dinsdag, februari 22, 2011

Vers van de pers nieuws is dat ik in het zuid eiland van Nieuw Zeeland ben. Zonet heb ik met een boot de oversteek van Wellington naar Picton gewaagd, en die boot zag er verdacht veel uit als een Noorweegs schip.



De natuur zag er verdacht veel uit als Noorweegse natuur, en het voelde als Noorwegen in de zomer. Voor zij die nog niet de stommiteit begaan hebben om in de zomer naar Noorwegen te gaan, dat is koud, mistig en nat.




Het plan was om van Picton met de bus naar Dunedin te gaan, en dat zou dan over Christchurch gegaan zijn. Nieuw Zeeland is niet direct onder te brengen in de categorie van overbevolkte landen, 't is 20 keer zo groot als Belgie, en er zijn amper 4 miljoen Kiwi's. Mensen, niet het fruit, daar zijn er een heleboel meer van, of vogels, daarvan denk ik dat er geen zijn. Soit. 75% woont op het Noord Eiland. Daarvan woont zowat de helft in Auckland. Van die 25% die op het zuid eiland woont woont zowat de helft in Christchurch, en het is dan verwonderlijk dat het meeste transport over Christchurch gaat.

Christchurch is echter getroffen door een aardbeving, en de eerste berichten zijn dat er een heleboel slachtoffers zijn, en dat er heel veel in puin ligt. Niet direct het moment om daar naartoe te trekken, als het al mogelijk zou zijn. Dus gaat het nu naar de westkust (die net zoals in Belgie trouwens het mooiste stuk van de kust is), en ik zie wel waar ik uitkom.

zaterdag, februari 19, 2011

Toch even bewijzen dat er wel degelijk gefietst wordt in Nieuw Zeeland.



De S op mijn truitje staat voor staalkabels. Dat slaat dan weer op de staalkabels van mijn beenspieren. Of voor steenpuisten. Die dan weer op een ongelukkige plaats staan. Of voor spruitjes, stielo, streekgerechten, spuitwater, eigenlijk zowat alles wat met een s begint.

woensdag, februari 16, 2011

Dat een kiwi een kiwi is en geen wiki of iwik, dat kan ik nog onthouden. Auckland, Wellington, Chrurchchist and Queenstown lukken ook nog wonderwel, maar voor de rest kan ik geen enkele Maori naam onthouden. De klanken zitten goed, de volgorde is minder. En dat is lastig in een land met veel Maori namen, als je bijvoorbeeld wil zeggen waar je was of waar je naartoe wil.

Gisteren was ik welgekomen bij een Kiwi gezin. Dat was in Hatepe, of Patehe, of Hetape, ik wil er vanaf zijn, 't was iets in die orde. 't Waren vrolijke Kiwi's, daar bedoel ik hier niet het fruit noch de vogels, maar de mensen mee. Kiwi's daarentegen, en hier bedoel ik niet de mensen of het fruit maar de vogels, zijn zeldzame beestjes. Die rond gepluimde vliegonkundige vogels met lange bekken zien er allersympathiekst uit. Dat is te zeggen op foto of video, want in de vrije blije natuur vertonen die rotzakjes zich niet. Ze zijn nogal schuw, beweren de Kiwi's, en hier bedoel ik dan weer de mensen en niet het fruit of de vogels. Ik begin langzamerhand te geloven dat die kiwi's (vogels, niet mensen of fruit, zucht) een marketingstunt slash hersenspinsel is van het Nieuw Zeelandse ministerie van toerisme, om hun land wat sympathieker te maken. Kiwi's, het fruit, niet de vogels of mensen, zucht andermaal zucht, zie je dan wel weer overvloedig. En ik kan je hier geruststellen, en proefondervindelijk zeggen dat kiwi's, het fruit, niet de mensen of vogels, miljaarde, net hetzelfde smaken als bij ons thuis. Het moet een hele geruststelling voor je zijn, wij eten het echte spul in Belgie.


Maar goed, ik was gisteren bij Kiwi's (mensen) thuis, en ik was er welgekomen. 't Was niet ver van waar Xena, de warrior princess, een buitenverblijf had. Net zoals kiwi's (vogels) er vriendelijk uitzien, wel, Kiwi's (mensen) zijn zo vriendelijk. Ik kreeg er uitleg, drank en eten a volonte (een curry, papa Kiwi was opgegroeid in India). Na een tijdje kwam een dochter des huizes, Tracey, met twee vrienden langs, en dan werd het pas helemaal plezant. Tracey zag er een beetje als Fiona uit Shrek uit, en de vriendin, met Maori bloed, had een naam die de president van Europa wel zou weten te apprecieren. Haikoe. Of Hoekee, of Kaihoe, lap, 'k heb weer last van Maori dyslexie.

Haikoe liet ieder kwartier een lange, luide puf (boer voor de niet West Vlamingen) waar een bierdrinkende voetbalfan nog wat van kon leren. Ze vroeg ook om een lade van een kast niet te gebruiken, want daar had ze een amulet in gestopt, en de energie zou verstoord worden door andere dingen in de lade. Ik probeer zelfs niet de naam van die amulet te zeggen, dat is onbegonnen werk. Er zaten een paar a's in, een oe, en een u. Vijf minuten later stond Haikoe in de handjes klappend te bidden voor de lade, en ik liet ter goedkeuring een luide puf. Dat zou ze wel weten te apprecieren, onze Haikoe.

Later op de avond riep een op bezoek zijnde tante na een reuzeglas whisky naar Tracey dat het een fucking bitch was. Maar met een goedhartigheid en vriendelijkheid die ik van de Kiwi's (mensen) heb leren kennen. Een paar dagen geleden hadden ze nog een liftende Duitser van 19 jaar op bezoek meegenomen, en die had na luttele momenten vriendelijk verzocht of hij daar wegkon, en of hij asjeblieft naar Taupo kon gaan.

Het cliche van een ruwe bolster en een blanke pit kun je met gerust gemoed toepassen op Kiwi's (mensen). Ze vloeken dat het geen naam heeft, ze zeggen wat er in hun opkomt, maar ze zijn als de producten van ijsboerke. Creme.

Ik wou er wel langer blijven, maar de drang om trekvogelgewijs zuidwaarts te trekken, naar het zuid eiland, deed me weer eens verder gaan. Sneller, verder, zuidelijker! Op naar Taranaki! Of Takarina! Of Katarani!

zondag, februari 13, 2011

Vandaag ben ik in Taupo beland, en dat is onder een stralend gesternte gebeurd.

Drie dagen geleden ben ik van Waihi Beach naar Taurunga gefietst. De weersvoorspelling was zonnig weder, de dag zelf plensde het dat het goot, met mijn brilletje viel er niet te zien, de regen striemde mijn open vleeswonden. Twee dagen geleden ben ik van Tauranga naar Roturoa gefietst. De weersvoorspelling was regen, regen, regen, het mag geen verbazing wekken dat ik op het einde van de dag voor de zoveelste keer bordeauxrood verbrand was. Vandaag ben ik dan van Roturoa naar Taupo gefietst. gesteund door een weersvoorspelling van wolken in de voormiddag, ietwat regen tijdens de middag, en wat wolken in de avond. Wat resulteerde in wolken 's morgens, blauwe hemel 's middags en wat wolken 's avonds.

Ik denk dat ik de code van het kiwi weerbericht gekraakt heb.

Toen ik in Roturoa moe maar wat blij van mijn fiets stapte, bleek daar Anna op me te staan wachten. Anna is naast een van mijn favoriete namen een Oostenrijkse die al eens per fiets rondreist, en die ik was tegengekomen in Auckland. We kwamen daar op hetzelfde moment in de living, en haalden allebei de lonely planet van fietsen door Nieuw Zeeland boven.

De wereld, beste jongelui, groot is die niet. Zij was twee weken op Barrier eiland geweest, waar ze onder andere een local geholpen had zijn weedplantjes te verbergen voor de spottervliegtuigen die hier tegen weedplantages ingezet worden. En nu stond ze me op te wachten in Roturoa.

Daarnaast ben ik een tijdje met Timmy, een alcoholische fietser, op schok geweest. Nu ben ik dit aan het typen, op tv is er een tv evangalist bezig. No matter what happens, we believe that Jesus is the son of god, and because we trust him, we believe his promise. Een ouder koppel herhaalt af en toe wat hij zegt. Tot nu toe was dat Morris dance, we will rejoice, en allelujah.

En ik heb eindelijk wat foto's getrokken in Nieuw Zeeland.

De weg op het Coromandel peninsula was vaak versperd, en dan moest je het strand op. Die versperringen waren fijn, want als fietser heb je de weg voor jezelf.


Hot water beach. Recept:
1. Wacht op laag tij.
2. Graaf een putje.
3. Laat het warme water omhoog borrelen.
4. Check met een teen naar keuze of het water niet te warm is.
5. Indien de temperatuur ok is, ga er inzitten en geniet.


De filmcrew in een poel in Hot Water Beach. Jep, ik heb een film gemaakt.

maandag, februari 07, 2011

Je mag jezelf gelukkig prijzen in Belgie, of zoals mijn moeder het zegt, je handjes tegare plooien. Want het is hier niet om te lachen, in Nieuw Zeeland. Ik verbrand hier als een kotelet die ik probeer te bakken. Zelfs op een bewolkte dag ben ik op het einde van de dag donkerrood verbrand, laat staan wat het is op een zomerse dag met een blauwe, hemelsblauwe hemel. Ik ben nooit iemand geweest met een donker huidtype, en door het gat in de ozon laag alhier, is dat allerminst een voordeel te noemen.

Ik dacht dat mijn zonnecreme factor dertig afdoende bescherming zou bieden, maar mijn vel verschoepert daar nog mee. Mijn neus vervelt hier iedre (het mag al eens poetisch verwoord worden) dag. En dat kan niet gezond zijn. Een kiwi heeft me verteld dat je je met factor dertig zonnecreme al sportend ieder uur moet insmeren. En dat je hier ook factor vijftig en honderd hebt. Ik heb dringend factor honderd nodig.

Wat was ik graag in Belgie geweest, met zijn donkere, natte winters. Ironie, wat is het een mooi iets...

woensdag, februari 02, 2011

Coromandel. Door de wind. door de regen, dwars door alles heen. Uitgeput. Zonverbrand. Een gat dat pijn doet alsof het de laatste 2 dagen op een belachelijk klein zadel heeft gezeten. Omringd door Duitsers.

Zo kun je mijn toestand het best samenvatten, na amper 2 dagen fietsen. Ik had vooraf niet gedacht dat een fietstocht in Nieuw Zeeland een wandeling in het park zou worden . Dan kon ik beter een wandeling in een park gemaakt hebben. Maar dat het zo lastig, zo vermoeiend zou zijn, nee, mevrouw, nee, mijnheer, dat had ik niet gedacht.

Deels komt het door mijn voorbereiding. Of correcter, door mijn niet voorbereiding. Vertrekken op een op en top bepakte mountainbike met het zadel hinkie pinkie gewijs centi centimeters te laag en de banden amper opgepompt, door een landschap dat helemaal niet doet denken aan polders, zonder de laatste maanden deftig gefietst te hebben, ideaal is het allerminst.

Na dag 1 over heuvel en dal kwam ik moe en mottig aan in de buurt van Miranda, waar ik mijn tentje op een camping geplaceerd heb. Ze hadden daar hot springs, en dat is iets wat ik weet te apprecieren, zelfs na een dag fietsen. Ik kwam er ook een Kiwi tegen, die me koud bier gaf, en die me 's morgens verwelkomde met eieren en herteworstjes (worstjes gemaakt door een door hem eigenhandig geschoten hert). Ik mocht al meteen bij zijn familie op bezoek komen als ik de buurt was, maar zoals het er nu voorstaat, zal dat er wel niet van komen. Ik ga amper in totaal 100 km ver geraken, met deze wegen en wind.

En dan word ik omringd door Duitsers, Duitsers, Duitsers, en nog eens Duitsers. En een Tjech en een Amerikaanse van upstate New York, maar die zijn amper een tegengewicht voor al die Duitsers. Eentje er van heb ik al sinds dag 1 's avonds aan mijn been, en die wil de hele tijd met me meefietsen. Andre. Niet alle Andre's zijn plezante peren, en deze al zeker niet. Hij mag dan wel een gediplomeerd dokter zijn, en zo iemand in je buurt kan handig zijn bij ziekte of persoonlijke ongemakken. Maar nog een dag of 2 en ik prefereer een onbehandelde, open, geinfecteerde vleeswonde boven zijn gezelfschap. Vandaag doe ik niks, ik had gehoopt dat hij ging verder fietsen, maar neen, hij houdt ook een rustdag.

Morgen gaat het verder, hoger, sneller, op naar hot water beach. Waar je een putje in het zand graaft, daar komt dan warm water naar boven, en je hebt je eigen, natuurlijke jacuzi.

Adios, amigos!