dinsdag, september 21, 2010

In mijn starre, door alzheimer ge-erodeerde verstand, valt er nog moeilijk iets bij te proppen, laat staan een geheel nieuwe taal. Dat Chinees, dat vlot bijgevolg niet direct, dankjewel en goeiedag lukken nog, maar tellen gaat bijvoorbeeld al een stuk minder. Om niet te zeggen niet. Tsjie of zoiets is wel een getal, maar welke het is, daar hebben jij en ik het raden naar.

Gelukkig zijn die Chinezen niet van de domsten, en hebben ze een systeem om getallen tot tien te tonen met 1 hand, en dat kan ik dan wel weer onthouden. Doventaal zou ik dus nog moeten kunnen leren. 1 tot 5 is gelijkaardig zoals bij ons, zes is alsof je aan het bellen bent, 7 is met je duim tegenover je andere vingers, 8 is je duim en wijsvinger in een L, negen is een haakje met je wijsvinger, en tot slot is tien een vuist. 

Met dat ik hier in Xining ook zowat een kop groter ben dan zowat iedere Chinees of Tibetaan die hier rondloopt (ik zit dicht bij de Tibetaanse grens), kan ik ook al zeggen dat ik al serieus wat tienen heb uitgedeeld op het bakkes van iedere local die wat te lang of wat te vies naar me keek. Want dat kijken naar westerlingen, zeg maar staren, dat is een hobby van menige local, en ze durven al eens heimelijk een foto van mij te trekken. En de durvers durven al eens vragen of ze samen met mij op de foto mogen. Wat ik natuurlijk altijd met een brede glimlach weiger.

1 opmerking:

Anoniem zei

Als die Chinezen nog een vragen of ze op de foto willen met je, moet je ze vragen of de uitdrukking met de woorden 'shŏuzhĭ' en 'gēbo' ze bekend is, en anders mogen ze kiezen tussen 'chănkē yīyuàn' of 'fénmù'. Dat zullen ze wel verstaan.