een groepje Khmer dames in te luchtige kledij, zelfs voor dit warme klimaat, me aanspraken, en zich op mijn, ik moet het ruiterlijk toegeven, goddelijk lichaam wierpen. En er rond bleven kronkelen, ook al zei ik beleefd neen, dank je wel in het Khmer. Maar niks wat ik zei hielp, ze bleven me bepotelen dat het geen naam had, totdat er gelukkig een Australische me inhaalde (het is traag wandelen wanneer 4 Khmer juffrouwen je dat wandelen proberen te verhinderen), en haar aanwezigheid was voldoende om weer ongehinderd verder te kunnen wandelen. Ik ben veilig thuisgeraakt, dank je om er naar te informeren.

Als ik me dan toch moest laten bepotelen, dan vond ik dat ik de omgeving best wel zelf kon kiezen. Gisteren heb ik me dan van kop tot teen laten bepotelen door een blinde man. Je kan hier massages krijgen van blinden, en dat is een absolute aanrader. Als hij een ander stuk van mijn eigenste tempel wilde masseren, kon je zijn aarzelende hand voelen tasten, op zoek waar ik precies was, maar eenmaal hij wist waar ik was, dan was de massage tip top.

Misschien ga ik vandaag wel weer op bezoek, nadat ik getempeld heb...

donderdag, november 25, 2010

Voor zij die beweren dat er in China enkel maar lelijke, grijze betonblokken worden opgetrokken, ga eens een kijkje nemen in Shanghai in Pudong, of doe nog wat minder moeite, en kijk naar onderstaande foto's van een pittoresk Frans dorpje langs de Seine in China.



Het verschil met een Frans dorpje is met het blote oog amper te zien!

dinsdag, november 23, 2010

Voor 1 keer ga ik in deze post de donktere achter me laten. Voor 1 keer ga ik de negativist in mezelf, de pessimist met de monkellach, achterwege laten. Bereid je voor op een post met een glimlach. Is het een eerste symptoom van een obscure tropische ziekte kicking in, zijn het de happy pizza's of soep die ze hier aan de nietsvermoedende toerist voorschotelen, wie zal het zeggen. Of is het misschien doordat ik Kierkegaard's "Ziekte tot de dood" gelezen heb, tot driemaal toe want de eerste keer snapte ik er geen snars van, de tweede keer een snars, en pas de derde keer ging het licht branden. 't Is een werkje waar je niet vrolijker van wordt, maar ik misschien wel? Iemand?

Hier komt het.

Er zijn mooie en goede dingen in het leven. Simpele, eenvoudige dingen.

Het leven zelf. De zon. Scheten. Garnalen. Vriendschap.

En dan zijn er manieren om die simpele, eenvoudige dingen nog beter te maken, door ze te combineren met andere simpele, eenvoudige dingen.

Dommelen in de zon. Scheten laten onder dekens. Garnalen met tomaat. Vriendschap die blijft.

Er zijn ook combinaties die slecht zijn, daar niet van. Vieze, vuile venten, zoals je ze maar al te vaak in Thailand tegenkomt. Mannen, in de nazomer van hun leven, die opeens behoefte hebben aan Thaise jeugd. Het vreemde is dat ik te simpel ben om drie dingen te combineren. Twee lukt me nog net, drie is me een brug te ver. Ik ben bijvoorbeeld vuil en een vent, maar vies allerminst. Ik ben werkschuw en tuig, maar ik ben geen langharig werkschuw tuig. Vroeger, je weet wel, toen we jong waren, had ik lang haar. Ik was schuw, als een pasgeboren hertejong, maar toen was ik nog niet werkschuw, wist ik veel wat werken was.

Maar goed, dit ging een blije, opgewekte post worden. Ik ben in Utopia in Cambodja, aan de bank van een rivier wiens naam ik niet ken. Met uitzicht op de met palmbomen begroeide oever, net voor de zon ondergaat, en veelkleurige wolken die dat feit aankondigen. Ik moet pipi doen, naast mij zitten zatte Britten zatte Britten te wezen.

En ik denk: het is allemaal zo slecht nog niet. Er is iets dat me doet glimlachen.

zondag, november 21, 2010

Men beweert wel eens dat een paradijselijk tropisch eiland de droom van zowel god en klein pierke is, maar ik ben geen van beiden en ik was in de gauwte vergeten dat dat allerminst bij mij het geval is. En ben ik hier nu godverdomme wel niet op een paradijselijk tropisch eiland zeker?

Ik kan niet tegen warmte, het is hier meer dan dertig graden, ik kan niet tegen zon, ik word een kreeft als ik vijf minuten in de zon lig, of 2 minuten in de zee zwem, en het is hier een tropische, brandende, brandende zon. Snorkelelen vind ik enkel fijn als dat werkwoord gebruikt wordt om naar de snorkels (all star. toeter, ...) op tv te kijken. Ik ben allergisch voor wit zand en palmbomen, mijn o zo rood door de zon verbrand vel staat er vol van boebels door. Bij het zien van een garnaal draait mijn maag, het is niks anders dan het insect van de zee, een krab, een beest dat niet rechtdoor kan lopen, enkel zijwaarts, geen knor zegt, dat is het eten niet waard, en alleen al de geur van de zee maakt me misselijk.

En hier zit ik nu, op Koh Ta Kiev, een tropisch eiland voor de kust van Sihanoukville in Cambodja. Hoe fout kan een reis lopen?

Niet fout natuurlijk, ik schreef die dingen hierboven enkel maar om jullie in het koude Belgie een hart onder de riem te steken, mensen die mij een beetje kennen weten dat ik een kind van de zee ben, en een garnaal op ieder moment van de dag kan eten. Daarbovenop kom ik er ook ruiterlijk voor uit dat ik een junkie ben, meer bepaald een boekenjunkie. Geef mij een goed boek, en je kan zeggen tegen met wat je wil, ik hoor je niet. DAT IK JE NIET HOOR! Op dat tropisch eiland was er behalve 5 hutjes, koud bier en veel, heel veel garnalen bijna niks, maar er was ook een mini bibliotheekje, achtergelaten door toeristen. Tot mijn grote vreugde zat daar een boek bij van Ian McEwen (of McEwan, ik kan geen Schotse namen onthouden), en nog wel een paar andere parels. Kortom, het leven kon slechter zijn, bijvoorbeeld als je dit nu leest in het koude, natte, grijze. donkere, deprimerende, barre, kille, mistige, verzuurde Belgie.

Ik ben voor het moment op het wachten op mijn garnalen met Cambodiaans pepersausje, en ik hoor naast de mooie Cambodjaanse taal de zachtjes klotsende branding van de golf van Siam. Om jullie toch een beetje een riem onder het hart te steken, het is mijn laatste dag hier op het eiland, morgen gaat het naar Kampot, om vandaar drie dagen in de jungle te trekken, En daar zal het wel weer vol zitten met bloedzuigers, reusachtige spinnen, ongedierte waar je nog nooit van gehoord hebt, maar wiens beet je een of andere vieze ziekte geeft. Het zal er vochtig zijn dat je kleren aan je lichaam plakken, en het zal er niet lentefris naar een Noors dennenbos ruiken.

Dus het is nog allemaal zo slecht nog niet, in Belgie. Ahem.

donderdag, november 18, 2010

Je zou kunnen denken dat de eerste foto in een zoo genomen is, maar niks is minder waar. Het is een park in China, en daar lopen meutes wilde aapjes rond. Eentje vond me maar niks, en wou me zelfs aanvallen. Gelukkig was hij bang van mijn rugzak.


Van de volgende foto's zou je dan weer niet denken dat ze in een zoo genomen zijn, maar wederom, niks is minder waar. Het zijn foto's van een yiao dorp, maar eigenlijk was het een thema park, ofte ook wel de eerste menselijke zoo die ik in mijn leven bezocht heb.

Je vaart er met bootjes rond, en dan kom je bij een tafereeltje, waar een dansje wordt gedaan, of een liedje wordt gezongen, of op een gong wordt geslagen.





En bijna iedereen trok een foto bij de ingang van het park, bij de steen met Chinese tekens op. Geen idee wat die willen zeggen, misschien wel "foto's nemen enkel toegelaten voor Chinezen", maar ik heb er toch maar mooi een foto van, van die steen.
De voorbije 48 uur kon ik maar aan 1 ding denken. En dat was niet wat je zou denken, zeer zeker niet. Behalve als je dacht dat ik aan bloedzuigers dacht, dan was je er vlak op. Ik heb niet in een 48 uren durende marathon alle afleveringen van True Blood uitgekeken, was het dat maar, ik heb rondgetjaffeld in de Cambodjaanse jungle. En laat die jungle nu net vergeven zijn van bloedzuigers, als waren het Chinezen in Shanghai tijdens de golden week. De middeleeuwen indachtig had ik vooraf mezelf overtuigd dat een bloedzuiger een nuttig beestje is, goed tegen zowat alle ziektes en vage klachten, maar eenmaal je rondloopt in de jungle, en je die mannen/vrouwen (dat zijn hermafrodieten, neen?) langs je schoenen ziet omhoogkruipen, naar je enkels en kuiten, dan denk je daar toch anders over.

Bij de eerste examplaren was het lichte paniek, maar na bloedzuiger nummer 10 begin je het normaal te vinden, en begin je er zelfs tegen te praten (zoals "neen, deugniet. je gaat je niet nestelen in de binnenkant van mijn schoen, hop, eruit"). De normale pose van een toerist in de jungle van Chi Phat is voorover gebogen, aandachtig kijkend naar de schoenen, kousen, broekspijpen en kuiten. Chi Phat is trouwens een aanrader om te bezoeken, als je ooit in de buurt bent, ga er dan zeker heen.

Een tip voor als je er bent. Ook al zeggen ze dat je een lange broek moet dragen in de jungle, doe het niet. Die bloedzuigers kruipen er toch onder, en je ziet ze niet. Onder je lange broek zuigen ze zich lekker vol bloed. Draag een short. en lange witte kousen. dan zie je ze gemakkelijk omhoog kruipen, en kun je ze van je afslaan voor ze doen waar ze goed in zijn. Voor de niet kenners, dat is dus bloed zuigen.

Momenteel ben ik in Shihanoukville in Cambodja, in een hutje ergens langs de kust. Ik hoor het ruisen van de zee in mijn kamer. net zoals de haan die al een uur lang kukelukuuuuu aan het doen is). Het plan is om te luieren in de zon op een strand op een eiland. Als ik het me goed herinner Koh Kong Tiev. Maar ik herinner me de namen van de plaatsen hier nooit, dus zal het wel ergens anders zijn.

Cambodjanen zijn trouwens een geweldig vriendelijk volk, op het overdrevene soms, en als je nu beslist hebt om er stante pede naartoe te gaan. hier zijn alvast enkele zinnetjes die je van passen kunnen komen.

Ri trei susdei: goeienacht. Te gebruiken na de maaltijd, eenmaal daags, voor het slapen gaan.
Dane schmo awai: wat is je naam. Gemakkelijk te onthouden door aan danetjes te denken. dan aan small en dan aan hawai.
A te okun: neen. dank je wel. Voor als je vriendelijk nee dient te zeggen.
Okun tom tom: heel erg bedankt. Nope, je vraagt geen GPS.

En er zijn nog meer redenen dan de prachtige natuur en de vriendelijke mensen om Cambodja te bezoeken.

Heb je een fetisj voor vrouwen in pijama, rep je dan als de gesmeerde bliksem naar hier, want de vrouwen lopen graag in een pijama over straat. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Wil je miljonair zijn. dat kan. Voor minder dan 200 euro heb je in de lokale munt algauw een miljoen in je pollen. Wil je in de middle of nowhere een collega tegenkomen, langs de weg bij een kraampje waar je bus gestopt is, dat kan ook. Tussen Siem Reap en Phnom Penh stopte mijn bus, en een tijdje later hoorde ik opeens iemand mijn naam zeggen, met een correcte uitspraak (mijn voornaam is enkel uit te spreken door Vlamingen, Hollanders en Zuid Afrikanen). Dat bleek Jan te zijn, een collega die op reis was in Vietnam en Cambodja. Het is een kleine wereld, je kan die wereld zelfs bijna een dorp noemen...

maandag, november 15, 2010

Bijna op mijn muil gekregen van 4 Chinese motards op de terugweg, maar het toch heelhuids overleefd. Foto's van een wandeling in de bergen. Die wandeling was in internationaal gezelschap, enige voorwaarde was dat je een Germaanse taal sprak. Er werd Vlaams, Nederlands, Vlaams en Duits gesproken.


Geloof het of niet, maar bovenstaande foto is een zeldzaamheid in de streek. Aan een local gevraagd na 5 dagen witte hemel wanneer er een blauwe hemel te zien is. Antwoord was: de hemel is niet blauw, de hemel is wit.


donderdag, november 11, 2010

Lap, ik ben weeral in de gevangenis beland, zonder langs start te gaan. Nu niet in een Bulgaarse cel, maar een Thaise, wat toch nog een ander paar mouwen is qua luxe en comfort. Dat Thais gevangeniswezen, dat gaat wel met zijn tijd mee. In plaats van entitled to one phonecall ben je hier als beschuldigde entitled tot 1 blog post. Laat me die post gebruiken om alles uit te leggen, net zoals bij Kim Gybels is het allemaal gebaseerd op een misverstand.

Connaisseurs van Thaise gewoonten en zeden zullen weten dat er hier 2 dingen heilig zijn. Het eerste is dat je nooit iemand je voetzolen mag tonen, dat is hetzelfde als bij ons je middelvinger naar iemand opsteken, terwijl je roept dat hij een muil heeft om stront op te sorteren, en iets over zijn moeder. Het andere sanctus sanctorum is de koning, Bhumibol de eerste, die je nooit of te nimmer mag beledigen, daar staan strenge straffen op.

Ik was net zoals Kim gewoon aan het wandelen in de straten van Bangkok, ik moeide me met mijn eigen zaken. Ik hield mijn mond zoveel mogelijk dicht om geen muggen op te eten en om Bhumibol niet te beledigen. Ik probeerde om mijn voetzolen zo horizontaal en dicht mogelijk tegen de grond te houden. Plots sprongen er 3 politie agenten op me, die me met een paar welgemikte elleboog- en kniestoten ineen deden krimpen (Thai boxen is de gummi knuppel alhier), en me naar mijn ballen deden grijpen.
Of I that normal found, vroegen ze me, gevolgd door nog een paar kniestoten van hen en een krimp van mij.
Yes, zei ik met een hoog stemmetje, walking in the streets I find normal, I kept myself busy with my own cases.
Why you insult our great king, repository of infinite and divine wisdom, grand and prominent leader, royal and delightful visionary, assembly full of nine noble secrets, divine shelter and living place of the god spirit?
I did not open my mouth to say anything, I am getting here loused in by you, just as Kim Gybels a little time ago, zei ik, I want to speak to Bart Dewever.

En zo ging dat in vlekkeloos Engels nog een tijdje verder, totdat bleek dat ik op een muntje had gestapt, er op dat muntje de beeltenis van Bhumibol staat, en ik bijgevolg mijn voetzolen aan Bhumibol had getoond. Wat hetzelfde is als je broek afsteken naar hem, gevolgd door een groene fluim in het gezicht, en iets over zijn moeder.

En dus nu zit ik hier dat te typen, in mijn cel van 2 bij 2, samen met een 20 tal vrouwelijke Thai. Wat vreemd is, is dat die vrouwen allemaal nogal een lage stem hebben en elkaar met boy aanspreken. Hmmm.
Als je een fan bent van op een rivier te varen, of er in te zwemmen, of naar een nachtelijk spektakel geregisseerd door een beroemd filmregisseur te kijken op een river, zoek dan niet verder naar je volgende bestemming. De Li rivier in China heeft het allemaal, en meer.









maandag, november 08, 2010

Rijstvelden kunnen er beter uitzien dan het doorsnee veld bij ons. Maar geef mij toch maar een gekookte patat.


Hihi, een foto van een foto. Trek er een foto van, en je hebt een foto van een foto van een foto.





Als je kan raden wat de naam van het eten hieronder is, krijg je er eentje thuis toegestuurd. Een echte lekkernij!





donderdag, november 04, 2010

Voor iemand die van een streek komt waar de kerktorens en bruggen de enige bergen zijn, is dit al een verdienstelijke poging om als een berggeit omhoog te klimmen, tegen een verticale muur.

Achteraf sta ik wel vol schrammen, want ik duw mezelf zo dicht mogelijk tegen de rots. En ik werk te veel met mijn armen, omdat ik mijn voeten niet vertrouw.

Maar het is een aanrader, klimmen in Yangshou.