zondag, december 26, 2010

Met pijn in het hart en op mijn borstkas (verbrand tot een mooi dieprood door de tropische zon) heb ik Indonesie verlaten, en ben ik verder getrokken op mijn odyssee. Mijn huidige verblijfplaats is Darwin, en ik ben hier op een ware Australische wijze welkom geheten door Roscoe, een oude, lowlife zatlap, die met zijn zatte kloten er niks beters had op gevonden om de hele dorm onder te pissen, en ook mijn rugzak.

Voorlopig ben ik hier nog verlamd, te angstig om geld uit te geven, alles is hier 10 tot 20 keer duurder dan ik gewend was in Azie. Geef me nog een paar dagen om de exorbitante prijzen gewoon te worden, en dan zal ik hier misschien iets doen, of iets bezoeken, en dan laat ik het weten.

Groetjes uit Australie!

donderdag, december 23, 2010

Mag ik je alsjeblieft vragen om je verbeelding even te gebruiken, dan neem ik je mee op reis. Ik weet het, het is veelgevraagd, je hebt al de hele dag nagedacht, al die problemen lossen zichzelf niet op, en nu vraag ik je om opnieuw je hoofd en wat er inzit te gebruiken. Je dient je in te beelden dat je in Lombok, Indonesie bent. Het regent pijpestelen, het drasjt dat het klettert. Je denkt, zo'n komodo varaan, zo'n grote loebas van een hagedis, die wil ik wel eens van naderbij bekijken. Lombok is slechts een paar eilandjes verwijderd van Komodo in de Indonesische eilanden archipel, en er gaan cruises van Lombok naar Flores. Onderweg doen die Komodo en Rinca aan, waar je al eens zo'n varaan kan tegenkomen. Van een meevaller gesproken.

Het mag dan winter en regenseizoen zijn in Indonesie, het is 30 graden en meer warm. De regen, die valt enkel in periodes van een halfuur of uur uit de lucht. Het waait wel wat, en je leest in je reisgids dat er verschillende organisaties zijn die een cruise van Lombok naar Flores organiseren. Eentje is goed, de andere, daar kan het wat minder bij uitvallen. Het is niet altijd zoals een cruise op de love boat.

Die goede cruise, die is echter veel te duur, je bent nu eenmaal een gierige wrek. Die kost meer dan 2 miljoen roepees, bijna 3, dus je kiest er toch een andere uit, die de vierdaagse trip voor de helft aanbiedt. De naam Kengama heeft wel een zekere exotische klank, en er zitten genoeg a's in de naam om er een zekere robuustheid aan te geven. Wanneer je bij de haven aankomt, zie je daar allerlei boten liggen, en je denkt, hmmm, op deze boot wil ik wel 4 dagen dobberen, of op deze. of hola, die zou ook nog tof zijn. Ergens op een uithoek van de haven ligt er een kaduuk bootje verscholen, waarvan je meteen op zijn BA Baracus van denkt "I pity the fools die daar mee moeten varen".

Het volgende moment stopt je bus vrolijk bij dat bootje, en ja hoor, daar moet je de wilde oceaan mee trotseren. Na tien minuutjes op dat bootje in de haven beseft een Nederlands koppel dat ze nog een dringende afspraak op het eiland vergeten waren, en dat ze jammergenoeg niet meekonden. Zo'n boot was het. Er kwam nog een politie agent iets zeggen tegen de bemanning in het Bahasa, en kort daarop waren we vertrokken voor een vierdaagse tjokvol activiteiten. Snorkelen, vliegende honden gaan beloeren, wandeltochten, varanen bekijken. Er is een rijkgevuld programma, en een rijkgevulde ijsbox vol bier.

De eerste dag gaat alles goed, al was de deining een tikkeltje te ruw voor de grootte van de boot. Er wordt aangemeerd, en je plonst in de zee. Een douche of badkamer is er niet op de boot, en het is beter de zilte geur van de zee af te geven, dan de geur van gefermenteerd tropisch zweet. Je gaat vroeg slapen, de volgende ochtend vertrekt de boot om 3u in de ochtend. zodat je tegen de middag met het programma kan beginnen, en ergens kan snorkelen. Bij het krieken van de dag ligt de boot nog altijd op dezelfde plaats als de avond voorheen, de kapitein zegt je, terwijl hij op zijn kapiteins in de verte tuurt, dat de zee te ruw is om te varen. Ergens in de late voormiddag vertrek je dan toch, maar nu is de deining nog veel zwaarder dan gisteren, en een paar van je medepassagiers worden onwel. Jij niet, je bent een kind van de zee of je bent het niet, en je was een boek over een witte tijger aan het lezen (white tiger, van een Indier, een absolute aanrader). Als je leest, dan merk je bijna niks op, zo ben je nu eenmaal. Het enige wat je was opgevallen, was dat je af en toe van plaats moest veranderen, omdat je boek nat werd van de druppels zeewater die er op spetterden.

Het werd echt te gevaarlijk om nog door te varen. Er zijn dan wel reddingsvesten aanwezig, maar die liggen ergens onderin de boot. Als de boot zinkt of kapseist (eindelijk kan ik dat woord eens gebruiken), ga je niet in een donker ruim nog even op zoek gaan naar je reddingsvest. De boot stopt bij een eilandje, beschut tegen de woeste golven, en je gaat op verkenning. Op het eiland zit het vol met vliegende honden (flying foxes, de grootste vleermuizen die er zijn), en als je zegt dat het er vol zat, dan lieg je niet. Eerst zie je er 1, dan 10, dan 50, dan 100, en al vlug stop je met tellen. 's Avonds vliegen die allemaal uit, met duizenden, en ziet de lucht er zwart van. In je hoofd zing je "Nana nana nana nana, nana nana nana nana, batman!". Moest je op de eiland vast komen te zitten, je huid zou er alleen maar gezonder van worden, want in een meertje zit het vol met kleine visjes die aan je tenen komen sabbelen, en je een vismassage gaven.

De volgende morgen word je naast het ontbijt een dilemma voorgeschoteld. De zee was nog ruwer geworden, en ofwel blijft de boot hier nog een dag, of misschien 2, of misschien meer, of er kon geprobeerd worden om via een bus overland in Flores te geraken. Ondertussen werd ook duidelijk dat die politie agent op de eerste dag was komen zeggen dat de zee te ruw was om te varen, een van de passagiers is een Indonesier, en kon het verstaan, en de organisatie wist dat je ergens ging stranden. zonder iets van het programma te doen. Tof!

Tijdens een internationaal congres (een Belg, 2 Nederlanders, een Indonesier, een Hongaarse Roemeen, een Engelsman, een Amerikaanse, een Canadese en een Duitser tegen wie je vol gloed over de oorlog kan vertellen) wordt er beslist om met de bus verder te reizen, en je wordt ergens in een dorpje aan land gebracht. Daar hebben en ze nog niet veel westerlingen gezien, en terwijl de gids vervoer probeerde te regelen, word je meegetroond naar het schooltje. Onderweg is er een oud ventje die Dayna, de Canadese, trots zijn gsm toonde, en meer bepaald de foto's die hij op zijn gsm had. Zijn welkomst voor haar is dat hij haar prentjes van blote juffrouwen toont, wat toch een bij ons ongebruikelijke manier van welkom heten pleegt te zijn. In Sumbawa is het bon ton.

Na een tijdje wachten en een paar rare drankjes voorgeschoteld te krijgen, zijn er 2 auto's, en kan je vertrekken. Over hobbelige wegen en na een panne of 4 van de auto's kom je's avonds aan in Bima, een stadje op Sumbawa, en daar wordt er overnacht. Je kan dan wel denken dat je al grote kakkerlakken hebt gezien, voor joekels is er 1 plaats, en dat is je hotel in Bima. Als je daar over de straat loopt, wordt je ook vanalles toegeroepen. Vooral hello, mister, en het maakt daarbij niet uit of je man of vrouw bent.

Ochtend nummer 4 waren we weer op schok om 4 uur, ditmaal met een lokale bus van Bima naar Sape. Sape is een havenstand op Sumbawa, en van daaruit kan je Lubuan Bajo op Flores bereiken. Het einddoel was in zicht. De ferry zou om 8 uur vertrekken, maar wanneer je om 7 uur aankomt, word je met spoed aangezet om op de boot te gaan, want die was vertrekkensklaar, Van een Belg die je later in Lubuan Bajo komt, hoor je dat het ook kan gebeuren dat de boot om 5 uur vertrekt, waarna je vastzit in Sape, want er is maar 1 boot per dag. Daar kan de NMBS qua stiptheid nog iets van leren.

Uiteindelijk geraak je in Lubuan Bajo, zonder ook maar iets van het programma gedaan te hebben. Het was tof geweest, het was avontuurlijk geweest, maar niet wat je verwacht had. Kengama, het bedrijf van de cruise, besefte wel dat ze een foutje gemaakt hadden, en boot (hihi) je ter compensatie een tweedaagse cruise aan naar Rinca en Komdodo. Angstig op wat voor bootje dat ging zijn ga je de volgende ochtend naar de haven, maar het was een betere boot, en alles, maar dan ook alles verliep vlekkeloos. 's Nachts kwamen er zelfs prauwen en drijvende objecten langs, die je party boot met verse Bintangs bevoorraden.

Dat kon zelfs een vierkant blok isomo zijn.

Tijdens de 2daagse wordt er gesnorkeld dat het een lieve lust iss, je ziet alle komodo varanen die je wou zien, er zijn vliegende honden te over, en de zon schijnt zelfs.

Voila, je bent een beetje op reis geweest, vanachter je pc. En zo kan het gebeuren dat ik dit hier zit te typen, met nog alle ledematen, die er wel wat roder dan anders uitzien. Die zon toch...

dinsdag, december 14, 2010

Na een discussie over de snelheid van de locale zwaluwen, terwijl die een kokosnoot dragen, kreeg ik het onderstaande cadeau.

Heel handig als je een klein kokosnootje wil transporteren!


zondag, december 12, 2010

Zonder te weten waar je nu bent, kan ik je vertellen dat je op de verkeerde plaats bent. Jep, ik ben helderziende geworden, en de plaats waar je hoort te zijn, is Padangbai in Bali. Tjonge, jonge, jonge, wat is het hier fijn toeven. But I could be wrong.

De locals spelen in de bars zowat iedere avond live muziek, en je bent in de bar met mijn favoriete band als je een local ziet binnenkomen met een plastic zak over zijn haar wanneer het regent. De kerel in kwestie is de drummer, en is in het bezit van een machtige afro die blijkbaar niet nat mag worden. De liedjes die ze spelen zijn allemaal covers, en ze geven de nummers een locale draai door het zo vrolijk, zo swingend, zo enthousiast te spelen dat je enkel met de grootste moeite kan stilzitten, en je bent al helemaal verloren als je niet wil lachen. Wat ze missen qua toonvastheid en muzikale integriteit, wordt door hun enthousiasme en lachen meer dan goed gemaakt. De brompot die ik ben bloeit hier iedere avond open tot een constant lachende idioot, al zeker als ze sweet child o' mine spelen. Het kan verkeren, Flor Coninckx zei het al. But I could be wrong.

Op een avond werd op de terugweg naar mijn guesthouse luidkeels mijn naam geroepen, en dat bleek door Tony te zien. Tony is een door de zon verweerde oude man van Cornwall, en is daar best wel trots op. Ik was die een paar avonden voordien tegengekomen, toen was hij in het bijzin van Toine, een Nederlander, nu was hij in het bijzijn van Marco, een Balinees. Hij komt al jaren naar Padangbai, en komt hier altijd terug. Ik kan hem alvast geen ongelijk geven. But I could be wrong.

Marco was een beetje zat, maar dat hield hem zeer zeker niet tegen om aan de hand van de palm (vandaar het woord handpalm denk ik) je persoonlijkheid uit te leggen, en er in 1 klap nog eens je toekomst bij te doen. Hij was zeker geen kwakzalver, want hij weigerde je toekomst te lezen zonder zijn bril, die nog thuis lag. Voor hij die ging halen, las hij de palm van Noortje (van waar zou die komen?), en zei hij haar dat ze geduldig was. Zij zei "nee", hij zei "heb je 5 minuten", zij zei "ja" en hij zei "zie je wel dat je geduldig bent", en weg was hij op zijn brommer, zijn bril gaan halen.

5 minuutjes later was hij terug met die bril, en kon de persoonlijkheidsanalyse en het toekomstvoorspellen beginnen. Het was lachen en huilen geblazen, goede dingen werden afgewisseld met minder goede, maar het was toch vooral lachen. Van mij zei hij onder andere dat ik geen dommekloot was, iets wat jij en ik al lang wisten, en dat ik meer vrouwelijke energie dan mannelijke heb, iets wat toch nieuw was voor mij. Misschien toch maar eens in Thailand gaan kijken hoe dat nu precies zit met die ladyboys. Al zei Marco na ieder statement "But I could be wrong", 't hing ook altijd van de interpretatie af.

Ik had als bij toeval ook mijn bril bij, in mijn familie zit ook wel wat waarzeggersbloed, en dan heb ik Marco's persoonlijkheid ook maar eens uit de doeken gedaan. Wat ook voor hem lachen en huilen was, en al zeer zeker confronterend. Marco was trouwens een schat van een man, deed veel voor de locale hangjongeren en zo, en als hij een scheet moest laten, kondigde hij dat aan, ging een paar meter buiten gaan staan, drentelde daar even rond, en kwam dan weer duidelijk opgelucht terug. Etiquette, zo heet zoiets. But I could be wrong.

Mijn dagen hier zijn de laatste dagen gevuld met duiken tijdens de dag, en 's avonds op stap gaan met Hielkje en Noortje, mijn twee fris gewassen Nederlandse buurmeisjes, naar Nederlandse normen 2 lilliput jongedames. Behalve hun lengte zijn het typische Nederlandse, zo spreken ze over mijn andere buren, een Franse sextoerist met een Vietnamese jonge bloem, over een trut, als ze iets op de muur schrijven in een cafe kan dat al eens "who's dick do I need to suck to get a broodje kroket" zijn. Op een party eiland dat ze bezocht hadden liep het na hun doortocht - hun woorden - vol met jongens met blauwe ballen, die eerst vakkundig opgegeild werden, om dan in de kille nacht alleen gelaten te worden. Ik ben een Belg, en zou zo'n dingen niet zeggen, laat staan neerschrijven, maar ik moest in hun bijzijn vaak bovenop mijn constante Balinese glimlach er nog een Nederlandse bijdoen.

Slecht is het hier niet. Maar natuurlijk, I could be wrong. Op naar Komodo!

donderdag, december 09, 2010

Je kan van die dagen hebben dat je helemaal geen zin hebt om iets te doen, laat staan te schrijven. Vandaag is zo'n dag.

Het enige waar ik zin in heb, is wat op het strand liggen, misschien wat snorkelen, als dat niet te veel moeite kost, een boekje te lezen en cocktails te drinken.

Sinds een dag of 4 ben ik in Bali, en ik heb het eiland hier verkend met een Engelsman die altijd alles wou betalen, omdat ik zo lang reisde (waarom heb ik die mens laten vertrekken naar een ander eiland, het is een mysterie gelijkwaardig aan de verdwijning van het Lam Gods) en een Slovaakse, die gisteren bij een tempel in Slovaaks-Engels tegen me zei: "Let's go fuck". Wat op 2 manieren geinterpreteerd kan worden, maar het was de interpretatie dat we vertrokken, en fuck, in de zin van potverpillepap, het begint te regenen.

Gisteren heb ik de hele dag met een veel te brede grijns op mijn brommertje rondgereden. Bali is sowieso een prachtig eiland, met prima te pruimen mensen. Daarbovenop was het gisteren een belangrijke Hindoeistische feestdag. Alle straten, moto's, auto's waren versierd met gevlochten planten, iedereen behalve ik was op zijn paasbest gekleed, de natuur is hier prachtig, in de dorpen en tempels waar je passeerde waren er processies, het was fantastisch om hier te zijn.

Alles ging perfect, totdat Svetlana met haar brommertje tegen mijn brommertje knalde. Maar er is meer nodig om me in het ziekenhuis te doen belanden dan een prachtige Slovaakse met een brommer, alles is topi. Wat dan weer de naam is van de guesthouse waar ik hier verblijf. Als je aandringt, en ik mijn gezondheidstoestand in meer detail moet beschrijven, ik ben verbrand zoals alleen een albino otter zijn kan (een wetenschappelijke studie heeft uitgewezen dat die beestjes het ergst kunnen verbranden), mijn darmen zijn een roetsjbaan voor alles wat ik eet, maar verder gaat alles prima met me.

Nu ga ik wat op het strand liggen, misschien wat snorkelen, als dat tenminste niet te veel moeite kost, een boekje lezen, en cocktails drinken.

Lieve vriendjes en vriendinnetjes, groetjes uit Bali!

zaterdag, december 04, 2010

Een recidivistische, weinig attentieve lezer van mijn blog zou kunnen denken dat mijn reis op wieltjes loopt (en dat deed het ook, in Oost Europa, op de wieltjes van mijn fiets, gniffel, gniffel), maar dat is slechts oppervlakkige schijn. Als ik heel eerlijk ben, dien ik toe te geven dat alles in het honderd loopt, tot zelfs het tweehonderd toe.

Bij mijn vertrek had ik drie grote doelen. Twee ervan kun je nog het best vergelijken met de vorming van een nieuwe regering. Vol goeie bedoelingen, allerminst succesvol.

Het eerste doel was om naar Finland te fietsen, het land waar ik zo graag zou zijn. Dat is er niet van gekomen, mijn fietsodyssee is abrupt afgebroken in Letland. Het was daar niet mis, het was er geen Finland.

Mijn tweede grote doel was om van Lhasa naar Tibet te fietsen, langs bergen en iets minder bergen (dalen kun je het niet noemen als het nog altijd bijna 4000m hoog is), en dat is wegens Chinese bemoeienissen in de Tibetaanse zaken ook al niet gelukt. Voor de wiskundigen onder jullie, 66 procent van mijn reis kun je al 1 grote mislukking noemen. Ik vrees dat ik mijn jaar opnieuw moet doen.

En dan staat nu het derde grote doel er aan te komen. Nieuw Zeeland.

Ik heb een slinks plan bedacht, en zal er schijnbaar achteloos in de buurt rondzwerven. Om dan voor dat de Nieuw Zeelanders het in het snotje hebben wat er aan de hand is toe te slaan, en er naar toe te reizen. Ik ben nu in Bangkok, Thailand. Cambodja is net een afgesloten hoofdstuk geworden. Twee jofele Ieren, met de naam Paul en Paul, hebben me in Cambodja geleerd hoe het best om te gaan met de hier talrijke oude Westerse viespeuken die met een geile glimlach om de lippen geflankeerd worden door een jong, groen Thais blaadje. De beste manier om dat fenomeen aan te pakken is te wijzen naar die mannen, en dan zo luid je kan te roepen: "SEX TOERIST!". De glimlach zou weg moeten zijn.

Binnenkort gaat het naar Indonesie, Bali om precies te zijn, waar het plan is om er te duiken in de zee (blub, blub. blub), om er mijn verbondenheid met die zee constant tentoon te spreiden door het dragen van een t shirt met snorkels op, en om er Nederlands te spreken met oude Indonesiers. Dan gaat het naar Australie, Darwin, om van daar rond te zwerven in het land. Ik wil er een kangoeroe africhten, en met die kangoeroe door het land huppelen. Dat gehuppel moet eindigen in Sydney of Melbourne, alwaar ik de vlieger naar Nieuw Zeeland neem. En de Nieuw Zeelanders met mijn komst totaal verras.

Gelieve dit plan niet door te mailen naar een Nieuw Zeelandse ambassade. Waarvoor dank.

dinsdag, november 30, 2010

Cambodjanen zijn het ergste zooitje vranke vriendelijke vrolijke mensen die je je kan inbeelden, het is haast niet te bevatten hoe vrolijk vriendelijk ze zijn. En er mag al eens gelachen worden, alhier. Hier, dat is Siem Reap, waar je waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebt, maar geen nood. Het is een stadje niet ver van de Thaise grens, en de naam betekent glorieuze overwinning op de Thai. Siam is dan weer de oude naam van Thailand. Hopsa, weer wetenswaardigheidjes die je op een receptie of babyborrel nonchalant kan laten vallen, waarop de mensen je bewonderend zullen aanstaren, en denken, wat is dat toch iemand van de wereld, wat is die toch overal op de hoogte van.

Maar je kent Siem Reap wel, of toch zeker de tempels die er in de buurt van te vinden zijn. Het is de stad in de buurt van Angkor Wat en aanpalende tempels. En als je dat niks zegt, het is waar ze stukken van Indiana Jones films en Tomb Raider films hebben opgenomen. Wat, wat naast het verkleinwoord van het woord is wat ik ben, betekent tempel in Khmer, wat dan weer in de taal van de Cambodjanen Cambodjaans betekent. Je hoofd begint langzaamaan te tollen van alle kennis die je hier opsteekt, ik weet het. En het is nog niet gedaan. Khmer is dan weer hoe de Cambodjanen zichzelf noemen, en als er een kleur aan wordt toegevoegd, is dat rood, en niet zo positief.

Met die Angkor Wat, daar zijn de bars creatief mee. Er is een Angkort What? bar, er is een Wat's up bar, je kan het zo gek niet bedenken, of ze hebben er in het nachtleven wel aan gedacht. Jaja, je lacht hier wat af.

Niks is perfect, en dat is in Siem Reap niet anders.

Het enige probleem is dat je 's avonds als man alleen niet veilig door de straten kan lopen. Voor vrouwen is er geen probleem, voor Westerse mannen kan het serieus lastig worden om ergens te geraken. Twee dagen geleden was ik alleen in het donker naar mijn guesthouse aan het wandelen, toen een groepje Khmer dames in te luchtige kledij, zelfs voor dit warme klimaat, me aanspraken, en zich op mijn, ik moet het ruiterlijk toegeven, goddelijk lichaam wierpen. En er rond bleven kronkelen, ook al zei ik beleefd neen, dank je wel in het Khmer. Maar niks wat ik zei hielp, ze bleven me bepotelen dat het geen naam had, totdat er gelukkig een Australische me inhaalde (het is traag wandelen wanneer 4 Khmer juffrouwen je dat wandelen proberen te verhinderen), en haar aanwezigheid was voldoende om weer ongehinderd verder te kunnen wandelen. Ik ben veilig thuisgeraakt, dank je om er naar te informeren.

Als ik me dan toch moest laten bepotelen, dan vond ik dat ik de omgeving best wel zelf kon kiezen. Gisteren heb ik me dan van kop tot teen laten bepotelen door een blinde man. Je kan hier massages krijgen van blinden, en dat is een absolute aanrader. Als hij een ander stuk van mijn eigenste tempel wilde masseren, kon je zijn aarzelende hand voelen tasten, op zoek waar ik precies was, maar eenmaal hij wist waar ik was, dan was de massage tip top.

Misschien ga ik vandaag wel weer op bezoek, nadat ik getempeld heb...

donderdag, november 25, 2010

Voor zij die beweren dat er in China enkel maar lelijke, grijze betonblokken worden opgetrokken, ga eens een kijkje nemen in Shanghai in Pudong, of doe nog wat minder moeite, en kijk naar onderstaande foto's van een pittoresk Frans dorpje langs de Seine in China.



Het verschil met een Frans dorpje is met het blote oog amper te zien!

dinsdag, november 23, 2010

Voor 1 keer ga ik in deze post de donktere achter me laten. Voor 1 keer ga ik de negativist in mezelf, de pessimist met de monkellach, achterwege laten. Bereid je voor op een post met een glimlach. Is het een eerste symptoom van een obscure tropische ziekte kicking in, zijn het de happy pizza's of soep die ze hier aan de nietsvermoedende toerist voorschotelen, wie zal het zeggen. Of is het misschien doordat ik Kierkegaard's "Ziekte tot de dood" gelezen heb, tot driemaal toe want de eerste keer snapte ik er geen snars van, de tweede keer een snars, en pas de derde keer ging het licht branden. 't Is een werkje waar je niet vrolijker van wordt, maar ik misschien wel? Iemand?

Hier komt het.

Er zijn mooie en goede dingen in het leven. Simpele, eenvoudige dingen.

Het leven zelf. De zon. Scheten. Garnalen. Vriendschap.

En dan zijn er manieren om die simpele, eenvoudige dingen nog beter te maken, door ze te combineren met andere simpele, eenvoudige dingen.

Dommelen in de zon. Scheten laten onder dekens. Garnalen met tomaat. Vriendschap die blijft.

Er zijn ook combinaties die slecht zijn, daar niet van. Vieze, vuile venten, zoals je ze maar al te vaak in Thailand tegenkomt. Mannen, in de nazomer van hun leven, die opeens behoefte hebben aan Thaise jeugd. Het vreemde is dat ik te simpel ben om drie dingen te combineren. Twee lukt me nog net, drie is me een brug te ver. Ik ben bijvoorbeeld vuil en een vent, maar vies allerminst. Ik ben werkschuw en tuig, maar ik ben geen langharig werkschuw tuig. Vroeger, je weet wel, toen we jong waren, had ik lang haar. Ik was schuw, als een pasgeboren hertejong, maar toen was ik nog niet werkschuw, wist ik veel wat werken was.

Maar goed, dit ging een blije, opgewekte post worden. Ik ben in Utopia in Cambodja, aan de bank van een rivier wiens naam ik niet ken. Met uitzicht op de met palmbomen begroeide oever, net voor de zon ondergaat, en veelkleurige wolken die dat feit aankondigen. Ik moet pipi doen, naast mij zitten zatte Britten zatte Britten te wezen.

En ik denk: het is allemaal zo slecht nog niet. Er is iets dat me doet glimlachen.

zondag, november 21, 2010

Men beweert wel eens dat een paradijselijk tropisch eiland de droom van zowel god en klein pierke is, maar ik ben geen van beiden en ik was in de gauwte vergeten dat dat allerminst bij mij het geval is. En ben ik hier nu godverdomme wel niet op een paradijselijk tropisch eiland zeker?

Ik kan niet tegen warmte, het is hier meer dan dertig graden, ik kan niet tegen zon, ik word een kreeft als ik vijf minuten in de zon lig, of 2 minuten in de zee zwem, en het is hier een tropische, brandende, brandende zon. Snorkelelen vind ik enkel fijn als dat werkwoord gebruikt wordt om naar de snorkels (all star. toeter, ...) op tv te kijken. Ik ben allergisch voor wit zand en palmbomen, mijn o zo rood door de zon verbrand vel staat er vol van boebels door. Bij het zien van een garnaal draait mijn maag, het is niks anders dan het insect van de zee, een krab, een beest dat niet rechtdoor kan lopen, enkel zijwaarts, geen knor zegt, dat is het eten niet waard, en alleen al de geur van de zee maakt me misselijk.

En hier zit ik nu, op Koh Ta Kiev, een tropisch eiland voor de kust van Sihanoukville in Cambodja. Hoe fout kan een reis lopen?

Niet fout natuurlijk, ik schreef die dingen hierboven enkel maar om jullie in het koude Belgie een hart onder de riem te steken, mensen die mij een beetje kennen weten dat ik een kind van de zee ben, en een garnaal op ieder moment van de dag kan eten. Daarbovenop kom ik er ook ruiterlijk voor uit dat ik een junkie ben, meer bepaald een boekenjunkie. Geef mij een goed boek, en je kan zeggen tegen met wat je wil, ik hoor je niet. DAT IK JE NIET HOOR! Op dat tropisch eiland was er behalve 5 hutjes, koud bier en veel, heel veel garnalen bijna niks, maar er was ook een mini bibliotheekje, achtergelaten door toeristen. Tot mijn grote vreugde zat daar een boek bij van Ian McEwen (of McEwan, ik kan geen Schotse namen onthouden), en nog wel een paar andere parels. Kortom, het leven kon slechter zijn, bijvoorbeeld als je dit nu leest in het koude, natte, grijze. donkere, deprimerende, barre, kille, mistige, verzuurde Belgie.

Ik ben voor het moment op het wachten op mijn garnalen met Cambodiaans pepersausje, en ik hoor naast de mooie Cambodjaanse taal de zachtjes klotsende branding van de golf van Siam. Om jullie toch een beetje een riem onder het hart te steken, het is mijn laatste dag hier op het eiland, morgen gaat het naar Kampot, om vandaar drie dagen in de jungle te trekken, En daar zal het wel weer vol zitten met bloedzuigers, reusachtige spinnen, ongedierte waar je nog nooit van gehoord hebt, maar wiens beet je een of andere vieze ziekte geeft. Het zal er vochtig zijn dat je kleren aan je lichaam plakken, en het zal er niet lentefris naar een Noors dennenbos ruiken.

Dus het is nog allemaal zo slecht nog niet, in Belgie. Ahem.

donderdag, november 18, 2010

Je zou kunnen denken dat de eerste foto in een zoo genomen is, maar niks is minder waar. Het is een park in China, en daar lopen meutes wilde aapjes rond. Eentje vond me maar niks, en wou me zelfs aanvallen. Gelukkig was hij bang van mijn rugzak.


Van de volgende foto's zou je dan weer niet denken dat ze in een zoo genomen zijn, maar wederom, niks is minder waar. Het zijn foto's van een yiao dorp, maar eigenlijk was het een thema park, ofte ook wel de eerste menselijke zoo die ik in mijn leven bezocht heb.

Je vaart er met bootjes rond, en dan kom je bij een tafereeltje, waar een dansje wordt gedaan, of een liedje wordt gezongen, of op een gong wordt geslagen.





En bijna iedereen trok een foto bij de ingang van het park, bij de steen met Chinese tekens op. Geen idee wat die willen zeggen, misschien wel "foto's nemen enkel toegelaten voor Chinezen", maar ik heb er toch maar mooi een foto van, van die steen.
De voorbije 48 uur kon ik maar aan 1 ding denken. En dat was niet wat je zou denken, zeer zeker niet. Behalve als je dacht dat ik aan bloedzuigers dacht, dan was je er vlak op. Ik heb niet in een 48 uren durende marathon alle afleveringen van True Blood uitgekeken, was het dat maar, ik heb rondgetjaffeld in de Cambodjaanse jungle. En laat die jungle nu net vergeven zijn van bloedzuigers, als waren het Chinezen in Shanghai tijdens de golden week. De middeleeuwen indachtig had ik vooraf mezelf overtuigd dat een bloedzuiger een nuttig beestje is, goed tegen zowat alle ziektes en vage klachten, maar eenmaal je rondloopt in de jungle, en je die mannen/vrouwen (dat zijn hermafrodieten, neen?) langs je schoenen ziet omhoogkruipen, naar je enkels en kuiten, dan denk je daar toch anders over.

Bij de eerste examplaren was het lichte paniek, maar na bloedzuiger nummer 10 begin je het normaal te vinden, en begin je er zelfs tegen te praten (zoals "neen, deugniet. je gaat je niet nestelen in de binnenkant van mijn schoen, hop, eruit"). De normale pose van een toerist in de jungle van Chi Phat is voorover gebogen, aandachtig kijkend naar de schoenen, kousen, broekspijpen en kuiten. Chi Phat is trouwens een aanrader om te bezoeken, als je ooit in de buurt bent, ga er dan zeker heen.

Een tip voor als je er bent. Ook al zeggen ze dat je een lange broek moet dragen in de jungle, doe het niet. Die bloedzuigers kruipen er toch onder, en je ziet ze niet. Onder je lange broek zuigen ze zich lekker vol bloed. Draag een short. en lange witte kousen. dan zie je ze gemakkelijk omhoog kruipen, en kun je ze van je afslaan voor ze doen waar ze goed in zijn. Voor de niet kenners, dat is dus bloed zuigen.

Momenteel ben ik in Shihanoukville in Cambodja, in een hutje ergens langs de kust. Ik hoor het ruisen van de zee in mijn kamer. net zoals de haan die al een uur lang kukelukuuuuu aan het doen is). Het plan is om te luieren in de zon op een strand op een eiland. Als ik het me goed herinner Koh Kong Tiev. Maar ik herinner me de namen van de plaatsen hier nooit, dus zal het wel ergens anders zijn.

Cambodjanen zijn trouwens een geweldig vriendelijk volk, op het overdrevene soms, en als je nu beslist hebt om er stante pede naartoe te gaan. hier zijn alvast enkele zinnetjes die je van passen kunnen komen.

Ri trei susdei: goeienacht. Te gebruiken na de maaltijd, eenmaal daags, voor het slapen gaan.
Dane schmo awai: wat is je naam. Gemakkelijk te onthouden door aan danetjes te denken. dan aan small en dan aan hawai.
A te okun: neen. dank je wel. Voor als je vriendelijk nee dient te zeggen.
Okun tom tom: heel erg bedankt. Nope, je vraagt geen GPS.

En er zijn nog meer redenen dan de prachtige natuur en de vriendelijke mensen om Cambodja te bezoeken.

Heb je een fetisj voor vrouwen in pijama, rep je dan als de gesmeerde bliksem naar hier, want de vrouwen lopen graag in een pijama over straat. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Wil je miljonair zijn. dat kan. Voor minder dan 200 euro heb je in de lokale munt algauw een miljoen in je pollen. Wil je in de middle of nowhere een collega tegenkomen, langs de weg bij een kraampje waar je bus gestopt is, dat kan ook. Tussen Siem Reap en Phnom Penh stopte mijn bus, en een tijdje later hoorde ik opeens iemand mijn naam zeggen, met een correcte uitspraak (mijn voornaam is enkel uit te spreken door Vlamingen, Hollanders en Zuid Afrikanen). Dat bleek Jan te zijn, een collega die op reis was in Vietnam en Cambodja. Het is een kleine wereld, je kan die wereld zelfs bijna een dorp noemen...

maandag, november 15, 2010

Bijna op mijn muil gekregen van 4 Chinese motards op de terugweg, maar het toch heelhuids overleefd. Foto's van een wandeling in de bergen. Die wandeling was in internationaal gezelschap, enige voorwaarde was dat je een Germaanse taal sprak. Er werd Vlaams, Nederlands, Vlaams en Duits gesproken.


Geloof het of niet, maar bovenstaande foto is een zeldzaamheid in de streek. Aan een local gevraagd na 5 dagen witte hemel wanneer er een blauwe hemel te zien is. Antwoord was: de hemel is niet blauw, de hemel is wit.


donderdag, november 11, 2010

Lap, ik ben weeral in de gevangenis beland, zonder langs start te gaan. Nu niet in een Bulgaarse cel, maar een Thaise, wat toch nog een ander paar mouwen is qua luxe en comfort. Dat Thais gevangeniswezen, dat gaat wel met zijn tijd mee. In plaats van entitled to one phonecall ben je hier als beschuldigde entitled tot 1 blog post. Laat me die post gebruiken om alles uit te leggen, net zoals bij Kim Gybels is het allemaal gebaseerd op een misverstand.

Connaisseurs van Thaise gewoonten en zeden zullen weten dat er hier 2 dingen heilig zijn. Het eerste is dat je nooit iemand je voetzolen mag tonen, dat is hetzelfde als bij ons je middelvinger naar iemand opsteken, terwijl je roept dat hij een muil heeft om stront op te sorteren, en iets over zijn moeder. Het andere sanctus sanctorum is de koning, Bhumibol de eerste, die je nooit of te nimmer mag beledigen, daar staan strenge straffen op.

Ik was net zoals Kim gewoon aan het wandelen in de straten van Bangkok, ik moeide me met mijn eigen zaken. Ik hield mijn mond zoveel mogelijk dicht om geen muggen op te eten en om Bhumibol niet te beledigen. Ik probeerde om mijn voetzolen zo horizontaal en dicht mogelijk tegen de grond te houden. Plots sprongen er 3 politie agenten op me, die me met een paar welgemikte elleboog- en kniestoten ineen deden krimpen (Thai boxen is de gummi knuppel alhier), en me naar mijn ballen deden grijpen.
Of I that normal found, vroegen ze me, gevolgd door nog een paar kniestoten van hen en een krimp van mij.
Yes, zei ik met een hoog stemmetje, walking in the streets I find normal, I kept myself busy with my own cases.
Why you insult our great king, repository of infinite and divine wisdom, grand and prominent leader, royal and delightful visionary, assembly full of nine noble secrets, divine shelter and living place of the god spirit?
I did not open my mouth to say anything, I am getting here loused in by you, just as Kim Gybels a little time ago, zei ik, I want to speak to Bart Dewever.

En zo ging dat in vlekkeloos Engels nog een tijdje verder, totdat bleek dat ik op een muntje had gestapt, er op dat muntje de beeltenis van Bhumibol staat, en ik bijgevolg mijn voetzolen aan Bhumibol had getoond. Wat hetzelfde is als je broek afsteken naar hem, gevolgd door een groene fluim in het gezicht, en iets over zijn moeder.

En dus nu zit ik hier dat te typen, in mijn cel van 2 bij 2, samen met een 20 tal vrouwelijke Thai. Wat vreemd is, is dat die vrouwen allemaal nogal een lage stem hebben en elkaar met boy aanspreken. Hmmm.
Als je een fan bent van op een rivier te varen, of er in te zwemmen, of naar een nachtelijk spektakel geregisseerd door een beroemd filmregisseur te kijken op een river, zoek dan niet verder naar je volgende bestemming. De Li rivier in China heeft het allemaal, en meer.









maandag, november 08, 2010

Rijstvelden kunnen er beter uitzien dan het doorsnee veld bij ons. Maar geef mij toch maar een gekookte patat.


Hihi, een foto van een foto. Trek er een foto van, en je hebt een foto van een foto van een foto.





Als je kan raden wat de naam van het eten hieronder is, krijg je er eentje thuis toegestuurd. Een echte lekkernij!





donderdag, november 04, 2010

Voor iemand die van een streek komt waar de kerktorens en bruggen de enige bergen zijn, is dit al een verdienstelijke poging om als een berggeit omhoog te klimmen, tegen een verticale muur.

Achteraf sta ik wel vol schrammen, want ik duw mezelf zo dicht mogelijk tegen de rots. En ik werk te veel met mijn armen, omdat ik mijn voeten niet vertrouw.

Maar het is een aanrader, klimmen in Yangshou.





zondag, oktober 31, 2010

Van alle plekken in China waar ik geweest ben, was Yangshou ongetwijfeld de plaats waar ik het liefst was en me het best geamuseerd heb. Dat lag niet alleen aan het Yangshou backstreet youth hostel, dat lag aan zoveel meer.

Als je een bed wil boeken in dit hostel, waarschuwen ze je dat het niet helemaal fantastisch is. Er zijn enkel Chinese WC's. en je kan naar dat WC gaan terwijl je een douche neemt (je moet opletten dat je terwijl het douchen niet met je voeten in het WC staat), maar voor de rest zijn er alleen maar voordelen.

Het kost 10 Yuan per nacht (een euro!), het zit er vol met toffe mensen. en de mensen die er werken helpen je met vanalles en nog wat, in zeer vlot Engels. Ze gaan mee om af te dingen bij het kleren kopen, ze gaan mee en zorgen voor goedkopere tickets om dingen te doen, en ze zijn gewoon uiterst sympathiek.

Een wegbeschrijving, om te fietsen. Ik heb geprobeerd om er te geraken, ik ben ergens helemaal anders uitgekomen. Maar daar was het ook niet slecht.

En dan nu een dansje (van voor naar achter van links naar rechts)!





Ik kon kiezen tussen een professionele kapper (kost 20 Yuan, 2 euro), of het meisje van de hostel (die voor de tweede keer in haar leven kapper zou zijn, kost 0 Yuan). Ik ben een gierige wrek, ik heb voor de tweede optie gekozen. Een Canadees vond dat zo tof, dat hij er heel veel foto's van getrokken heeft.

Yangshou bij nachte, als de herdertjes liggen te slapen.

Je kan me ergens zien op de foto, tussen de modder, toch als je goed kijkt. Neen, met die bikini ben ik niet.

vrijdag, oktober 29, 2010

Het is alweer een tijdje geleden dat ik er was, mijn posts met foto's zijn niet helemaal tijdsrelevant te noemen, maar ik ben blij dat ik er was.

Vergeleken met Shanghai is NYC toch nog altijd indrukwekkender qua skyline, ook al hebben ze er geen gigantisch gebouw in de vorm van een flessenopener.

Hopsa. een volledige Egyptische tempel in een museum. En die tempel is niet meegeschaard uit Egypte zonder dat de Egyptenaren dat wilden, neen, die hebben de Amerikanskis gekregen van Egypte omdat ze meegeholpen hebben met de verhuis van het een en ander bij de bouw van de Assoean dam.


Een museum waar een tentoonstelling liep van kunst in het interbellum (toevallig mijn specialiteit), en er nog eens goed uitziet ook. Daar zeg ik geen neen tegen.