En dus had ik niks gereserveerd in Amsterdam voor de doctoraatsverdediging over de behandeling van prostaatkanker, in zo'n stad zou er wel altijd een slaapplaatsje te vinden zijn. Dacht ik.
Sta me toe om een paar foto's te tonen.
We zijn daar van tien uur tot half twee 's nachts van vol hotel naar vol hotel gestrompeld, en toen was de maat vol. Het was hopeloos, en het plan was om met de auto uit Amsterdam weg te rijden, en ergens een baanhotel te proberen te vinden. De auto stond geparkeerd op de Europa parking, alwaar we bij aankomst vooral volgend bord zagen.
Onder druk en 's avonds laat krijg je de beste ideeën, en al vlug rijpte het plan bij die parking om dan maar op stap te gaan tot 's ochtendsvroeg, en dan ietwat verfomfaaid op de doctoraatsverdediging te verschijnen. I love it when a plan comes together.
Ik liep al de hele tijd met een rugzakje rond, terwijl B. met zo'n handig voort te trekken valies op wieltje rondzeulde. Zijn handen lagen half open, en toen we een politiekantoor zagen, wou hij zijn valies daar afzetten. Dat mocht niet, verantwoordelijkheid en zo, maar die Amsterdamse flikken bleken de kwaadste nog niet te zijn, en zijn beginnen rondbellen. Of er nergens plaats was voor twee arme Belgen. En hop, daar konden we via het reisbureau van de flikken naar het Hans Brinker Hotel.
Ik weet dat wel van een gegeven paard en in zijn bek kijken en zo, maar iets vreemds aan de muren, volgens B. het slechtse bed ooit en een douche als deze is toch niet echt fijn te noemen. Gelieve je hoofd bibliotheekgewijs schuin te houden...