Plopper de plopper de plop. Ik heb te veel gefietst, de laatste tijd. Vandaag weeral over de honderd kilometer. Dat uit zich in verschrikkelijk dikke dijspieren, uit proportie met de rest van mijn tempel, waardoor ik wanneer ik loop dit met mijn benen een beetje uit elkaar moet doen. Waardoor ik precies een gans lijk, zeker als ik mijn fietsschoentjes aan heb. Maar genoeg over mij, let's talk business.

Ik wou het hebben over de kleine problemen die topsporters hebben in het algemeen, en ik hoop van harte dat vanaf vandaag iedere topsporter in België, Nederland, Zuid-Afrika, Suriname en Curacao direct aan deze site denkt wanneer hij of zij zelf geconfronteerd worden met de kleine ongemakken die nu eenmaal gepaard gaan met de bovenmenselijke inspanningen die een ware topsporter keer op keer levert. Omdat ze hier quasi altijd een antwoord vinden.

De vragen die ik vandaag heb binnengekregen zijn:

1. Wat te doen met puisten op je gat van teveel in het zadel te zitten?
2. Wat te doen indien je een tenniselleboog hebt, gekregen door het fietsen?

Vraag nummer 1 is simpel te beantwoorden: snij die puisten er uit, best met een net geslepen mes. Als je iets doet, heb je het goede materiaal nodig.

Vraag twee is op een metafysisch vlak iets moeilijker te beantwoorden. Want hier stelt zich nadrukkelijk een tweede vraag: moet je beginnen te tennissen, zodat de oorzaak ook echt is. Anders zit je immers met het risico dat je hetzelfde doet als wanneer je een virus behandelt met antibiotica. Verkeerd dus. Na rijp beraad en heel wat comtemplatie denk ik dat het volstaat om een aan tennis verwante sport kort te beoefenen, vooraleer je naar de dokter stapt met je probleem. Toegelaten sporten zijn: tennis zelf, skwasj, ping ping en snooker. Badminton niet, want dat is voor watjes.

Je gaat het niet geloven, maar ik zal vandaag afsluiten met enkele goede woorden over Matthias. Zijn vriendin heeft een positieve werking op hem. Ik heb hem voor het eerst in 9 maanden verse groenten en vers fruit zien eten! Een halve komkommer, en drie tomaten! De jongen heeft toch nog smaakpapillen. En in plaats van zijn gedroogde poederkaas, at hij verse kaas! Jaja, je leest het goed, verse kaas! Als hij nu nog eens stopt met zagen, leert luisteren naar de mensen, en stopt met schaamteloos profiteren, komt het misschien toch nog goed met die jongen! Hoera!