maandag, november 15, 2004

Wanneer ik ongelijk heb, geef ik dat niet graag ruiterlijk toe, de winner in mij heeft het daar nog altijd moeilijk mee. Pas wanneer de bewijzen te duidelijk worden, geef ik mij gewonnen. Tja, 't zit in de familie...

Tot voor kort heb ik altijd grinnikend langs de kant van de weg gestaan wanneer zo'n groene onheilsprofeet weeral het einde van de wereld stond te verkondigen. Ik vind het fijn dat de zomer wat langer duurt, en de blaadjes aan de bomen blijven tot zo ongeveer nu. Maar dat dat warmere klimaat tot zo'n excessen zou leiden, 'k had het nooit durven denken.

Toen ik klein was, stak ik maar wat graag mijn hand in een molshoop, en die hand, die heb ik meer dan eens met een flinke hap er uit terug uit de grond moeten trekken. Mollen, had ik al vlug geleerd, hebben vlijmscherpe tanden en een ongekende bloeddorst.

Maar de mollen waarover ik spreek waren toen niet groter dan tien centimeter lang. Aan de grootte van de molsgang op de foto is dat nu wel wat anders geworden, daar stop ik mijn hand niet meer in, zelfs niet met een tv camera erbij. De natuur is het noorden kwijt!


mols

1 opmerking:

Anoniem zei

mollen dus. Ook goed hoor, daar niet van...