zondag, december 26, 2010

Met pijn in het hart en op mijn borstkas (verbrand tot een mooi dieprood door de tropische zon) heb ik Indonesie verlaten, en ben ik verder getrokken op mijn odyssee. Mijn huidige verblijfplaats is Darwin, en ik ben hier op een ware Australische wijze welkom geheten door Roscoe, een oude, lowlife zatlap, die met zijn zatte kloten er niks beters had op gevonden om de hele dorm onder te pissen, en ook mijn rugzak.

Voorlopig ben ik hier nog verlamd, te angstig om geld uit te geven, alles is hier 10 tot 20 keer duurder dan ik gewend was in Azie. Geef me nog een paar dagen om de exorbitante prijzen gewoon te worden, en dan zal ik hier misschien iets doen, of iets bezoeken, en dan laat ik het weten.

Groetjes uit Australie!

donderdag, december 23, 2010

Mag ik je alsjeblieft vragen om je verbeelding even te gebruiken, dan neem ik je mee op reis. Ik weet het, het is veelgevraagd, je hebt al de hele dag nagedacht, al die problemen lossen zichzelf niet op, en nu vraag ik je om opnieuw je hoofd en wat er inzit te gebruiken. Je dient je in te beelden dat je in Lombok, Indonesie bent. Het regent pijpestelen, het drasjt dat het klettert. Je denkt, zo'n komodo varaan, zo'n grote loebas van een hagedis, die wil ik wel eens van naderbij bekijken. Lombok is slechts een paar eilandjes verwijderd van Komodo in de Indonesische eilanden archipel, en er gaan cruises van Lombok naar Flores. Onderweg doen die Komodo en Rinca aan, waar je al eens zo'n varaan kan tegenkomen. Van een meevaller gesproken.

Het mag dan winter en regenseizoen zijn in Indonesie, het is 30 graden en meer warm. De regen, die valt enkel in periodes van een halfuur of uur uit de lucht. Het waait wel wat, en je leest in je reisgids dat er verschillende organisaties zijn die een cruise van Lombok naar Flores organiseren. Eentje is goed, de andere, daar kan het wat minder bij uitvallen. Het is niet altijd zoals een cruise op de love boat.

Die goede cruise, die is echter veel te duur, je bent nu eenmaal een gierige wrek. Die kost meer dan 2 miljoen roepees, bijna 3, dus je kiest er toch een andere uit, die de vierdaagse trip voor de helft aanbiedt. De naam Kengama heeft wel een zekere exotische klank, en er zitten genoeg a's in de naam om er een zekere robuustheid aan te geven. Wanneer je bij de haven aankomt, zie je daar allerlei boten liggen, en je denkt, hmmm, op deze boot wil ik wel 4 dagen dobberen, of op deze. of hola, die zou ook nog tof zijn. Ergens op een uithoek van de haven ligt er een kaduuk bootje verscholen, waarvan je meteen op zijn BA Baracus van denkt "I pity the fools die daar mee moeten varen".

Het volgende moment stopt je bus vrolijk bij dat bootje, en ja hoor, daar moet je de wilde oceaan mee trotseren. Na tien minuutjes op dat bootje in de haven beseft een Nederlands koppel dat ze nog een dringende afspraak op het eiland vergeten waren, en dat ze jammergenoeg niet meekonden. Zo'n boot was het. Er kwam nog een politie agent iets zeggen tegen de bemanning in het Bahasa, en kort daarop waren we vertrokken voor een vierdaagse tjokvol activiteiten. Snorkelen, vliegende honden gaan beloeren, wandeltochten, varanen bekijken. Er is een rijkgevuld programma, en een rijkgevulde ijsbox vol bier.

De eerste dag gaat alles goed, al was de deining een tikkeltje te ruw voor de grootte van de boot. Er wordt aangemeerd, en je plonst in de zee. Een douche of badkamer is er niet op de boot, en het is beter de zilte geur van de zee af te geven, dan de geur van gefermenteerd tropisch zweet. Je gaat vroeg slapen, de volgende ochtend vertrekt de boot om 3u in de ochtend. zodat je tegen de middag met het programma kan beginnen, en ergens kan snorkelen. Bij het krieken van de dag ligt de boot nog altijd op dezelfde plaats als de avond voorheen, de kapitein zegt je, terwijl hij op zijn kapiteins in de verte tuurt, dat de zee te ruw is om te varen. Ergens in de late voormiddag vertrek je dan toch, maar nu is de deining nog veel zwaarder dan gisteren, en een paar van je medepassagiers worden onwel. Jij niet, je bent een kind van de zee of je bent het niet, en je was een boek over een witte tijger aan het lezen (white tiger, van een Indier, een absolute aanrader). Als je leest, dan merk je bijna niks op, zo ben je nu eenmaal. Het enige wat je was opgevallen, was dat je af en toe van plaats moest veranderen, omdat je boek nat werd van de druppels zeewater die er op spetterden.

Het werd echt te gevaarlijk om nog door te varen. Er zijn dan wel reddingsvesten aanwezig, maar die liggen ergens onderin de boot. Als de boot zinkt of kapseist (eindelijk kan ik dat woord eens gebruiken), ga je niet in een donker ruim nog even op zoek gaan naar je reddingsvest. De boot stopt bij een eilandje, beschut tegen de woeste golven, en je gaat op verkenning. Op het eiland zit het vol met vliegende honden (flying foxes, de grootste vleermuizen die er zijn), en als je zegt dat het er vol zat, dan lieg je niet. Eerst zie je er 1, dan 10, dan 50, dan 100, en al vlug stop je met tellen. 's Avonds vliegen die allemaal uit, met duizenden, en ziet de lucht er zwart van. In je hoofd zing je "Nana nana nana nana, nana nana nana nana, batman!". Moest je op de eiland vast komen te zitten, je huid zou er alleen maar gezonder van worden, want in een meertje zit het vol met kleine visjes die aan je tenen komen sabbelen, en je een vismassage gaven.

De volgende morgen word je naast het ontbijt een dilemma voorgeschoteld. De zee was nog ruwer geworden, en ofwel blijft de boot hier nog een dag, of misschien 2, of misschien meer, of er kon geprobeerd worden om via een bus overland in Flores te geraken. Ondertussen werd ook duidelijk dat die politie agent op de eerste dag was komen zeggen dat de zee te ruw was om te varen, een van de passagiers is een Indonesier, en kon het verstaan, en de organisatie wist dat je ergens ging stranden. zonder iets van het programma te doen. Tof!

Tijdens een internationaal congres (een Belg, 2 Nederlanders, een Indonesier, een Hongaarse Roemeen, een Engelsman, een Amerikaanse, een Canadese en een Duitser tegen wie je vol gloed over de oorlog kan vertellen) wordt er beslist om met de bus verder te reizen, en je wordt ergens in een dorpje aan land gebracht. Daar hebben en ze nog niet veel westerlingen gezien, en terwijl de gids vervoer probeerde te regelen, word je meegetroond naar het schooltje. Onderweg is er een oud ventje die Dayna, de Canadese, trots zijn gsm toonde, en meer bepaald de foto's die hij op zijn gsm had. Zijn welkomst voor haar is dat hij haar prentjes van blote juffrouwen toont, wat toch een bij ons ongebruikelijke manier van welkom heten pleegt te zijn. In Sumbawa is het bon ton.

Na een tijdje wachten en een paar rare drankjes voorgeschoteld te krijgen, zijn er 2 auto's, en kan je vertrekken. Over hobbelige wegen en na een panne of 4 van de auto's kom je's avonds aan in Bima, een stadje op Sumbawa, en daar wordt er overnacht. Je kan dan wel denken dat je al grote kakkerlakken hebt gezien, voor joekels is er 1 plaats, en dat is je hotel in Bima. Als je daar over de straat loopt, wordt je ook vanalles toegeroepen. Vooral hello, mister, en het maakt daarbij niet uit of je man of vrouw bent.

Ochtend nummer 4 waren we weer op schok om 4 uur, ditmaal met een lokale bus van Bima naar Sape. Sape is een havenstand op Sumbawa, en van daaruit kan je Lubuan Bajo op Flores bereiken. Het einddoel was in zicht. De ferry zou om 8 uur vertrekken, maar wanneer je om 7 uur aankomt, word je met spoed aangezet om op de boot te gaan, want die was vertrekkensklaar, Van een Belg die je later in Lubuan Bajo komt, hoor je dat het ook kan gebeuren dat de boot om 5 uur vertrekt, waarna je vastzit in Sape, want er is maar 1 boot per dag. Daar kan de NMBS qua stiptheid nog iets van leren.

Uiteindelijk geraak je in Lubuan Bajo, zonder ook maar iets van het programma gedaan te hebben. Het was tof geweest, het was avontuurlijk geweest, maar niet wat je verwacht had. Kengama, het bedrijf van de cruise, besefte wel dat ze een foutje gemaakt hadden, en boot (hihi) je ter compensatie een tweedaagse cruise aan naar Rinca en Komdodo. Angstig op wat voor bootje dat ging zijn ga je de volgende ochtend naar de haven, maar het was een betere boot, en alles, maar dan ook alles verliep vlekkeloos. 's Nachts kwamen er zelfs prauwen en drijvende objecten langs, die je party boot met verse Bintangs bevoorraden.

Dat kon zelfs een vierkant blok isomo zijn.

Tijdens de 2daagse wordt er gesnorkeld dat het een lieve lust iss, je ziet alle komodo varanen die je wou zien, er zijn vliegende honden te over, en de zon schijnt zelfs.

Voila, je bent een beetje op reis geweest, vanachter je pc. En zo kan het gebeuren dat ik dit hier zit te typen, met nog alle ledematen, die er wel wat roder dan anders uitzien. Die zon toch...

dinsdag, december 14, 2010

Na een discussie over de snelheid van de locale zwaluwen, terwijl die een kokosnoot dragen, kreeg ik het onderstaande cadeau.

Heel handig als je een klein kokosnootje wil transporteren!


zondag, december 12, 2010

Zonder te weten waar je nu bent, kan ik je vertellen dat je op de verkeerde plaats bent. Jep, ik ben helderziende geworden, en de plaats waar je hoort te zijn, is Padangbai in Bali. Tjonge, jonge, jonge, wat is het hier fijn toeven. But I could be wrong.

De locals spelen in de bars zowat iedere avond live muziek, en je bent in de bar met mijn favoriete band als je een local ziet binnenkomen met een plastic zak over zijn haar wanneer het regent. De kerel in kwestie is de drummer, en is in het bezit van een machtige afro die blijkbaar niet nat mag worden. De liedjes die ze spelen zijn allemaal covers, en ze geven de nummers een locale draai door het zo vrolijk, zo swingend, zo enthousiast te spelen dat je enkel met de grootste moeite kan stilzitten, en je bent al helemaal verloren als je niet wil lachen. Wat ze missen qua toonvastheid en muzikale integriteit, wordt door hun enthousiasme en lachen meer dan goed gemaakt. De brompot die ik ben bloeit hier iedere avond open tot een constant lachende idioot, al zeker als ze sweet child o' mine spelen. Het kan verkeren, Flor Coninckx zei het al. But I could be wrong.

Op een avond werd op de terugweg naar mijn guesthouse luidkeels mijn naam geroepen, en dat bleek door Tony te zien. Tony is een door de zon verweerde oude man van Cornwall, en is daar best wel trots op. Ik was die een paar avonden voordien tegengekomen, toen was hij in het bijzin van Toine, een Nederlander, nu was hij in het bijzijn van Marco, een Balinees. Hij komt al jaren naar Padangbai, en komt hier altijd terug. Ik kan hem alvast geen ongelijk geven. But I could be wrong.

Marco was een beetje zat, maar dat hield hem zeer zeker niet tegen om aan de hand van de palm (vandaar het woord handpalm denk ik) je persoonlijkheid uit te leggen, en er in 1 klap nog eens je toekomst bij te doen. Hij was zeker geen kwakzalver, want hij weigerde je toekomst te lezen zonder zijn bril, die nog thuis lag. Voor hij die ging halen, las hij de palm van Noortje (van waar zou die komen?), en zei hij haar dat ze geduldig was. Zij zei "nee", hij zei "heb je 5 minuten", zij zei "ja" en hij zei "zie je wel dat je geduldig bent", en weg was hij op zijn brommer, zijn bril gaan halen.

5 minuutjes later was hij terug met die bril, en kon de persoonlijkheidsanalyse en het toekomstvoorspellen beginnen. Het was lachen en huilen geblazen, goede dingen werden afgewisseld met minder goede, maar het was toch vooral lachen. Van mij zei hij onder andere dat ik geen dommekloot was, iets wat jij en ik al lang wisten, en dat ik meer vrouwelijke energie dan mannelijke heb, iets wat toch nieuw was voor mij. Misschien toch maar eens in Thailand gaan kijken hoe dat nu precies zit met die ladyboys. Al zei Marco na ieder statement "But I could be wrong", 't hing ook altijd van de interpretatie af.

Ik had als bij toeval ook mijn bril bij, in mijn familie zit ook wel wat waarzeggersbloed, en dan heb ik Marco's persoonlijkheid ook maar eens uit de doeken gedaan. Wat ook voor hem lachen en huilen was, en al zeer zeker confronterend. Marco was trouwens een schat van een man, deed veel voor de locale hangjongeren en zo, en als hij een scheet moest laten, kondigde hij dat aan, ging een paar meter buiten gaan staan, drentelde daar even rond, en kwam dan weer duidelijk opgelucht terug. Etiquette, zo heet zoiets. But I could be wrong.

Mijn dagen hier zijn de laatste dagen gevuld met duiken tijdens de dag, en 's avonds op stap gaan met Hielkje en Noortje, mijn twee fris gewassen Nederlandse buurmeisjes, naar Nederlandse normen 2 lilliput jongedames. Behalve hun lengte zijn het typische Nederlandse, zo spreken ze over mijn andere buren, een Franse sextoerist met een Vietnamese jonge bloem, over een trut, als ze iets op de muur schrijven in een cafe kan dat al eens "who's dick do I need to suck to get a broodje kroket" zijn. Op een party eiland dat ze bezocht hadden liep het na hun doortocht - hun woorden - vol met jongens met blauwe ballen, die eerst vakkundig opgegeild werden, om dan in de kille nacht alleen gelaten te worden. Ik ben een Belg, en zou zo'n dingen niet zeggen, laat staan neerschrijven, maar ik moest in hun bijzijn vaak bovenop mijn constante Balinese glimlach er nog een Nederlandse bijdoen.

Slecht is het hier niet. Maar natuurlijk, I could be wrong. Op naar Komodo!

donderdag, december 09, 2010

Je kan van die dagen hebben dat je helemaal geen zin hebt om iets te doen, laat staan te schrijven. Vandaag is zo'n dag.

Het enige waar ik zin in heb, is wat op het strand liggen, misschien wat snorkelen, als dat niet te veel moeite kost, een boekje te lezen en cocktails te drinken.

Sinds een dag of 4 ben ik in Bali, en ik heb het eiland hier verkend met een Engelsman die altijd alles wou betalen, omdat ik zo lang reisde (waarom heb ik die mens laten vertrekken naar een ander eiland, het is een mysterie gelijkwaardig aan de verdwijning van het Lam Gods) en een Slovaakse, die gisteren bij een tempel in Slovaaks-Engels tegen me zei: "Let's go fuck". Wat op 2 manieren geinterpreteerd kan worden, maar het was de interpretatie dat we vertrokken, en fuck, in de zin van potverpillepap, het begint te regenen.

Gisteren heb ik de hele dag met een veel te brede grijns op mijn brommertje rondgereden. Bali is sowieso een prachtig eiland, met prima te pruimen mensen. Daarbovenop was het gisteren een belangrijke Hindoeistische feestdag. Alle straten, moto's, auto's waren versierd met gevlochten planten, iedereen behalve ik was op zijn paasbest gekleed, de natuur is hier prachtig, in de dorpen en tempels waar je passeerde waren er processies, het was fantastisch om hier te zijn.

Alles ging perfect, totdat Svetlana met haar brommertje tegen mijn brommertje knalde. Maar er is meer nodig om me in het ziekenhuis te doen belanden dan een prachtige Slovaakse met een brommer, alles is topi. Wat dan weer de naam is van de guesthouse waar ik hier verblijf. Als je aandringt, en ik mijn gezondheidstoestand in meer detail moet beschrijven, ik ben verbrand zoals alleen een albino otter zijn kan (een wetenschappelijke studie heeft uitgewezen dat die beestjes het ergst kunnen verbranden), mijn darmen zijn een roetsjbaan voor alles wat ik eet, maar verder gaat alles prima met me.

Nu ga ik wat op het strand liggen, misschien wat snorkelen, als dat tenminste niet te veel moeite kost, een boekje lezen, en cocktails drinken.

Lieve vriendjes en vriendinnetjes, groetjes uit Bali!

zaterdag, december 04, 2010

Een recidivistische, weinig attentieve lezer van mijn blog zou kunnen denken dat mijn reis op wieltjes loopt (en dat deed het ook, in Oost Europa, op de wieltjes van mijn fiets, gniffel, gniffel), maar dat is slechts oppervlakkige schijn. Als ik heel eerlijk ben, dien ik toe te geven dat alles in het honderd loopt, tot zelfs het tweehonderd toe.

Bij mijn vertrek had ik drie grote doelen. Twee ervan kun je nog het best vergelijken met de vorming van een nieuwe regering. Vol goeie bedoelingen, allerminst succesvol.

Het eerste doel was om naar Finland te fietsen, het land waar ik zo graag zou zijn. Dat is er niet van gekomen, mijn fietsodyssee is abrupt afgebroken in Letland. Het was daar niet mis, het was er geen Finland.

Mijn tweede grote doel was om van Lhasa naar Tibet te fietsen, langs bergen en iets minder bergen (dalen kun je het niet noemen als het nog altijd bijna 4000m hoog is), en dat is wegens Chinese bemoeienissen in de Tibetaanse zaken ook al niet gelukt. Voor de wiskundigen onder jullie, 66 procent van mijn reis kun je al 1 grote mislukking noemen. Ik vrees dat ik mijn jaar opnieuw moet doen.

En dan staat nu het derde grote doel er aan te komen. Nieuw Zeeland.

Ik heb een slinks plan bedacht, en zal er schijnbaar achteloos in de buurt rondzwerven. Om dan voor dat de Nieuw Zeelanders het in het snotje hebben wat er aan de hand is toe te slaan, en er naar toe te reizen. Ik ben nu in Bangkok, Thailand. Cambodja is net een afgesloten hoofdstuk geworden. Twee jofele Ieren, met de naam Paul en Paul, hebben me in Cambodja geleerd hoe het best om te gaan met de hier talrijke oude Westerse viespeuken die met een geile glimlach om de lippen geflankeerd worden door een jong, groen Thais blaadje. De beste manier om dat fenomeen aan te pakken is te wijzen naar die mannen, en dan zo luid je kan te roepen: "SEX TOERIST!". De glimlach zou weg moeten zijn.

Binnenkort gaat het naar Indonesie, Bali om precies te zijn, waar het plan is om er te duiken in de zee (blub, blub. blub), om er mijn verbondenheid met die zee constant tentoon te spreiden door het dragen van een t shirt met snorkels op, en om er Nederlands te spreken met oude Indonesiers. Dan gaat het naar Australie, Darwin, om van daar rond te zwerven in het land. Ik wil er een kangoeroe africhten, en met die kangoeroe door het land huppelen. Dat gehuppel moet eindigen in Sydney of Melbourne, alwaar ik de vlieger naar Nieuw Zeeland neem. En de Nieuw Zeelanders met mijn komst totaal verras.

Gelieve dit plan niet door te mailen naar een Nieuw Zeelandse ambassade. Waarvoor dank.