zondag, november 21, 2010

Men beweert wel eens dat een paradijselijk tropisch eiland de droom van zowel god en klein pierke is, maar ik ben geen van beiden en ik was in de gauwte vergeten dat dat allerminst bij mij het geval is. En ben ik hier nu godverdomme wel niet op een paradijselijk tropisch eiland zeker?

Ik kan niet tegen warmte, het is hier meer dan dertig graden, ik kan niet tegen zon, ik word een kreeft als ik vijf minuten in de zon lig, of 2 minuten in de zee zwem, en het is hier een tropische, brandende, brandende zon. Snorkelelen vind ik enkel fijn als dat werkwoord gebruikt wordt om naar de snorkels (all star. toeter, ...) op tv te kijken. Ik ben allergisch voor wit zand en palmbomen, mijn o zo rood door de zon verbrand vel staat er vol van boebels door. Bij het zien van een garnaal draait mijn maag, het is niks anders dan het insect van de zee, een krab, een beest dat niet rechtdoor kan lopen, enkel zijwaarts, geen knor zegt, dat is het eten niet waard, en alleen al de geur van de zee maakt me misselijk.

En hier zit ik nu, op Koh Ta Kiev, een tropisch eiland voor de kust van Sihanoukville in Cambodja. Hoe fout kan een reis lopen?

Niet fout natuurlijk, ik schreef die dingen hierboven enkel maar om jullie in het koude Belgie een hart onder de riem te steken, mensen die mij een beetje kennen weten dat ik een kind van de zee ben, en een garnaal op ieder moment van de dag kan eten. Daarbovenop kom ik er ook ruiterlijk voor uit dat ik een junkie ben, meer bepaald een boekenjunkie. Geef mij een goed boek, en je kan zeggen tegen met wat je wil, ik hoor je niet. DAT IK JE NIET HOOR! Op dat tropisch eiland was er behalve 5 hutjes, koud bier en veel, heel veel garnalen bijna niks, maar er was ook een mini bibliotheekje, achtergelaten door toeristen. Tot mijn grote vreugde zat daar een boek bij van Ian McEwen (of McEwan, ik kan geen Schotse namen onthouden), en nog wel een paar andere parels. Kortom, het leven kon slechter zijn, bijvoorbeeld als je dit nu leest in het koude, natte, grijze. donkere, deprimerende, barre, kille, mistige, verzuurde Belgie.

Ik ben voor het moment op het wachten op mijn garnalen met Cambodiaans pepersausje, en ik hoor naast de mooie Cambodjaanse taal de zachtjes klotsende branding van de golf van Siam. Om jullie toch een beetje een riem onder het hart te steken, het is mijn laatste dag hier op het eiland, morgen gaat het naar Kampot, om vandaar drie dagen in de jungle te trekken, En daar zal het wel weer vol zitten met bloedzuigers, reusachtige spinnen, ongedierte waar je nog nooit van gehoord hebt, maar wiens beet je een of andere vieze ziekte geeft. Het zal er vochtig zijn dat je kleren aan je lichaam plakken, en het zal er niet lentefris naar een Noors dennenbos ruiken.

Dus het is nog allemaal zo slecht nog niet, in Belgie. Ahem.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

wij zullen wel werken om dat snoepreisje van jou te betalen. Ik vraag me trouwens af wat er mis is met wat verzuring, een grijze ochtendmis, wat stakingen en pesterijen op het werk?

Tessa zei

Jaloers. Ik kan het niet meer anders zeggen. Jaloers.

GeRtJe zei

Alles in orde man? Toch niet naar het waterfeest in de hoofdstad Phnom Penh gegaan...

stielo zei

Alles in orde hier. Enkel een heleboel builen, de guesthouse waar ik blijf is gemaakt voor dwergen, en ik bonk met mijn lomp hoofd constant tegen de balken.

Ik ga nu naar Phnom Penh, maar het zal daar nu wel rustig zijn.