dinsdag, september 28, 2010

Ik hoop voor je werkgever en je productiviteit dat je dit niet tijdens je werkuren leest, ik heb namelijk heel wat te vertellen, en ik heb er zo mogelijk nog meer tijd voor nodig. Geef me 10000 letters de tijd om je van naaldje tot draadje te vertellen hoe het er hier allemaal aan toegaat, en ik beloof je, je zal wensen dat je me die tijd nooit gegeven had.

Het is allemaal begonnen begin 1976, en op een oktober morgen in 1976 tierde ik in het moederhuis in Ieper een maand vroeger dan gepland, kwaad dat het zo koud en donker in de wereld was, mijn eerste schreeuw die koude en donkere wereld in. Vijf vingers aan elke hand, vijf tenen aan elke voet, en geschapen als een olifant. Flaporen dus. Een paar weken later lag ik al opnieuw in het ziekenhuis, met bronchitis en oorontstekingen, voor zowat een jaar. 

Mijn voorliefde voor wit en chloroform stamt uit die periode. Ik herinner me nog goed dat ik een creme van een baby was, een toonbeeld van jeugdigheid en frisheid, zij het wat ziekjes, en bijgevolg kapot verwend werd door verpleegsters Annette en Heidi. Ze gaven me al eens een antibiotica pil meer dan de rest van de patientjes, of al eens rapper een nieuwe pamper. Die extra pampers kwamen goed van pas, ik was toen al een serieuze kakker, en het mag dan ook niemand verbazen dat ik later een fan van KV Mechelen ben geworden.

Tijdens een zorgeloze jeugd besloot ik dat apotheker wou worden (echt waar, de klank van het woord vond ik als kleine man magisch, exotisch en gevaarlijk, wist ik veel wat het was), en ik was voor ik pief poef paf kon zeggen als IT'er aan het werk bij de VRT. Na daar een paar jaar tijdens het beste van de dag in het beste van de week tijdens het beste van mijn leven het beste van mezelf gegeven te hebben, werd het tijd om iets van de wereld te zien. Met een grimas op mijn gezicht en een pijnlijk achterste reed ik op de fiets door Oost Europa. Het was daar plezant, het was daar mooi, het was daar aangenaam, en het smaakte vooral naar meer. Net zoals Suske en Wiske vertrok ik daarop met KLM naar China om dolle avonturen te beleven.

Het was mijn droom om van China naar Tibet te reizen, en dit heb ik denk ik hier al tot vervelens toe (geeuw, zucht, snurk, snurk) gezegd, van Lhasa naar Kathmandu in Nepal te fietsen. En hier start mijn post eigenlijk echt (als je op je werk bent, sluit dan je browser, en lees vanavond op je gemak, desnoods op je wc - ik weet dat iemand dit doet - thuis verder).

Na bovenvermelde dolle avonturen in Beijing en Xian kwam ik in Xining, een provinciestadje in het westen van China aan, en daar zou de droom helemaal geregeld worden. Je kan namelijk niet zomaar naar Tibet reizen, je moet dit altijd in groep doen. Zo'n Chinese groep kan uit veel mensen bestaan, maar ook uit 3, 2 of 1 personen. Een groep wordt hier namelijk niet gedefinieerd zoals bij ons gebruikelijk is door het aantal mensen in die groep, maar door de gids-babysit die geen seconde van je zal wijken. 

Ik had in China rap in het snotje dat je in Tibet niet alleen mag of kan rondreizen, en in Xining was ik van plan om mensen te zoeken, die het zagen zitten om A. van Lhasa naar Kathmandu te fietsen en B. dat samen met mij te doen. Je kan alleen met je babysit in Tibet rondreizen, dat kost per dag 200 Yuan voor de gids en 600 Yuan voor de auto. Samen is dat 100 euro per dag, zonder slaping. eting of toegangtickets. De tocht door Tibet langs Everest Base Camp naar Nepal met de fiets duurt een 15tal dagen, en voor mij is het niet alleen te duur om dat op mijn eentje te doen, het is vooral ook stom om te fietsen, met naast jou en je fiets een gids in zijn 4x4. Waarschijnlijk de hele tijd fluitend.

In Xining kwam ik echter thuis van een koude kermis. 

Het duurt minimaal 2 dagen om een permit voor Tibet te regelen, en dat moest absoluut op de dag dat ik in Xining aankwam gedaan worden. Twee dagen later sloot immers het permit bureau, en ik zou daarna 10 dagen moeten wachten op het aanvragen van een permit, want China ging collectief in verlof. Plus daarna moest je nog een treinticket van Xining naar Lhasa zoeken, en dat kon nog langer duren, door dat collectief verlof. Die tijd had ik niet, dan zou het te koud worden om te fietsen in Tibet, en dus besloot ik alvast om naar Tibet te reizen zonder fietsplannen. Ik zou daarna wel medefietsers zoeken, via hostels en reis organisaties. Je moet vooraf je reisroute in Tibet opgeven. en dat werd samen met Barbara, een fris Frans acrobatisch veulen van 21 lentes en Kimmo, en niet zo frisse noch acrobatische Fin van 52 lentes, geregeld.

Uiteindelijk vertrokken we de 25ste september naar Lhasa, de trein vertrok 's avonds om 10u40. In het treinstation (die zijn hier altijd gigantisch) wou een toerist een flap van 100 Yuan wisselen, 12 euro, en dat bleek Gerard, uitgesproken op zijn Vlaams Gee-raart, te zijn, een gepensioneerd ingenieur die net zoals ik op een koude oktober morgen in Ieper geboren was, en via de uitspraak van zijn voornaam duidelijk liet merken dat hij niet rap voor de PS zou stemmen, ook al zou dat na de staatshervorming kunnen. Hij kende Bart en Geert redelijk goed (stuur me de achternamen van die twee, je adres, en je krijgt een kaartje). We zaten zelfs in dezelfde coupe, en naast dat onverstaanbaar Chinees weerklonk voor deze contreien ongewoon sappig West Vlaams, plus een politieke discussie in de trein.

Wat Mekka is voor de Hindoe's, dat is China voor de treinliefhebber. Je kan in dit gigantische land overal met de trein naartoe, en op die treinen heb je hard sleepers. Wat coupe's zijn met 6 bedden, een stapelbed van 3 langs elke kant. Er is een WC, er zijn lavabo's, er is warm water, eten en drinken, en je kan er al eens met en Chinees babbelen. De rit van Xining naar Lhasa duurt 24 uur, en vanaf 's ochtends heb je prachtige uitzichten over Tibet en omstreken, terwijl je net zoals je Chinese buren een pot noedels naar binnen slurpt. De klojo's van de Chinese NMBS maken je wel met Chinees getjingel tjangel om 7u 's ochtends wakker, maar je krijgt er prachtige uitzichten en panorama's voor in de plaats.

In mijn coupe zaten o.a. nog James en Yuen uit Shenzhen, een van de economische topregio's van China. Ze waren op huwelijksreis naar Lhasa, en het was interessant om met hen te babbelen. Yuen werkte in een kerncentrale, James deed iets financieels en had in Australie gestudeerd. Ik wist al dat het onmogelijk is om met Han Chinezen over de situatie in Tibet te babbelen (Tibet is altijd al een deel van China geweest, zal altijd een deel van China blijven, wij hebben de Tibetanen in 1959 bevrijd van het juk van de theocratie van de lama's, bevrijd van het slavendom, wij hebben scholen, ziekenhuizen, infrastructuur en welvaart gebracht, en we zijn o zo verbaasd dat de Tibetanen niet dankbaarder zijn en over hoe er in het Westen over de bevrijding van het Tibetaanse volk wordt gedacht).

Zo heb ik van James geleerd dat volgens de Chinezen (goed opgeleide Chinezen) Japan nog altijd staat te popelen om China binnen te vallen, en er zoals in de jaren 20, 30 en 40 als woestelingen geweldig lelijk huis willen houden. Dat Fransen romantisch zijn (iedere Chinees zegt dat), dat vrouwen er best zo bleek mogelijk uitzien, een blote buik van dikke man mooi is (dikkerds aller landen, kom naar hier!), China een plan heeft om het Westen in te halen en genadeloos voorbij te steken, en dat luxe en tonen dat je geld hebt voor die luxe heel belangrijk is voor Chinezen.

Na 24 uur kom je in Lhasa aan, in die 24 uur heb je met je coupe genoten gebabbeld, gegeten, gesnurkt, gelachen, geweend, geroepen, stil geweest, en je bent blij dat je in de koele avondlucht van Tibet staat. Je ziet direct al dat het Chinese leger nauwgezet toekijkt op de bevrijding van het Tibetaanse volk, overal in het station zie je militairen, gewapend met mitrailleurs en kniebeschermers (zou het favoriete vervoersmiddel van een Chinese militair een skateboard zijn?). Met dat het een georganiseerde trip is, moet je voor een keer niet beginnen onderhandelen met taxi chauffeurs, of zoeken waar naartoe, nee, daar heb je personeel voor, er staat iemand je op te wachten met een naambordje en een witte sjaal, want zo word je hier welkom geheten.

De volgende morgen word je wakker met een heldere blauwe hemel plus bijhorende stralende zon, en vijf militairen voor de deur van je hostel. De gids arriveert, en meldt je een paar dingen waar je je aan moet houden. Trek geen foto's van militairen, want als ze dat zien, verliezen wij onze licentie om te gidsen voor altijd, trek geen fotos van militaire installaties, want als ze dat zien, verliezen wij onze licentie voor altijd, ga niet op je eentje naar toeristische dingen, want dan verliezen we ..., ga niet op je eentje buiten Lhasa, want ... Die bevrijding van de Tibetanen, die is echt wel goed geslaagd!

Met de gids ga je naar de Jokhang tempel, de belangrijkste tempel in Lhasa, en onderweg zie je overal, echt overal, militairen. Op straathoeken, en op de daken. De Chinezen hebben niet alleen de Tibetanen bevrijd, ze zorgen er ook voor dat de Tibetanen met een superveilig gevoel door hun land kunnen wandelen, dankzij al die militairen.

Bidden voor Tibetaanse boeddhisten gebeurt o.a. door aan dingen te draaien, maar soms ook door je opnieuw en opnieuw op de grond te gooien. Wanneer we een ticketje kopen voor die tempel, zag ik nog maar eens hoe weinig respect sommige Han Chinezen voor Tibetanen hebben. Net voor we ons ticketje kopen, trapt een Chinese vrouw op de handen van een op de grond liggende Tibetaan. Zich excuseren doet die niet, die Tibetaan, terwijl hij wel beter had kunnen uitkijken waar hij zijn handen legt. En als die Chinese vrouw haar ticketje gekocht heeft, trapt ze nog eens op de handen van die Tibetaan, die zich weeral niet verontschuldigt. Echt dankbaar voor hun bevrijding kun je die Tibetanen niet noemen...

Vandaag gaat het naar het Potala paleis, waar de dalai lama woonde voor hij naar India vluchtte, dan nog een dag Lhasa gevolgd door een rondrit(je) in Tibet, misschien post ik wel eens een foto, en dan gaat het met de tjoek tjoek richting Shanghai, Wereld expo, ik kom er aan!

PS. nog een oproep: mensen die het zien zitten om over een paar jaar A. van Lhasa naar Kathmandu te fietsen en B. dat samen met mij te doen, kunnen zich via een gele briefkaart inschrijven, of via een mail naar je weet wel waar. Als je het niet weet, stielo en dan @ en dan gmail en dan punt en dan com.

PS2: als je hier geraakt bent met lezen, mag je me ook altijd iets laten weten :-)

11 opmerkingen:

Jeroen Gillabel zei

check!

geweldig verhaal! Ik zal eens horen bij mijn nonkel, een fervent Tibet-freak en boeddhist, of hij dat ziet zitten ;-). Als ik ooit een midlife crisis krijg, wil ik misschien ook wel mee. Blijf vooral van die geweldige verhalen posten!

Wouter zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Wouter zei

Waaaaw, Wouter's wondere wereld regeert!

MC zei

opsinjoor!
misschien een beetje lang, maar helemaal een mooie tekst.
veel succes.

Tessa zei

LOVING THIS! Ooooh ik wou dat ik daar was en niet hier gebukt onder het juk van een hoop bakstenen.

Bart zei

Als je terug bent: alle posts bundelen en een uitgever zoeken. Titel: ik heb het gedaan! (moet dan wel een boek van minstens 700 pagina's zijn). Vervolgens: ontslag nemen bij de VRT, rentenieren van de winst. En dan: fietsen in Tibet! En dan ga ik mee. Met plezier! Merci voor de heerlijke reisverslagen!

dirk zei

heb dit (en enkele eerdere posts) gelezen tijdens de werkuren op een werkdag, maar wel thuis; hopelijk was dat toegelaten;

ah ja, die namen: bart en geert wellens?

StefIl zei

Man, man, zware kost die blogs.
Die trilogie van Larsson is kinderspel hiermee vergeleken.

Anoniem zei

Ik wil foto's van Tibet zien!
(Ik wilde niet de enige te schrijven in het Frans te worden op je blog ..) Hopelijk google translate heeft een goede baa

Anoniem zei

is het mogelijk om in het vervolg beknopte posts te plaatsen? Ik ben te tam om alles te lezen en wil toch graag op de hoogte blijven.
Ik stel voor te twitteren.

R

berwt zei

ik ben mijn achterstand aan het ophalen. Ik heb wel al een schrijffout gevonden. Gerard moet Gheeraert zijn.

groet,
Bert.

PS: godverdikke zeg, Jeroen Gillabel, lang geleden.