donderdag, april 28, 2011

In tegenstelling tot wat me aangeraden was, ben ik in Vang Vieng in Laos beland. Voor zij die nog nooit van Vang Vieng gehoord hebben, het is tubing land. Het zal wel wat met mijn educationele achtergrond te maken hebben, maar ook tubing wordt in het vervolg van deze post uitgelegd.

Tubing is op een binnenband van een tractor, of iets met grote wielen, dobberen op een rivier. Die rivier is langs links en rechts afgezoomd met bars, waar een mens al eens iets drinkt. En waar een toerist op het einde van de vaart typisch ladderzat is. En dan spreek ik niet over zo'n klein laddertje waarmee je een raam kan wassen, maar over een ladder die gebruikt wordt door brandweermannen in een stad met hoogbouw.

Nu, onthecht aan wereldlijke zaken na bijna een jaar door de wereld te reizen als ik ben, ik heb hier nog niet getubed. Maar wie weet, dat komt er misschien nog eens van.

Laos is los van het constante timmeren en zagen en bouwen een super relaxed land, en in tegenstelling tot Thaise massages, wiens principes losjesweg gebaseerd zijn op de slagen en schoppen van een thai boxer op een tegenstander die geveld op de grond ligt, zijn Laos massages iets vriendelijker. En beer lao is gezond, lekker en goedkoop. Wat wenst een mens nog meer?

vrijdag, april 22, 2011

Druk, druk, druk, te druk om te bloggen.

Na Prachuat ben ik naar Bangkok getrokken, en daar was het nieuwjaar. Ze noemen dat daar Songkran, en dat wordt gevierd door gedurende 4 dagen water over mensen te gieten en schieten. Iedereen loopt er rond met een emmertje of een waterpistool, en het brengt geluk door je nat te laten maken. 2011 moet een goed jaar worden, ik was een paar keer kleddernat.

Nu ben ik in Changmai, waar ik net een 3daagse in de jungle achter de rug heb met mister Jungle himself. Je kon er naast de rat, slakken, palingen die verdacht veel op wormen geleken gelukkig ook heel lekker thai eten. Allerlei beestjes probeerden je te bijten, en dat is hen ook een paar keer serieus goed gelukt. Jeuk, jeuk, jeuk is mijn deel.

Ik blijf nog een dagje in Changmai, om morgen Laos binnen te duikelen. Op naar de tubing in Vang Vieng!

zaterdag, april 09, 2011

Prachuat Khiri Kan heet het plaatsje waar ik nu ben, en na hier een paar dagen te zijn, kan ik melden dat er twee keer niks te beleven valt. Maar dat was het plan, en wie heeft er avontuur en adrenaline nodig als je zon hebt. En strand. En zee. En geweldig lekker eten. En thai massages, die hardvochtig kunnen zijn, maar je o zo wankel en loom op je benen doen staan achteraf.

Thailand slingert je voor je het weet terug de jaren tachtig in. Een thaise baht is ongeveer 1 oude Belgische frank, en het is fijn om weer eens in franken te rekenen. Al die euro's, met getallen na de komma, geef toe, een verbetering op de frank is het niet. Mijn hotel kost 160 frank, eeuh baht, per nacht. Een coca op restaurant kost 10 frank. Een postkaartje met postzegel 20 frank. Een grote pint 50 frank. Een uur massage 150 frank, maar dan krijg je daar wel thee en garnaalballetjes bij. En mijn diarree, die is onbetaalbaar.

Foto's die trek ik niet meer, dat is allemaal te veel moeite geworden. Het is hier veel te warm om ook maar iets te doen. En je kan toch alles op dat internet bekijken.

Maar voor de visueel ingestelden kan ik wel nog een paar foto's uit Nieuw Zeeland tonen.



Al die zwarte stipjes op mijn tent zijn zandvliegen, de gesel van Nieuw Zeeland. Als je langs de westkust van het zuid eiland ergens voor 5 minuten stopt, heb je een meute van die zandvliegen rond je, alsof je de langverwachte zandvlieg heiland bent. Maori zeggen veel, en zeggen onder andere dat de mooiste plekken de meeste zandvliegjes hebben, zodat je er maar kort kunt blijven, en je de schoonheid meer apprecieert.



En ik heb mezelf op een beautiful stranger gestrapt, en hem mijn leven toevertrouwd. Dat was in Wanaka, wat een prachtige plaats is om een skydive te doen. Het is onnatuurlijk om uit een perfect vliegend vliegtuig te springen, maar ik heb het toch gedaan. Dat was wiiiiiiiiieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!

zondag, april 03, 2011

Ook al ben ik vandaag gaan duiken rond de eilandjes voor de kust van Phuket, was dat onder een stralende zon, toch wou ik dat ik vandaag in Belgie was. Want het is de ronde van Vlaanderen.

Als niet zo talentvolle amateur wielrenner rij ik die zelf wel eens. Het is altijd vloeken dat die zo vroeg op het jaar valt, en dat ik zo weinig gefietst heb als ik er aan begin. Dit jaar zou dat anders geweest zijn, ik heb een fietsstage in Nieuw Zeeland van 2 maanden achter de rug, en de bicepsen, tricepsen of quadricepsen, hoe die spieren op je dijbeen mogen heten, die liggen centimers dikker dan normaal op mijn dijbenen. Het zou plezant geweest zijn, zonder gevloek, maar des te meer al fluitend.

Ach ja, duiken is ook zo slecht nog niet.

Mijn nachtrust was veel te kort, ik moest vroeg opstaan voor het duiken, en ik had een groot deel van de nacht in het lokale politiestation doorgebracht. Nee, niet omwille van onverkwikkelijke bezigheden, maar om Matse, een Duitser, op te halen. Hij had dronken op een scooter gereden, had een klein accident gehad, en hij werd in een Thaise cel gestopt. Die cel bleek bij aankomst in het politiekantoor leren zetels te hebben, die horror verhalen van met 20 man in een kleine cel in Thailand behoren blijkbaar tot het verleden.